Drink nooit Martini!

Daar stonden we dan in het weiland. Met een kleine bal en een stok. Het is bij boerengolf de bedoeling dat je met een stok een bal het weiland in mept. Uiteindelijk moet de bal verdwijnen in een emmer die ergens in de grond is gegraven bij een vlag. De eerste hole is nog wel leuk, maar toen ik erachter kwam dat er nog tien andere waren, werd ik boos op de initiator van dit kutspel! Alle holes zijn namelijk hetzelfde: weiland. Ik werd enorm cynisch en voelde mij nog dommer dan iemand die op de PVV stemt. Dat zijn uiteraard grote randdebielen, maar ik voelde me pas echt een debiel met mijn stok in het koeloze weiland.

Al snel vond ik het leuk om de emmers van holes vol te pissen. Op de vierde hole verplaatste ik de vlag enkele meters en op de vijfde probeer ik beide acties te combineren, maar mijn blaas was inmiddels leeg. Toen ik een vriendin vroeg de emmer vol te pissen, vond ze mij een smerig mannetje. Alsof ik dat wilde zien, het ging me uiteraard puur en alleen om het vullen van de emmer met urine. Op de zesde hole besloot ik te stoppen met deze onzin. Op naar de kantine!

Ik bestelde een biertje, maar het gedrocht dat achter de bar de Privé aan het lezen was moest me teleurstellen. Ze had alleen sinas of Taksi. “Heeft u ook iets met alcohol, daar ben ik wel aan toe na het boerengolfen?” De vrouw ging even naar achteren en kwam terug met een fles martini. ‘Gatver,’ dacht ik bij mezelf. De vrouw had geen ijs. Martini. Niet lekker, chemisch en ik ga er bovendien enorm debiel van doen. Nood breekt wet. Lauwe martini uit een plastic bekertje met een clown op de zijkant. De inhoud deed me denken aan wat er nu in de emmer van de derde hole zat. Op karakter heb ik de fles toch nog soldaat kunnen maken. Daarnaast kon ik niet anders, want ik moest mijn smaakpapillen wel verdoven om dit chemische naar pis smakende goedje weg te krijgen.

Op dat moment kwam een nogal kwade man de kantine binnen. “Godverdomme, één of andere mafkees heeft lopen zeiken in de emmers van de holes!” Als ik hard begin te lachen komt de man boos op me afgelopen. “Dus jij vindt dat grappig?” Ik hoorde het verdere raaskallen van de man niet meer, want zijn vrouw had al mijn aandacht als een spons opgezogen. Het kan door de fles Martini komen, maar ik meende in haar een bijzonder mooie vrouw te zien. Toen ik echter enkele slappe teksten op haar afvuurde om haar het hof te maken, vond de man het nodig om fysiek uiting te geven aan zijn woede. De man sloeg pardoes mijn bril en daarmee mijn hele imago van mijn neus. Nog voor ik iets bijdehands kon zeggen over de vermeende politieke voorkeur van deze boze meneer had ik een tweede djoef te pakken en vond ik het opeens niet grappig meer.

Toen ik weer ik iets wilde zeggen, balde de man zijn vuist. “Houd je kop dicht misselijk mannetje, want ik geef je nog een dreun.” Ik was dan eindelijk de verkeerde persoon tegengekomen. Normaal kan je als brildragende ietwat aan de corpulente kant zijnde kerel best ver gaan in je teksten. Niet iedereen is daarvan gediend zo bleek maar. Zeker de boerengolfliefhebbende Nederlander niet. In ieder geval was het een educatieve middag: ik ga nooit meer boerengolfen en ik drink nooit meer Martini!