Mannen kunnen niet parkeren

"De marathon, in hoeveel tijd loop jij die?" Een verrassende vraag. Een verrassende medemens. Opduikend vanuit het niets. Tja, leven staat gelijk aan onverwachte wendingen. De vraag overvalt me. Vooral ook omdat hij gesteld wordt door een parkeerwacht in de stadskern van mijn plek van verblijven. Marathon, marathon? Ik ben al blij dat ik, van driehoog achter naar beneden strompelend, mijn postvak kan legen. Gelijkvloers in het stoffige trapportaal, waar het ruikt naar verschraald bier en urine van dagen her. Naar onderen wankelen is het probleem nog niet echt. Maar weer die ladder omhoog, bepakt met loodzware enveloppen, folders, aanmaningen, gerechtelijke dwangbevelen en ander ongenoegen, doet mij amechtig hijgen. Naar adem snakken. Steeds maar weer heftige kloppingen van de hartspier, die in ieder geval nog wordt geactiveerd, en suizingen in het binnenoor. Okay, de marathon. Die loodzware sportdiscipline. Het Koningsnummer der Spelen op Olympisch niveau. De Marathon. Bestaande uit 42,195 loodzware kilometers.

Fietsend al een onmogelijk karwei, met het openbaar vervoer tevens een lijdensweg. Eigenlijk alleen te overbruggen in mijn vierwieler. "Dat wordt een lastige kwestie; mijn conditie is hopeloos in de verkeerde richting gespurt", mompel ik overbluft. "Mijn conditie, sterker nog, het totále ontbreken ervan, maakt dat een marathon voor mij een (ophaal)brug te ver is. "Goed, een halve afstand dan?", dringt de bonnenschrijver verder aan. Ik begrijp in het geheel niet waar de man heen wil. Al dan niet rennend. Mogelijk naar nergens, maar ik heb haast, veel haast. Afronding lijkt mij zinvol. De geüniformeerde dus maar op zijn wenken bedienen. Ik stamel, een tikkie overmoedig, de halve loopklus dan wel in zo'n 4 uur te kunnen klaren. Voorwaarde: zuurstof, vocht, hartbewaking én ondersteuning van een rondborstige verpleegster. Gestoken in sportbeha en animeerslip. De man in ‘pak' strekt een arm uit. Zijn wijsvinger priemt in de richting van mijn geparkeerde Grote Liefde. "Echt véél recht op een parkeerplaats voor invaliden heb je dan niet, wel?"

"Nee, niet echt!", stotter ik tegen het mannelijk gezag, die alléén in zijn familie echt populair is. Natuurlijk is er enig lichamelijk ongemak, maar in de categorie gehandicapt val ik natuurlijk niet! Los van mijn geestelijke beperkingen... Zijn roemruchte boekje raakt uit zicht. De man heeft wellicht net een echtelijke ruzie bijgelegd of een prettig functiewaarderingsgesprek, plus salarisverhoging, achter de rug. Ik spreek mijn waardering uit voor zoveel betrokkenheid, gezien de roodstand van mijn girorekening. "Laten ze dat eens in de krant zetten in plaats van al die bagger over ons!", sluit meneer gefrustreerd af. Bijval voor het parkeerbeleid op papier zetten is wel het minste wat mij te doen staat. Een ingezonden brief in de Courant Stad Droefenis volgt ter onderstreping. Weken later tref ik Sinterklaas opnieuw tussen blik en rubber. Hij lijkt (bijna) liefde voor mij te hebben opgevat. "Leuk stukje!", roept hij van verre.

Jaren later. "Honderddertig euro; kosten koper!" Andermaal op een plekje voor mensen met een slepend ongemak. In het nachtelijk duister parkeert vriendin plus warhoofd 54, op een stek voor misdeelden. Pas rond 11.00 uur spurt ik richting parkeerautomaat om aan de financiële verplichtingen te voldoen. Tikkeltje laat, tikkeltje onzorgvuldig. Dubbele foutmelding. Het bevoegd gezag is al ter plaatse. Kassa. "Stop, stop!", tetter ik aanrennend volkomen overbodig. De man in blauw geeft tijd voor tintelende tekst en breedsprakige uitleg. Fijn. Tekst vormt geen probleem; inhoudelijke verklaring uiteraard wel. Hoepelrond laat zich moeilijk kaarsrecht communiceren. Zijn martelwerktuig in de vorm van pen en papier is nu schrijnend zichtbaar. Strijken over hart en behaarde borst lijkt geen reële optie. Echter, de parkeer-apparatsjik laat de Goedheiligman dit jaar opnieuw erg vroeg arriveren: "Zet die auto maar even ergens anders neer!" Een sterke aandrang om hem plat op de bek te zoenen onderdruk ik heftig. "Waar kan ik terecht met mijn dank over deze blijde boodschap?". Ten afscheid overhandigt hij mij een kaartje van de Gemeentelijke Servicebalie. Daar wordt 54 niet gelezen; dit schrijven overigens wel. Altijd handig. Voor mannen die niet parkeren kunnen...

weblog: http://www.bouwjaar54.nl