Het Binnenhofklasje - Jan Peter valt

Met gebogen hoofdje slofte Jan Peter naar het huis van zijn oppasmoeder. Zijn laatste schooldag voor het zomerreces was een regelrechte ramp. En juist vandaag nu hij zijn moeder meer dan ooit nodig had, was hij aangewezen op invalmoeder Bea. Nog nooit duurde de wandeling van het Binnenhofklasje, het Haagse kinderdagverblijf voor volwassenen, naar de woning aan Noordeinde zo lang.

Het brilletje scheef, de kleertjes vol scheuren en tranen op het vermoeide gezicht. "Wat is er gebeurd Jan Peter?", vroeg Bea verbaasd toen ze de poort opende en een hoopje verdriet aantrof. "Hoor jij nu niet op school te zitten? Je hebt toch niet weer stoer proberen te doen achterop de fiets van Donner?", vroeg Bea bezorgd terwijl Jan Peter met zijn tranen het watermanagement van haar couturekleding testte. "Nee", mompelde Jan Peter vrijwel onhoorbaar. "Hebben ze je weer gepest”, wilde Bea vragen maar ze bedacht dat daar geen sprake meer van kon zijn sinds zijn nieuwe look. Dat kon nog maar één ding betekenen, realiseerde Bea zich.

"Wie? Met wie heb je gevochten?", vroeg Bea enigszins streng. "Met Lousewies, hare majesteit", antwoordde Jan Peter vol schaamte. Bea klonk nu nog strenger: "Wat? Heb je gevochten met een vrouw?" Jan Peter probeerde zich meteen vrij te pleiten: "Ik ben gevallen. Zij heeft me laten vallen, ik heb haar niks gedaan." Bea knikte. "U moet me geloven, hare majesteit. We waren lief samen aan het spelen. En toen vroeg Rita of ze ook mee mocht doen. Ik zag geen bezwaar dus zei dat ze welkom was", verklaarde Jan Peter die even op adem moest komen. "Rustig rustig. En wat gebeurde er toen?", vroeg Bea met weer wat begrip in haar stem. "Nou. Toen zei Lousewies dat ze Rita er niet bij wilde hebben omdat zij Ayaantje uit de zandbak had gestuurd. Toen ik voorstelde om dan maar alleen met Rita zandkastelen te bouwen, kreeg ik een duw", Jan Peter huilde weer nu hij terugdacht aan hoe hij achterover uit de zandbak viel.

"En wat zei meester Weisglas er dan van?", vroeg Bea terwijl ze wat pleisters plakte. Hij was boos op ons allebei en zei: "Jullie lijken wel een stel kinderen!" Toen ging ook Ad van den Berg van Partij Naastenliefde Vrijheid en Diversiteit zich er mee bemoeien. "Je bedoelt die politieke pedo?", vroeg Bea ter verduidelijking. "Ja, hij vond ons ook net een stel kleuters en dat was voor hem juist de reden om politiek te gaan bedrijven." Bea leefde na dit verhaal toch wel mee met de arme jongen. En ze troostte hem met een lekker Haags bakkie en met de woorden: "Na de vakantie moet je gewoon lekker met Woutertje gaan spelen, volgens mij vindt hij jou heel aardig."