Vaarwel held

Sinds jaar en dag voetbal ik in hetzelfde vriendenteam. We werken onze zondagse wedstrijdjes af in de onderste regionen van het amateurvoetbal. All Stars zou een geduchte tegenstander zijn voor Het Zesde, om nog maar te zwijgen over de Poldervogels. Maar geen haan die ernaar kraait. Gezelligheid is, zoals in zo veel vriendenteams, belangrijker dan het resultaat.
De kern van ons elftal is dan ook al sinds mensenheugenis hetzelfde. Toch komt er elk jaar een speler of twee aanwaaien, die zich nieuw heeft aangemeld bij de club of boventallig is bij ons G(ehandicapten)-elftal. Doorgaans komen deze nieuwelingen niet door de uiterst strenge selectiecriteria heen en voetballen ze al voordat het seizoen daadwerkelijk begint in het vijfde of het zevende. Maar heel soms lukt het iemand om wel te worden opgenomen in de hechte groep.

Zo was daar twee jaar geleden opeens Vinnie. Het achtste kon geen representatief elftal meer op de been brengen en de spelers werden verdeeld over de overige elftallen. Vinnie was een olijk mannetje met jampotglazen, coupe Geert Wilders, een restje witachtig speeksel in beide mondhoeken en een ondefinieerbare geur om zich heen. Hij had helemaal niets wat een voetballer moest hebben. Tweebenigheid is de uitzondering op ons niveau, éénbenigheid de regel, nulbenigheid is Vinnie. Stel je de aller-aller-slechtste voetballer voor. Iemand die nog nooit een bal heeft aangeraakt, nog nooit naar voetbal heeft gekeken en zelfs nog nooit op gras heeft gestaan. Vinnie is drie keer zo slecht.

Zijn reputatie snelde hem ver vooruit over de Noord-Hollandse knollenvelden. Bij onze opponenten was hij reeds een begrip voordat men hem ooit in actie had gezien. Ze speelden hem tijdens de warming-up een bal toe om met eigen ogen te ontwaren hoe slecht hij was. Vinnie werd een soort circusact. Wanneer hij niet op het wedstrijdformulier stond, vroeg men ontredderd waar onze beroemde ster was. Hij verzaakte immers zelden. Als hij met een teamgenoot om 10.00 uur had afgesproken om mee te rijden naar een uitwedstrijd, dan stond hij klokslag 9.00 uur op de stoep. Eén keer reed hij niet mee en stond hij, na een ellenlange fietstocht, om 13.00 aan de aftrap bij het altijd lastige DTS 7. Gejaagd belde hij op: ‘Waar blijven jullie nou?’ We hadden net onze thuiswedstrijd met 3-1 gewonnen. 
Maar meestal was Vinnie er gewoon en speelde alsof zijn leven ervan afhing. Zeven of acht minuutjes, daarna werd hij gewisseld. Ook als we maar 11 man hadden, al kwam er dan niemand voor hem het veld in. Moegestreden maar voldaan vroeg hij doorgaans: ‘Ik was goed hè?’ Vinnie was alleen goed als hij de bal niet geraakt had en, maaiend met zijn armen, achter de man aan had gerend die wij hadden aangewezen als directe tegenstander. Kwam de bal wel per ongeluk in zijn buurt, dan wist je nooit wat er ging gebeuren. Meestal trapte hij in het luchtledige, maar zo nu en dan teisterden zijn kicksen het leder. Het kwam zelfs voor dat hij met een subtiele pass een messcherpe counter inleidde. Voor de tegenstander, dat wel, maar het gaat om het idee.

Eind vorig jaar kwam het bericht dat Vinnie door het nieuwe achtste zou worden ingelijfd voor het huidige seizoen. Na twee jaar trouwe dienst verdiende hij natuurlijk een waardig afscheid. En dat kreeg hij. Aangezien hij nog nooit een treffer maakte in onze gelederen, of ook maar in de buurt kwam daarvan, schoven we hem tijdens de laatste wedstrijd van een biertoernooi naar voren voor de penaltyserie. Zou dit z’n finest moment worden?
Na een woeste aanloop schoof hij de bal helaas tergend langzaam in de voeten van de keeper. Kans verspeeld. Of niet? Door enig gesjoemel met de regels mocht hij toch een tweede keer aanleggen. En een derde, vierde, vijfde en zesde keer. Het net bleek echter een brug te ver voor Vinnie. Uit medelijden besloot de keeper van de tegenstander de helpende hand toe te steken, door op zijn knieën te gaan zitten. Alsof deze magnetisch was schoot onze vedette de achtste, negende en tiende strafschop echter recht door het midden over de grond tegen hem aan. Nadat de sluitpost aan de lat ging hangen, kreeg Vinnie de bal wel van de grond, maar wist helaas nog steeds geen hoek te kiezen. Toen de penaltyserie wegens invallende duisternis werd beëindigd, stond de teller uiteindelijk toch op 1. Het onmogelijke was gebeurd: Vinnie had gescoord.
Op de terugweg vroeg hij schuchter: ‘Het was toch niet erg dat ik steeds miste?’
‘Nee Vinnie, je hebt in stijl afscheid genomen.’

Komende week begint het voetbalseizoen weer. Het zal even wennen worden zonder Vinnie. Want hoe onbeschrijflijk slecht hij ook voetbalde, hij zorgde altijd voor een vrolijke noot. Vaarwel held, het ga je goed.