Den Haag is mediageil

Hoewel het aantal spoeddebatten het afgelopen jaar iets minder was dan in 2008, is het, ten opzichte van 2006, toch flink gestegen.  Waar in 2006 nog maar 29 van zulke kuddebijeenkomsten waren, zijn dat er nu 62. Dit tot grote ergernis van de Kamervoorzitter Verbeet, die gelukkig ook inziet dat dit nijpende probleem de spuigaten uitloopt. Politici willen scoren en krijgen bijna een orgasme als ze met hun kanis op het achtuurjournaal verschijnen. Den Haag loopt over van mediageilheid.

Normaal gesproken worden spoeddebatten aangevraagd om  misstanden aan de kaak te stellen. Tegenwoordig wordt om iedere natte scheet een spoeddebat aangevraagd, dat vervolgens pas een paar weken daarna gehouden kan worden, omdat de mediageilheid van politici de drukke agenda al overspoelt. Als het spoeddebat zich dan eindelijk aandient, dan weten de Kamerleden vaak niet eens meer precies wat de aanleiding van het spoeddebat was, dus stoppen ze het maar in de doofpot. Boeien, ze zijn immers met hun bakkes op het journaal geweest. Geil, die media-aandacht.  

Nog zo’n moment waar politici geil van worden, is het wekelijkse vragenuurtje. Elke dinsdag om 14.00 uur vindt deze groepsorgie plaats waar politici de journalisten oraal bevredigen met lepe oneliners. Dit wordt dan rechtstreeks uitgezonden op Nederland 1, waar Ferry Mingelen de politici nog een beetje meer opgeilt met inhoudelijk commentaar. Het concept ‘het vragenuurtje’ dateert uit 1906 en is gestart als experiment. Nou, na 104 jaar trek ik de conclusie: experiment mislukt, op grond van misplaatste ijdelheid van bepaalde publieke personen. Is dat nou zo moeilijk om te concluderen na 104 jaar? Afschaffen die hap.

De laatste trend op het gebied van mediahitsigheid is twitteren. Deze internetdienst, waarbij de gemiddelde gebruiker berichtjes publiceert over alledaagse dingen, wordt door politici gebruikt om de achterban te ‘informeren’. In Vrij Nederland las ik echter een bericht dat Twitter een medium is waar politici argeloos hun verpletterende ijdelheid tentoonspreiden. Zo zei Groenlinks-europarlementariër Judith Sargentini: ‘Eindelijk mezelf teruggezien op uitzendinggemist.’ en zei Natasja Oerlemans (Partij voor de Dieren): ‘Mijn quote zat in het NOS-journaal!’ Trouwens, Femke Halsema kan er ook wat van. Zij twittert met haar volgers over wat voor ketting ze om heeft tijdens een debat. ‘Communiceren met de achterban’, noemen ze het dan.

Bepaalde politici spannen de kroon met hun mediagedrag. Wilders is natuurlijk het ultieme voorbeeld van mediageilheid; hij heeft immers een hele waslijst vol met opwindende mediaoptredens op zijn naam staan. Zomaar een greep uit zijn imposante oeuvre: weglopen tijdens een debat, proberen Engeland binnen te komen terwijl je weet dat je toch geweigerd wordt, en natuurlijk de ‘kopvoddentaks’. Hij heeft er een neusje voor en grijpt alle middelen aan, inclusief zijn blonde coupe, om de media te bespelen. Wilders is ‘hot’.

De politiek is veranderd in een schouwspel waar lichamelijke vertoning de hoogste prioriteit heeft. We kunnen dus  concluderen dat de Tweede Kamer is veranderd van een arena waar gladiatoren elkaar bestoken met inhoudelijke argumenten, in een ordinair mediacircus waar soaps nog een puntje aan kunnen zuigen.