Hoera! Kooistra is dood!

Even met Hammerstein Spong Advocaten gebeld: “Goedemorgen, Oplopers hier. Oscar Hammerstein in de buurt?” De bekakte secretaresse vroeg mij of ik het zaaknummer kon geven, waarover ik met de heer Hammerstein van gedachten wilde wisselen. Kribbig baste ik: “Nee, ik moet er niet aan denken, een nummertje met vieze Oscar. Maar de zaak stinkt, dus verbind me ogenblikkelijk door, stom parelkettingwijf!” Ze deed het nog ook. Met zijn vertrouwde onprettige stem vroeg de onderwereldadvocaat waarmee hij mij van dienst kon zijn. Ik antwoordde: “Schaam jij je niet? De Heineken-directie uitmaken voor moordenaars? Je zou toch beter moeten weten. Laster en belediging. Want sinds wanneer is iemand die wil dat zijn klant de openstaande rekeningen betaalt opeens een moordenaar? Hoe durf je!” De rare advocaat wierp tegen, dat Heineken Kooistra de duimschroeven veel te hard had aangedraaid, en dat de bonafide horeca-tycoon onder de druk was bezweken en de hand aan zichzelf had geslagen. Kletskoek natuurlijk, dus ik antwoordde: “Neenee, Heineken heeft geen woekerrentes naar Italiaanse snit in rekening gebracht. Heineken heeft geen gangster met een pistool op Kooistra afgestuurd. Wat is er aan de hand? Heineken heeft als bezitter van een aantal horecapanden, deze aan Kooistra verhuurd, die ze weer heeft verpacht aan anderen. Die pachters hebben braaf de huur aan Kooistra voldaan, maar die heeft dat geld vervolgens niet aan Heineken overgemaakt. Daarmee is Kooistra dus een flessentrekker. Heineken heeft een enorme hoeveelheid drank geleverd aan de pachters. Die hebben dat aan Kooistra betaald. Kooistra heeft ook dat geld vervolgens niet op de bankrekening van Heineken gestort. Dat zeg ik: pure diefstal. En dat is nog lang niet alles. Sjoerd-De-Horecaploert heeft getracht voor meer dan een miljoen aan sociale premies in eigen zak te steken in plaats van het af te dragen aan het UWV. De belasting getild. Zijn personeel onderbetaald en behandeld als honden. En dan mekkeren dat Heineken hem zo verschrikkelijk gemeen de duimschroeven aandraait, terwijl Kooistra wel een kapitaal landgoed bezit, diverse andere privépanden en een protserig jacht in de haven van een of ander homo-eiland in de Middellandse Zee, alwaar hij nogal pathetisch met zijn vriendje zit te pronken. Ik denk dat de gemiddelde advocaat sowieso het moreel besef van een halfvolle vuilniszak heeft, maar jij slaat wel alles.” Aan de andere kant van de lijn was de zware ademhaling van een getergd man te horen. Nou ja, man… Hammerstein een man? Zo’n nietserig bekkie dat eruitziet alsof het klem heeft gezeten tussen de schuifdeuren. Toch nog tekst aan de andere kant van de lijn. Oscar vond de heer Kooistra een keurig zakenman, die als hij werd betrapt op fraude of oplichting altijd keurig de boetes betaalde. Uiterst keurig dus, niets aan de hand. Tijd voor een paar fijne slotzinnen mijnerzijds: “Ja, Oscar, dat is nou net jullie blinde vlek. Ik weet niet wat jullie receptioniste op jullie kantoor aan de Keizersgracht precies door de koffie roert, maar jullie hersenen zijn danig verweekt. Want je kantoorgenoot Gerard Spong is al net zo gek als jij. Die roept dat de zeer fatsoenlijke amusementsondernemer Saban Baran echt niet zal vluchten, nu hij voorlopig door de Turkse rechter is vrijgelaten. Wedden dat die zich over twee weken echt niet zal melden op het politiebureau in Ankara of waar dan ook? En op diezelfde manier ben jij de weg totaal kwijt, Oscar. Was jij niet de huisadvocaat van dat zooitje tuig van de LPF? Ja? Nou dan! Schei toch uit met je keurig!”

