Parodie

Wiley stuurde via de Columnsubmit de volgende column in:

Door de overvloed aan media, vooral tv, wordt de kans steeds groter dat men een parodie op zichzelf wordt. Sommigen zien dit in en geven er de brui aan of gaan wat anders doen en groeien door, maar velen maken hier gebruik of zelfs misbruik van. Anderen weer hebben dit niet door. Eigenlijk betekent dit het herhalen van een kunstje. Meerdere mensen die frequent op televisie (of in andere media) verschijnen lijken dit tot kunst te hebben verheven.

Zie Jan Mulder. In de hoogtij dagen van Barend en Van Dorp geprezen om zijn ongezouten mening en frisse blik op nieuwsonderwerpen, nu terend op zijn maniertjes. Gezeteld op zijn stoel aan een tafel bij bijvoorbeeld De Wereld Draait Door zakt hij steeds verder onderuit terwijl hij een bak met nootjes leegschraapt. Als hij om zijn mening wordt gevraagd slaakt hij een diepe zucht, werpt zijn armen in de lucht en schreeuwt hij vol afschuw met zijn karakteristieke stem: “Waar gaat dit over”, “Dit is nonsens” of “ Matthijs, ik snap er niks meer van.” Op zich leuk maar na verloop van tijd kan ik het wel dromen en gaat het bij hem op de automatische piloot. Natuurlijk enigszins te begrijpen want het publiek vindt het immers mooi, maar ik vraag mij af of hij niet eens doodmoe wordt van zichzelf.

Mijn irritatie richt zich ook op Matthijs van Nieuwkerk. Alsof hij dwangmatig de jonge, vernieuwende tv-god moet blijven. Wapperend met zijn manen en opgewekt alsof hij net twaalf zwarte koffie op heeft, gaat hij zijn gasten met een ontwapenende instelling te lijf. Natuurlijk werkte dit (voor mij) in het begin en was het ook vernieuwend. Maar na verloop van tijd vraag ik mij toch af hoe echt dit nog is. Natuurlijk begrijp ik het weer voor een deel omdat het een succesformule is. Een ietwat norse, serieuze Matthijs zou bij dit publiek waarschijnlijk niet aanslaan, maar na zoveel oppervlakkige interviews mag zijn glimlach op zijn minst toch wel gehalveerd zijn? Ze kunnen het programma beter titelen: De wereld draait door op automatische piloot.

Ook in het land der journalisten komt de parodie voor. Tot mijn grote spijt is dit van toepassing op een erg goede schrijver, namelijk Dr. Hunter S. Thompson. Als redacteur voor onder andere het populaire Amerikaanse blad Rolling Stone schreef hij vele artikelen op een innoverende wijze. Hij introduceerde de Gonzo-stijl. Dit is een stijl waar je als journalist als het ware deel neemt aan hetgeen je verslaat. Zo speelde hij zelf de hoofdrol, in wat uiteindelijk een boek werd, Fear and Loathing in Las Vegas. Dit was eigenlijk bedoeld als een simpele verslaggeving van een motorcross wedstrijd in Las Vegas. Het betekende zijn doorbraak bij het grote publiek. Jammer genoeg, door onder andere het gebruik van gigantische hoeveelheden drugs en alcohol, heeft hij nooit echt weten te evolueren. Hij bleef hangen in de Gonzo-stijl. Uiteindelijk is dit ook te wijten aan het publiek. Dat accepteerde eigenlijk niets anders meer en zo werd het voor hem niets meer dan het herhalen van een trucje.