Weer stemmen

Stemmen doe ik al jaren niet meer. Daar heb ik, naar mijn mening, een goede reden voor. Mijn enthousiasme voor de politiek is al vroeg verloren gegaan. Na een aantal keren de gang naar het stemhokje gemaakt te hebben, was ik erachter, dat mijn stem er niet toe deed, en dat het vergeefse moeite was.

Want wat gebeurde er namelijk? Tijdens de aanloop naar de verkiezingen ging ik kranten lezen, televisie kijken en mijzelf informeren, om te zien, welk programma mij het meeste aansprak. Die partij kon dan vervolgens rekenen op mijn steun.

Maar na de verkiezingen gaat men met het programma marchanderen, compromissen maken en ruilhandel plegen.

Van het programma waar ik op gestemd had, blijft dan niets of bijna niets over.

De uitverkoop van het verkiezingsprogramma word bovendien steevast beargumenteerd en goed gepraat met de stelling van de betrokken partij, dat haar ‘achterban’ dat goed vind! Dat noemen ze dan ook nog democratie! Puur bedrog is het, niet meer en niet minder. Niet voor niets heeft het middel van referendum over belangrijke zaken het niet gehaald, want dan konden we zo nu en dan nog wel eens echt een mening laten horen, en daar zijn de politici niet van gediend. Dat druist in tegen hun eigen belang.

Die leugen is mij net even te veel. Het uitbrengen van een stem is een volmacht om te proberen het programma uit te voeren, gedurende de volgende vier jaren. Het is niet een toestemming om het te laten varen, te verhandelen of zelfs te verkopen, als dat beter uitkomt voor de lijsttrekkers en -duwers.

En daar gaat het hier om. Met mijn stem steun ik de politieke verraders, om 4 jaar lang hun eigen gang te gaan. Want steevast zie je dat de betrokken partij zo graag wil regeren, dat ze desnoods het hele programma opgeven. Uiteraard in hun eigen belang, vanwege de vele voordelen van in de regering zitten. Vorstelijke beloningen, auto met chauffeur, mooie projecten doen die veel belastinggeld kosten en niets opleveren, en de belangen van de achterban verkrachtend, zorgen dat je na het regeren een mooie vette baan bij een bedrijf kan krijgen.

En dat allemaal met mijn toestemming? Echt niet.

Tegen de tijd dat er weer verkiezingen aankomen, gaan ze dan weer proberen mijn stem te werven. Met mooie woorden, zoals: Aan dit programma wordt niet getornd, wij gaan ons sterk maken, wij houden hieraan vast. Maar ik heb nog nooit een partij gezien, die zegt: Dan maar niet in de regering, we vinden ons programma belangrijker dan regeren. Alleen als ze geweigerd worden gaan ze in de oppositie.

Dus stem ik niet meer. Er is niemand in de politieke arena, die ik nog vertrouw. De gang naar het stemhokje maak ik niet meer, want als ze toch maar doen wat ze willen, hebben ze mij daar niet bij nodig. Ik bespaar mijzelf de moeite om naar de dichtstbijzijnde kleuterschool te gaan, om daar een woord van drie letters op het stembiljet te schrijven.

Uiteraard heb ik wel eens het argument gehoord, dat als je niet stemt je ook geen recht van spreken hebt. En daar word ik steevast onpasselijk van. Niet stemmen betekent niet dat je het dan allemaal maar goed moet vinden. Niet stemmen is namelijk een signaal aan de dames en heren politici, dat ze het fout doen en dat ze het verbruid hebben. Het is een stem van wantrouwen.

Als de spelregels je niet aanstaan, moet je het spel niet meespelen. De regels van het spelletje ‘democratie’, zoals die hier te lande gehanteerd worden, staan mij niet aan, en daarom ben ik uitgestapt. Ze spelen vals. De boel belazeren kunnen ze ook wel zonder mij.

Bovendien heeft het niet stemmen nog een ander belangrijk voordeel.

Zodra er in Den Haag iemand het spreekgestoelte beklimt, en dan zegt: Mede namens Servidor... kan ik reclameren, en aanvoeren dat niemand namens mij handelt. Ik heb namelijk niemand toestemming gegeven namens mij op te treden. Integendeel, door het achterhouden van mijn stem horen ze te weten, dat ik het per definitie niet met de spreker eens ben. Anders had ik wel op hem of haar gestemd. Ongeacht wie de spreker is, hij of zij staat daar namens anderen, of op persoonlijke titel, maar nooit namens mij. Ik weiger medeplichtig gemaakt te worden aan het bedrog. Ik houd ‘Den Haag’ dus wel goed in de gaten.

Toch bekruipt mij nu het gevoel, dat ik binnenkort weer aan het circus moet gaan deelnemen.

De groei van de partij van Wilders maakt mij ongerust. Deze aso heeft goed in de gaten, dat als je mikt op de dommen, je geheid een meerderheid gaat halen. En dat moet dan ‘gecounterd’ worden door stemmen op de partijen aan de linkerkant, ook al is hij boos omdat hij ‘rechts’ genoemd wordt. Ik zie wel een vage parallel tussen de nazi-partij van Hitler tijdens de depressie voor de oorlog, en de opkomst van fascistische neigingen hier en nu, op de vruchtbare voedingsbodem van de kunstmatige crisis.

Zoals Hitler de joden als zondebok had gekozen, kiest Wilders de moslims als schietschijf. En zijn achterban is niet slim genoeg om te zien, dat niet de immigranten onze economie belasten, maar dat wij worden gemanipuleerd door het politieke, financiële en industriële systeem. En door Wilders zelf, als we hem zijn gang laten gaan. Zijn achterban van simpele zielen mist de gave des onderscheids, en dat kan gevaarlijk worden.

Vandaar dat ik nu overweeg, als de tijd daar is, toch maar weer te gaan stemmen. Niet voor deze of gene, maar tegen Wilders.

Als het zover komt, zult u het meteen weten, want met mijn deelname gaat uiteraard de opkomst bij de verkiezingen weer merkbaar omhoog.