The Chronicles of Bratislava (1)

Wanneer je besluit om elf uur ’s ochtends de kroeg in te duiken dan heeft dat een enorme invloed op het verdere verloop van de dag. De toestand in bar ‘The Remix’, alwaar de schone Slowaakse Isabella ons van drank voorzag, was dan ook na verloop van tijd ronduit carnavalesk. Kon een eerste poging van de Benjamin van ons gezelschap tot het gezamenlijk zingen van een lied nog op hoongelach rekenen, aan het einde van de middag was iedereen de schaamte voorbij en maakte het drankgelag met de bijbehorende liederen zich meester van de historische binnenstad van Bratislava.

Wellicht dat de ‘Heineken-ice-cold’ tap ons een huiselijk gevoel gaf. Stonden we toch een beetje aan de achterbar op het Piuspleinski. Ook het feit dat je voor een groot glas slechts een euro hoefde af te tikken, deed ons dranktempo niet afnemen. Het in de ochtend gefrustreerd wachten op een plein tot de kroegen opengaan, heeft overigens weinig van doen met alcoholisme. Bratislava is niet zo groot en we hadden in onze twee uur durende stadswandeling dan ook alle bezienswaardigheden als culturele sponzen weten op te zuigen. We hadden zelfs de Japanse ambassade meerdere malen en vanuit verschillende perspectieven, waarvan het kikkerperspectief toch wel het mooiste kiekje heeft opgeleverd, gefotografeerd.

In de vroege avond deed ik als reisleider een poging tot het op beschaafde wijze samen genieten van de maaltijd. Het werd een ietwat schandelijke vertoning in een traditioneel Slowaaks restaurant. Het is dan ook niet netjes om de oude muzikanten geld te bieden om alsjeblieft op te houden met hun teringherrie. Ook was het ronduit asociaal van een der oudste telgen in ons gezelschap om de schoonmaakemmer op de gang te verkiezen boven het toilet. Ook in Slowakije is het watercloset reeds ingeburgerd! Net als centrale verwarming overigens. Stoken kunnen de Slowaken wel! Tering hangtiet! Vooral de broodjeszaak die onze harten stal, had meer weg van een tropische tuin! Dat wij ons hierover verwonderden kan ook te maken hebben met de krenterigheid van de Nederlander, die liever een paar euro op zijn energierekening bespaart middels een door oma gebreide trui aan te trekken, dan de thermostaat een paar graden omhoog te knallen.

De helft van ons gezelschap verkoos na het eten op laffe wijze hun bed. De rest eindigde in de ‘Infinity,’ een club waar een flesje Absolut Wodka slechts 25 euro kost. Een paar wodkaatjes later, leefde ik in de veronderstelling dat je Oost-Europese vrouwen het beste in het Nederlands kunt aanspreken. Bij de eerste drie werd ik nogal dom aangekeken na het stellen een vraag in de trant van: ‘wil je met mij een beschuitje eten,’ maar bij de vierde was het raak. Door het antwoord ‘ik lust geen beschuit,’ stond ik goed bescheten te kijken. Waarom moet men overal ter wereld Nederlanders tegenkomen? Je kan niet met een speedboot een eilandentocht maken in Thailand zonder dat er een Nederlandse eikel zelfgesmeerde boterhammen met pindakaas voor je neus zit te kanen! Je kan niet in Parijs ongestoord in de McDonalds je voer bestellen zonder dat er een bierbuik op Heineken-slippers voor je in de rij staat en zijn eten bestelt in het hoogstaande Frans: ‘doe mij maar een hamburger!’ En je kan godmagende ook niet ongestoord vrouwen lastig vallen in een louche club in Bratislava zonder dat een Nederlandse roet in het eten gooit!