Riders on the Storm

Jim had thuis kunnen zitten die dag, die stormachtige dag. Treinverkeer zou halverwege de middag niet meer mogelijk zijn en het werd u aangeraden binnen te blijven. Het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut had een weeralarm afgegeven. We moesten Jim de deur uit sturen, juist deze dag, want deze dag was perfect.

Daar zat hij, in het koffietentje bij de HEMA tegenover zijn droomvrouw. Buiten was men in gevecht met de wind en vreemde gevaartes vlogen voorbij het raam. Mensen deden hun best de objecten te ontwijken, terwijl op de achtergrond van het café  ‘Riders on the Storm’ speelde. Ironie vulde de lucht.

Rotterdam. Kille, zakelijke en zielloze stad, mogelijk gemaakt door het Duitse bombardement. In deze stad werd duidelijk dat idealen in één klap vermorzelt kunnen worden. Gewilde chaos kan men hier ontketenen, want nergens in Nederland is een storm zo imponerend als in Rotterdam. We lieten het Jim doen in deze stad, juist deze dag, want deze stad was perfect op deze dag.

IJskoffie was het beste dat we hem in maanden hadden gegeven, naast het meisje natuurlijk. Een beetje licht in donkere tijden, ook door ons veroorzaakt, zoals men dat noemt. Voorlopig weer genoeg. Met dezelfde moeite die men buiten in de storm toonde, sprak Jim de woorden die hij al enkele weken wilde gebruiken. ‘Ik ben verliefd op je’, zei hij zachtjes met gebogen hoofd. Stilte. De storm leek even te gaan liggen. Een kleine glimlach verscheen op haar gezicht. Hoop vulde zijn hart, ironie de lucht.

Jim, hij was nog zo jong en naïef. Hij had dromen, een eigen uitgestippelde toekomst en het waanbeeld de touwen in handen te hebben. In Utopia was hij piloot van een grote Boeing 747 en een prachtige vrouw getrouwd met kastanjebruin golvend haar, lange benen en een witte jurk. Afgelopen zomer gaven we de voor hem nog gezichtloze vrouw een gezicht. We lieten Jim denken dat zijn dromen uit konden komen. U hoeft het niet te snappen, u kunt het niet snappen, maar wij hebben met u precies hetzelfde gedaan toen u nog jong en naïef was. Met een beetje ironie al uw eigenheden laten vervallen in chaos. Hard? Grof? Misschien, maar nodig. Nodig voor het hogere plan, het heilige plan. U hoeft alleen te weten dat het nodig is.

Ironie, spottende tegenstelling, onder u vaak gebruikt om te smaden. Voor ons een wapen om u te vormen. Het was de wind die de bommenwerpers in 1940 naar Rotterdam brachten. Aan wiens kant stond de wind toen? Wie droomde er van een bombardement? Wie van een veilig huis? Wiens belang woog zwaarder? In deze wereld gooien wij u als een hond zonder bot, een acteur zonder ontleningen. Was er wel belang of alleen de illusie van belang? Natuurlijk lieten we Jim zijn dromen niet houden. Het moest kapot, gesloopt! Terwijl het beetje licht in donkere tijden zijn gehemelte verrijkte, zei zij: ‘Ik zie je meer als een vriend en ik kan me niet voorstellen je vriendin te zijn’.  

Jim’s jonge persoonlijkheid en alles dat hem tekende, trots, dromen, idealen, heden en verleden, werd meegenomen door de storm. Liefde werd vriendschap, vriendschap werd pijn, pijn werd chaos. De storm, ja, de storm liet zijn brein kronkelen als het lichaam van een slang. Piloot, Boeing 747, meisje, ineens deed het er niet meer toe. In zekere zin zou je kunnen zeggen dat hij stierf, maar hij lachte nog steeds. Zijn ‘Ride on the Storm’ eindigde met een harde knal tegen een solide muur. Met een kleine scène was ons doel bereikt. Een belangrijk mens voor uw historie gevormd, weer een deel van ons plan voltrokken. En terwijl Jim lachend stierf, kon u niet meer merken dan dat ironie de lucht vulde.