Van paars naar oranje

Het valt niet mee om me te concentreren op het schrijven van mijn column. Want terwijl ik aan het schrijven ben, zitten mijn man en zoon vol interesse de uitslagen van de landelijke verkiezingen te volgen op tv. Ook ik heb tot nu toe de hele avond zitten kijken. Maar ondertussen was ik me wel bewust van het feit dat ik er nog een column uit moet persen vanavond.

De Nederlanders hebben zich verdeeld. Zo’n klein landje met zoveel mensen, zoveel wensen. De laatste weken werden veel programma’s op de Nederlandse tv gevuld met politici. Felle debatten, speculaties over het nieuwe kabinet, de discussies waren niet van de lucht. Vandaag gingen veel mensen naar de stembus om daar hun stem uit te brengen op hun favoriete partij. Geert Wilders staat te stralen op het podium, evenals Mark Rutte. Femke Halsema is blij met de winst van GroenLinks, ook de PvdA mag blij zijn met deze voorlopige resultaten. Jan Peter Balkenende daarentegen moet zijn verlies onder ogen zien. Hij heeft, zichtbaar aangeslagen, afscheid genomen van zijn politieke carrière. Acht jaar premierschap is achter de rug.

Verhitte discussies over de zorg, het onderwijs, hypotheekaftrek. Nederland heeft zich verdeeld. Wordt het een rood, groen of paars kabinet? En hoe gaat de coalitie eruit zien? Allemaal vragen die de komende tijd beantwoord gaan worden.

Zelden heb ik met meer belangstelling de verkiezingen gevolgd als dit jaar. Met mijn gereformeerde achtergrond was het niet meer dan normaal om op de ChristenUnie te stemmen. Daardoor hoefde ik zelf niet meer na te denken. Maar mijn visie op de wereld is wel veranderd door veel omstandigheden. Als ik Mark Rutte hoor zeggen: “Wij zijn een partij van hoop voor mensen die wat van hun leven willen maken,” dan vind ik dat zeer kort door de bocht. Elk mens wil wat van z’n leven maken. Maar op het moment dat je gezondheid het laat afweten, op het moment dat je niet de hersens blijkt te hebben om te gaan studeren en een fantastisch goed betaalde baan te krijgen, dan moet je niet bij de VVD zijn. Ik hoorde wel een prachtige oneliner: “De VVD is net een omgekeerde Robin Hood: je steelt van de armen en geeft het aan de rijken.”

Ooit heb ik tactisch op het CDA gestemd bij landelijke verkiezingen. Dat was, omdat de ChristenUnie toen nog amper meetelde en ik het toch belangrijk vond dat er een christelijke partij in de coalitie kwam. In 2006 heb ik op de ChristenUnie gestemd.
Dit jaar had ik het er moeilijk mee. Met de gemeenteraadsverkiezingen kwam ik via de stemwijzer uit op de PvdA. Maar daar moest ik nog wel een innerlijke strijd over voeren. Ik? PvdA? Waarom dan? Al ben ik niet meer gereformeerd, zo’n radicale verandering was toch niet mogelijk? Het werd hoog tijd om mij eens goed in de programma’s van de diverse partijen te verdiepen.

Ik ben geschrokken. Als ik kijk naar het christelijke gedachtegoed, dan moet het draaien om geloven in God met de daarbij behorende levensstijl. Dat houdt in dat je geeft om je medemens. Dat je zorg draagt voor de zwakkere in de samenleving. Dat je -concreet-  dus niet gaat bezuinigen op de zorg of op het onderwijs, maar dat je zorg wilt dragen voor de zwakkere in de samenleving. Dát is een houding die een christen past, een sociale houding.

Natuurlijk begrijp ik, dat een ieder preekt voor eigen parochie. Zelfstandig ondernemers, rijke mensen, mensen met een hoge hypotheeklast, natúúrlijk zullen zij zich voelen aangetrokken tot de beloftes van de VVD. Maar ik vind het een egoïstisch standpunt. Ik durf te stellen, dat VVD-stemmers meer met zichzelf bezig zijn dan met de toekomst van ons land. Dan met de mensen die het nou eenmaal niét zo goed getroffen hebben, die niét zijn geboren met een gouden lepel in de mond, die niét in een gespreid bedje terecht zijn gekomen.
En natuurlijk, alle respect voor mensen die door hard werken en leren vanuit het niets een bedrijf hebben opgericht en nog steeds hard moeten werken om straks een goede oude dag te kunnen hebben. Die zijn er natuurlijk ook.
Ben ik arm? Nee hoor. Leef ik van een uitkering? Nee. Maar ik zie dat niet als de normaalste zaak van de wereld, en ik ben dankbaar dat ik gezond ben, dat ik met een goed stel hersens een opleiding heb kunnen volgen, en dat mijn man en ik óók op financieel gebied van de geneugten des levens kunnen genieten.

Maar mijn hart krimpt ineen als ik terugdenk aan mijn werk voor een voedselbank. Ik heb veel ellende gezien en gehoord. Als ik denk aan de dankbaarheid van die mensen omdat ze een extraatje kregen, dan word ik nog warm vanbinnen.
Mijn hart krimpt ineen als ik denk aan de zorg in Nederland voor ouderen. Mensen in een verpleegtehuis die moeten betalen om een wandelingetje te kunnen maken of te mogen douchen. Een grote schande, dát vind ik het.
Mijn hart krimpt ineen als ik denk een ieder die zorg nodig heeft. Er wordt zorgwekkend geknaagd aan onze verzorgingsstaat, terwijl het geld voor de zorg harder nodig is dan ooit. En daar om heb ik vandaag met volle overtuiging gestemd op de partij van Job Cohen: de PvdA. Een keuze voor ons land, en niet voor mijn eigen hachje.

Wat leven we toch eigenlijk in een raar landje. We vallen van het een in het ander. Vorige week hield Joran van der Sloot de gemoederen nog aardig bezig in Nederland, nu sijpelt er nog wel steeds nieuws over hem binnen, maar het slaat niet meer zo in als een bom. Hij zit vast, en we wachten af wat er met hem gaat gebeuren.

En over een kleine week? Denken we dan nog aan deze verkiezingsstrijd? Zijn we dan nog steeds zo bezig met een groen, rood of paars kabinet? Of weten we dan de uitslag en wachten we rustig op de formatie?

Ik doe een voorspelling: volgende week om deze tijd zijn we niet langer verdeeld. Dan zien we geen verkiezingsstands meer met al die diverse kleuren. Dan voeren we geen verhitte discussies meer, en voelen we ons niet meer de tegenstander van de ander. We hebben het dan niet meer over paars. Nu zie je alle verschillende partijen verdeeld over diverse gebouwen in Nederland.
Aanstaand weekend begint het WK. Dan zijn we niet meer verdeeld. Dan zijn we chauvinistisch. De enige kleur die we dan nog kennen is oranje, en we hebben allemaal hetzelfde doel. Goud voor Nederland!