Rust zacht, bruggenbouwer Dijkstal!

De hand over hand toenemende verharding in samenleving en politiek. De straatvechtersmentaliteit die steeds meer de kop opstak in de politieke arena. Zaken waar Hans Dijkstal niet gelukkig mee was. Dijkstal was als bruggenbouwer in plaats van schreeuwlelijk niet meer in zijn element in ons parlement. Daarom besloot hij in 2002, na een gevoelige verkiezingsnederlaag van zijn VVD, de actieve politiek te verlaten. Ik heb dat altijd een groot verlies gevonden. Bruggenbouwers zijn er altijd te weinig, in de politiek. Het zijn de mannetjesputters, de grote ego’s, die de dienst willen uitmaken. De gelijkhebberige types die eigenlijk met niemand willen samenwerken. Mensen die de mening van anderen verguizen. Zo’n type was Dijkstal niet. Hij was terecht de mening toegedaan, dat je met samenwerking verder kwam dan met polarisatie.

Hij was in de vroege jaren-90 een van de architecten van de paarse kabinetten. Samen met Hans van Mierlo en Wim Kok. Deze kabinetten waren kwalitatief van buitengewoon hoog niveau. Zonder het CDA kon ons land eindelijk weer eens op een vernieuwende, frisse manier bestuurd worden. In het eerste paarse kabinet was Dijkstal minister van Binnenlandse Zaken. Rauwdouwers in zijn partij vonden hem als bewindspersoon “niet daadkrachtig genoeg”, wat voor hem aanleiding was, gedurende het tweede paarse kabinet terug te keren naar de kamerbankjes. Als fractievoorzitter, dat wel.

Dijkstal maakte deel uit van de linkervleugel van de VVD. Altijd grappig om te zien. Iemand met een tamelijk “rechts” voorkomen -als je de stereotypen mag geloven over kleding, haardracht, accent en taalgebruik- met behoorlijk “linkse” gedachten. Niet dat krampachtige vastklampen aan de rechtse achterkamertjes- en handjeklapvrienden van het CDA, maar een brede samenwerking zoeken met de andere kant van het politieke spectrum. Daar is moed voor nodig, als VVD-prominent. Hans Dijkstal, de rustige, wat bedachtzaam ogende man, die als het erop aankwam dus bepaald voor geen kleintje vervaard was. Die ook binnen zijn partij tegen de stroom in durfde te roeien. En ook de kiezer praatte Dijkstal niet naar de mond. "Ze vinden dat de overheid zich niet met hen mag bemoeien, maar geven de overheid wel de schuld van alles wat fout gaat."  Dat is een dappere uitspraak voor iemand die voor zijn politieke voortbestaan afhankelijk is van de gunst van datzelfde kiezersvolk. Grote klasse, als je op zo’n manier de vinger op de zere plek weet te leggen. Durft te leggen!

Maar de politiek verhardde. Waarheid werd vaak ondergeschikt gemaakt aan populisme. Halve leugens die het op de bühne goed deden, werden tot hele waarheden gebombardeerd. Uitspraken als “De Puinhopen Van Paars” moeten Dijkstal hard hebben geraakt. Temeer daar die uitspraken met name afkomstig waren van de populistische voorman -met diepe contacten in de extreemrechtse hoek- van een zooitje ongeregeld, dat op basis van die grote mond wel een eclatant verkiezingssucces wist te boeken. Voor een bruggenbouwer moet dat wel verschrikkelijk zijn geweest om mee te maken. Dijkstal verliet daarna de actieve politiek. Wrang trouwens, dat dat zooitje ongeregeld binnen een paar weken het eerste CDA-kabinet om zeep wist te helpen. Over puinhopen gesproken… Arme Hans.

Dijkstal ging na zijn actieve politieke carrière deel uitmaken van diverse adviesorganen, die zich met name bezig hielden met de participatie van vrouwen en etnische minderheidsgroepen. Opnieuw bruggen bouwen, dus! Zelfs tegen het einde van zijn leven bleef Dijkstal voorstander van samenwerking in plaats van het met de ruggen naar elkaar toe staan: hij nam nadrukkelijk afstand van het in zijn ogen harde en onverzoenlijke minderhedenstandpunt van zijn partij, en van toenmalig partijgenoot Rita Verdonk in het bijzonder. Hij was een van de opstellers van het manifest ‘Eén land, één samenleving’, samen met onder anderen  Mohamed Rabbae, Bas de Gaay Fortman en Jos van Kemenade. Dijkstal had overduidelijk het hart op de goede plaats. Ook in cultureel opzicht telde Dijkstal mee. Hij speelde niet onverdienstelijk saxofoon en was gedurende een aantal jaren voorzitter van het Nederlands Filmfonds.

Hans Dijkstal mocht slechts 67 jaar oud worden. Wij moeten ons hem herinneren als een ontspannen politicus, die door het succesvol leggen van dwarsverbanden in politiek en samenleving veel voor ons land heeft betekend. Dat hij ruste in vrede.