Kayleigh

Het was een zwoele zomernacht. Voor iemand die regelmatig een zooi woorden op papier kalkt kan het soms aardig laat worden. Het is ook vaak eenzaam, schrijven. Als ik klaar ben, heb ik dan ook vaak zin in een beetje menselijk contact. Niet meteen naar bed, maar ontspannen door te chatten met andere nachtbrakers. ’s Nachts waren op het internet prachtige mensen rond, echte karakters en dat leidt tot aparte doch interessante gesprekken. Je praat over films, muziek, boeken en natuurlijk liefde. Het zijn nachten waarin ruimte is voor fantasie, seks, rock & roll, maar vooral diepte en surrealisme.

Op zo’n vruchtbare, maar eenzame nacht als deze ontmoette ik Kayleigh. Ik vond haar naam niet zo mooi, had hem zelf kunnen verzinnen, it sounded like the name of a cheap hooker, maar dat zeg je niet. Achteraf had ik het best kunnen doen. We praatten over werk. Ik had geen baan en zij werkte als model. Even bekroop mij de angst dat ze dom was, niet geschikt voor mij. Blijkbaar zijn er ook modellen die weten van Maslow, Descartes, de drie P’s en Voltaire. Vanwege haar werk reisde ze de hele wereld over en verdiende aardig wat geld. In het vliegtuig was genoeg tijd om te lezen, zei ze.

Het was te goed om waar te zijn. Ze was 23 jaar, brunette, cup B - mijn voorkeur want ik heb kleine handen - en zeker niet op haar achterhoofd gevallen. Na een aantal boeiende gesprekken in de chatbox wisselden we al snel e-mail, Hyves, telefoonnummers en foto’s uit. Onze dialogen duurden steeds langer, de onderwerpen gingen steeds dieper en verder. Nachten lang msn’den we, maar altijd pas nadat ik klaar was met schrijven. Online speciaal voor mij, zei ze dan. Via de telefoon las ik diep in de nacht mijn stukken voor, ze vond het mooi. Het leek wel alsof we in een soort vacuüm tussen realiteit en droom verzeild waren geraakt, slachtoffers van insomnia.

De onderwerpen waren soms vreemd, soms heel gewoon. We discussieerden of de doornen rond de toren van Doornroosje een metafoor waren voor penissen. Was de plantslachtende prins niet meer dan een man tussen vele andere mannen, allemaal vechtend om de hand van dezelfde onbereikbare vrouw? Was het moraal van het verhaal Doornroosje dat het onbereikbare soms toch bereikbaar is, als je er maar hard genoeg voor vecht? Ik hoopte van wel. Dan ineens auto’s. Ik wil graag ooit een blauwe Mini Cooper met een witte streep in het midden, zij een zwarte Maserati Quattroporte. Kayleigh had duidelijk meer geld dan ik.

Op een nacht vertelde ze dat haar rijkdom veel mannen imponeerde, het schrikte af. Model was buiten het werk blijkbaar een niet altijd even leuk bestaan. Ze voelde zich vaak eenzaam en koud in haar grote appartement aan de Amstel. Het laatste onderwerp waarover we praatten via msn was ondergoed: ‘Ik draag buiten mijn werk nooit lingerie, het geeft me een beklemmend gevoel.’, zei Kayleigh. Een model met een appartement aan de Amstel, rijk en zonder ondergoed, allemaal mijn dromen, mijn verlangen. Misschien had ik het na dit nachtelijk gesprek door moeten hebben.

Bijna ongepland stond ik op een zaterdagmiddag op Amsterdam Centraal. Kayleigh had me ge-sms’t, die ochtend. Na onze laatste msn-sessie tot diep in de nacht wilde ze me ontmoeten, want ik wekte verlangens bij haar op die ze lang niet meer had gevoeld. Verlangens die moesten worden gevoed. Eigenlijk was het zij die mijn verlangens moest voeden, maar dat wist ze niet. Ik ook nog niet. We zouden eerst wat gaan eten bij Ratatouille in De Pijp en daarna in haar appartement aan de Amstel een film kijken. Ik moest er maar niet al te veel van verwachten. Het was lang geleden dat ze met een man was geweest, vanwege haar werk. De enige mannen in haar wereld waren homoseksueel of uit op een one-night-stand.

We hadden om vijf uur afgesproken. Het werd vijf uur, kwart over vijf, half zes, zes uur. Maar geen Kayleigh. Ik had eigenlijk in die tijd niet eens op mijn mobiel gekeken, had ik direct moeten doen, dan had ik veel moeite bespaard. Vijf over zes besloot ik haar te bellen, maar kon haar nummer ineens niet meer in mijn mobiel vinden. Haar sms’jes waren ook weg. Om half zeven ging ik verward en bedroefd richting huis. Eenmaal thuis opende ik mijn msn-lijst, ze stond er niet in. Haar lieve berichtjes in mijn mailbox, verdwenen. D’r Hyves profiel bestond niet en zelfs haar foto’s waren weg. Toen begon het te dagen. Beduusd en plots bang voor mezelf plofte ik, in een hoek van de huiskamer, op de grond. Met beide handen greep ik naar mijn hoofd, lachte en zei: ‘ O'ja, ik ben schrijver.’