Anne Wil Pijpen

Zo’n dertig jaar geleden adopteerde een stel uit onze straat twee kindjes uit een ver land. Dat was een hele gebeurtenis in ons kleine dorpje waar alles blank en blond was. Op de dag dat onze buren terugkwamen van hun verre reis stonden we allemaal buiten te kijken. Twee schattige donkere kindjes met prachtige donkerbruine ogen werden uit de auto getild. Zwarte kroeshaartjes, spierwitte tandjes.Twee dagen later kregen we het geboortekaartje in de bus. In de doopnamen van de kinderen was hun exotische naam bewaard gebleven, maar nu ze in Nederland kwamen wonen, moesten ze op wrede wijze integreren: met de namen Berend en Trijntje zouden ze verder door het leven gaan.Vernoemd naar hun nieuwe adoptie-oma en opa.
Als ik aan een ‘Berend’ denk, dan zie ik in gedachten een grote blozende boer voor me met een blonde kuif. Als ik aan een ‘Trijntje’ denk…nee, dat gaat zelfs mijn voorstellingsvermogen te boven. Ik zie dan hooguit het logo van de NS voor me.

Mensen in de straat achter ons hebben een meisje geadopteerd, een klein afhaalchineesje, dat met de naam “Li-ann” gezegend is. Kijk, dat vind ik slim; je schrijft het als een Chinese naam, maar toch klinkt het Nederlands.Tegenwoordig krijgen oer-Nederlandse kinderen bijna geen Hollandse namen meer. Dan roept een moeder haar kinderen: “ Lorenzo, Ginovanni, Reinaldo, komen jullie eten?” Hun achternaam is vast Jansen en de kinderen hebben spierwit haar. Scandinavische namen zijn ook heel populair. Ik ken heel wat jongetjes met de naam Lars, Sven, Kaj, Nils en Kjeld. Op zich begrijp ik dit verschijnsel goed. Want wat heb je toch een stomme namen in Nederland. Vooral van die samengestelde namen: oma van moeders kant heet Jantje, oma van vaders kant Tineke, ach, dan maken we er toch Jantine van? Afschuwelijke namen krijg je op die manier. Ik ken een jongetje dat de familienaam draagt, Korstiaan heet het arme joch. Wat doe je zo’n kind aan? En er dan nog trots op zijn dat deze naam al drie eeuwen in de familie bestaat. Ook heb je namen waar makkelijk rijmpjes op te maken zijn. Ruth. Niet zo moeilijk, om daar op te rijmen! Of Dick. Word je ook niet vrolijk van. Toen ik zwanger was van mijn oudste zoon hadden mijn man en ik als meisjesnaam ‘Nathalie’ bedacht. Mooie naam, niks mis mee, niet te Hollands, niet te buitenlands. Precies goed, dachten we. Totdat ik een Nathalie ontmoette die net ruzie had met haar vriendinnetje. Ze werd uitgescholden: “Natte Alie, natte Alie!” Meteen hebben we een andere naam bedacht.

Als aanstaande ouders heb je de grote verantwoordelijkheid om een naam voor je kind te bedenken. Sommige ouders lijken wel erg naïef in hun naamkeuze! Zo gaat er een vrouw in Nederland met de naam AnneWil Pijpen door het leven. Wat zal ze met die naam gepest worden, zeg! Je komt haar naam dan ook op elke gekke-namensite tegen. Net als Olaf Bek. En Klaar Comen. Met zulke achternamen moet je al extra zorgvuldig zijn bij het uitkiezen van de voornaam. Of wat te denken van de initialen van een kind. Een kennisje van mij heet W.C. Klop. Staat toch lullig op het naambordje op de voordeur. Of initialen die met de achternaam gecombineerd iets geks opleveren, zoals J. Oker, of A.A. van der Neut.
Onlangs is mijn zusje bevallen van een dochter. Ik heb hard met haar meegedacht om een mooie naam voor de baby te verzinnen. De naam moest aan een hoop eisen voldoen. Goed klinken bij de achternaam, een leuke combinatie vormen met de namen van de andere kinderen in het gezin, makkelijk uitspreekbaar zijn, en er moest ook geen misverstand bestaan over de uitspraak.

Maar goed, mensen kunnen een normale achternaam hebben, totdat ze een beroep kiezen waardoor hun achternaam ineens heel komisch lijkt. Ik had ooit een gynaecoloog die dokter Slager heette. Daar lag je niet echt ontspannen met je benen in de beugels! Of dokter Kortleve. Daar kom je ook niet met een gerust hart de uitslag van je bloedonderzoek halen. In Alphen aan de Rijn is een bedrijf dat ‘Beenhakker revalidatiehulpmiddelen’ heet. Ooit zat ik in de kerk achter iemand in een rolstoel. Toen mijn blik viel op het stickertje achter op de rolstoel, verslikte ik me in mijn pepermunt. Beenhakker! In Hoorn woont trouwens een deurwaarder die Zondergeld heet.

Je moet als vrouw ook erg uitkijken met wie je trouwt. En je afvragen, als je dan echt zo verliefd bent op die man met die onmogelijke achternaam, of je zijn naam wel wilt aannemen. Om te voorkomen dat je niet als Mien Billekens – Jeuken door het leven hoeft. Of als mevrouw Los – Van den Broek. En mevrouw Naaktgeboren – In de Wei bezorgt de postbode ook een gezellige dag als hij de post door haar gleuf laat glijden.

Hoe zou het met Berend en Trijntje gaan? Toen zij in Nederland kwamen was ik nog maar een schoolkind, dus moeten zij toch ook al wel tegen de dertig lopen. Trijntje verkoopt vast kaartjes bij de Nederlandse Spoorwegen. Ik denk dat Berend een boerenbedrijf is begonnen in de kop van Friesland. Hij zit daar lekker met zijn klompen aan op de tractor en luistert naar zijn favoriete muziek, de liedjes van de Band Zonder Naam. Wat hebben die gasten een geluk!