Dit verhaal is voor mij reden om een gevoelige kwestie aan te snijden. Het is een bekende zegswijze. Van de doden niets dan goeds. U kent dat wel. Ik ben het daar fundamenteel mee oneens. Ik geloof in eerlijkheid vóór, maar ook ná het graf. Het is flauwekul om een overledene na zijn dood af te schilderen als een zware crimineel omdat hij ooit vergat een pakje sigaretten bij de supermarkt af te rekenen. Zoiets is respectloos en onnodig kwetsend. Maar ik heb altijd nogal moeite als ik op de begrafenis van de door iedereen gehate, vervelende, chagrijnige, schraperige oom opeens hoor vertellen dat het altijd zo’n geliefde, aardige, vrolijke en gulle man was geweest. Dan klopt er iets niet. Niet zo lang geleden schreef ik een verhaal ter nagedachtenis aan Hans Dijkstal. Dat was een lief en respectvol betoog. Maar een column die ik wijdde aan het overlijden van Florrie Rost van Tonningen gaf ik de titel “Nazi-hoer” mee. Achteraf ben ik over beide verhalen goed te spreken. Een aardig verhaal voor iemand die dat heeft verdiend, en een onaardig verhaal voor iemand die het er naar gemaakt heeft. En stel: Joran van der Sloot wordt in de lustmoordenaarsvleugel van de Chachacha-gevangenis in Lima door zijn medegedetineerden in stukken gesneden. Zeggen we dan dat het verschrikkelijk jammer is dat zo’n jong veelbelovend leven in de knop is gebroken? Of zeggen we dan dat het prima is dat de wereld van deze gewetenloze gek is ontdaan? We kennen allemaal ons eigen antwoord wel. Naar aanleiding van de zelfmoord van Sjoerd Kooistra constateerde ik in mijn dagelijkse ‘kortje’ dat de horecawereld er een stuk beter op is geworden. Dat zijn harde woorden. Maar zijn ze daarmee ook onwaar en ongepast? Gezien alles wat Kooistra op zijn kerfstok had, vind ik van niet. Hoogstens is het jammer dat hij zijn levensavond niet wegens fraude, diefstal en oplichting in de gevangenis heeft hoeven doorbrengen.

Hoewel, dat heeft ook wel weer wat rechtvaardigs. 18.000 mensen die in Nederland zijn veroordeeld tot een celstraf van 10 maanden of langer, lopen nog steeds vrij rond. Ze komen gewoon niet opdagen aan de deur van de bajes. Niet te geloven, toch? 18.000! De meesten van hen gaan er vandoor als hun voorarrest wordt opgeschort. Vaak vluchten ze naar het buitenland, en zijn dan ongrijpbaar voor de Nederlandse justitie. Ik noem nogmaals de naam Saban Baran. Waarom zijn de regels over de opschorting van het voorarrest zo soepel? Wat? Omdat de behandeling van de strafzaak zo lang op zich laat wachten? Een slachtoffer heeft er recht op, dat de dader wordt gepakt en gestraft. Maar een verdachte heeft er recht op, dat ‘ie snel wordt berecht. Zodat het voorarrest altijd minder lang heeft geduurd dan de straf. Dan hoef je een verdachte ook niet tussentijds vrij te laten. Dat is sowieso beter voor het rechtvaardigheidsgevoel van het slachtoffer én van de maatschappij. Dat nu zo enorm veel veroordeelden hun straf ontlopen is een regelrechte schande! De verantwoordelijke minister, Ernst Hirsch Ballin, moet zich schamen. Heel diep schamen.

Gelukkig zijn er ook mensen, die zich totaal niet hoeven te schamen. Arie Heijndijk uit Dordrecht is er zo eentje. Heeft een heel laag inkomen, maar is een tevreden man. Het lukte hem zelfs om af en toe en spaarcentje opzij te leggen. Zijn buren kwamen door een faillissement van hun familiebedrijf in grote geldproblemen, en dreigden door de woningbouwvereniging uit huis te worden gezet. Arie Heijndijk deed, wat weinig andere mensen zouden hebben gedaan. Hij schonk het gezin ruim 6000 euro. Al zijn spaargeld. Het gezin kan nu in de woning blijven. Arie Heijndijk dient wat mij betreft in aanmerking te komen voor een lintje. En niet een of ander lullig onderofficierslintje van een of andere flauwekulorde, maar een echt hoge. Iets met de Nederlandse Leeuw ofzo. Echt. Zelf uiterst sober leven, en je weinige geld dan ook nog schenken aan iemand die het echt nodig heeft: ik vind het geweldig! En ook geweldig zijn al die bezoekers van FOK! die microkredieten verstrekken. In totaal hebben ze 80.000 euro uitstaan om in ontwikkelingslanden kleine bedrijfjes op gang te helpen. Grote klasse!

Minder grote klasse zie ik bij de spoorwegen. Daar verkopen ze derdeklas vervoer voor tweedeklas kaartjes. Ze gaan hun oude dubbeldekstreinen opknappen, en maken dan van de gelegenheid gebruik om het aantal stoelen te verminderen. Het gevolg is dat er nóg meer mensen moeten staan. Ze doen bij het spoor echt helemaal alles om nooit een serieus alternatief voor de auto te worden. Maar ik schoot werkelijk onbedaarlijk in de lach toen ik las dat het dan op de bovenverdieping van die treinen verboden wordt om te praten. Alleen fluisteren mag. Zal de logopedistenbond blij mee zijn: fluisteren is de pest voor je stembanden. Maar goed, beneden mag je wél, en boven mag je níet praten van de NS. Voor mij is dat net zoiets als een bord langs de snelweg: “Op de linker rijstrook mag u niet toeteren. Rechts wel”…