Goodbye, my lover (deel 13)

Er volgen verdrietige, verwarrende en moeilijke weken. Het valt niet mee om me staande te houden. Ik heb een gesprek op school met mijn mentor. Dit jaar is voor mij een verloren studiejaar; ik zat in de examenklas van het VWO, maar door alle omstandigheden ben ik zo achter geraakt met de leerstof en de tentamens, dat het niet meer in te halen is. We spreken af dat ik het rustig aan zal doen de komende tijd. Ik heb genoeg op mijn bordje gehad en mijn mentor leeft erg met me mee. En dan weet hij nog niet eens alles. Hij weet niets over de ruzie met mijn moeder destijds en over Tim.

Ook ga ik naar mijn huisarts, want ik ben kilo’s afgevallen, slaap heel slecht en zie elke ochtend enorm tegen de dag op. Ik voel me verdrietig, lusteloos en zou het liefst de hele dag in mijn bed doorbrengen. Maar dat kan natuurlijk niet.
Toch krijg ik geen medicijnen van de dokter. Hij kan mijn klachten prima plaatsen: mijn moeder is pas overleden, dan hóór je je zo te voelen. Dat hoort bij het rouwproces. Wel krijg ik het telefoonnummer van een maatschappelijk werker. Ook geeft hij me wat tips en wat titels van boeken die zouden moeten helpen in mijn situatie. Het zal allemaal wel. Ik heb niet eens de puf om naar de boekhandel te gaan om de boeken te bestellen. Het telefoonnummer van de maatschappelijk werker stop ik in mijn agenda.

Angstvallig ontwijk ik mijn huis. Het huis dat zo de sfeer van mijn moeder ademt. Toch zal het moeten. Want ook op dat gebied gaat er een hoop veranderen. Bij de notaris werd duidelijk, dat mam in haar testament haar huis aan mij heeft nagelaten omdat mijn vader al lang dood is. Ik heb aan Tim gevraagd om het huis te verkopen. Ik wil er niet blijven wonen, het is veel te groot voor mij alleen. Ook vind ik het niet prettig om in het huis te blijven wonen waar de laatste tijd zoveel is gebeurd. Waar mijn moeder heeft samengewoond met Tim. Ik moet gewoon een nieuwe start maken.

Tim is ook druk bezig om voor mij een appartementje te huren. Ik mocht bij hem komen wonen, maar dat wil ik ook niet. Daarvoor is onze liefde nog te pril. Hij begrijpt dit heel goed, maar vond toch, dat hij het me moest aanbieden.
Ook Manon heeft aangeboden dat ik bij haar mag blijven, maar dat lijkt me op lange termijn ook geen goed idee. Ik heb behoefte aan rust. Volgens mij ben ik ook volwassen genoeg om mezelf te bedruipen. Het idee om op mezelf te gaan wonen geeft me een nieuw doel, en daarmee ook weer energie.

Als ik Tim voorstel om vast een begin te maken met het leegmaken van het huis is hij blij. Onmiddellijk biedt hij zijn hulp aan en die aanvaard ik dankbaar. Natuurlijk is het slikken om weer door die vertrouwde vertrekken te lopen. Ook Manon is meegegaan, en zij heeft aangeboden om de linnenkast van mijn moeder vast leeg te halen. Ik vind het prettig dat zij dit op zich neemt, want al die persoonlijke spullen van mijn moeder… dat zou wel heel confronterend zijn.

Tim en ik besluiten om de zolder voor onze rekening te nemen. Veel van de meubels uit de woonkamer gaan we op marktplaats zetten en ook op zolder staan nog veel spullen die te mooi zijn om bij het grof vuil te zetten.
Het blijkt echt een trip down memory lane te zijn. Mam heeft heel veel dingen van mij bewaard: mijn plakboek van de kleuterschool, zwemdiploma’s, heel veel foto’s, en ook moederdagcadeaus, briefjes die ik aan haar heb geschreven en allerlei zaken die voor een buitenstaander waardeloos, maar voor een moeder uiterst waardevol zijn.

Het wordt een middag met een lach en een traan. Ik vind het ontroerend dat mijn moeder al mijn speelgoed zo zorgvuldig heeft bewaard, en natuurlijk zal ik ook een aantal dingen meenemen naar mijn nieuwe huisje te zijner tijd. Elk attribuut dat ik in mijn handen houd heeft zijn eigen verhaal. Ik klets dan ook honderduit met Tim en ik zie aan zijn ogen dat hij blij is. Hij heeft weer hoop dat ik ook uit dit dal zal klimmen.

Dan zie ik ineens achter een stapel dozen met boeken het oude kastje van opa staan. “O Tim, dat kastje moet ook mee naar mijn nieuwe huis! Vind je het niet gaaf?” Tim knikt. “Kom, we halen het even tevoorschijn, om te kijken of het nog in goede staat verkeert.” Samen halen we het kastje achter de dozen vandaan. Het ziet er nog prachtig uit. “Is het leeg?” vraagt Tim nieuwsgierig. Ik maak de deurtjes open. Er staan een aantal schoenendozen in. Nog meer foto’s, denk ik.
Als ik de dozen openmaak, zie ik dat er stapels en stapels brieven in zitten. De brieven zijn allemaal aan mij geadresseerd. Verwonderd kijk ik naar de afzender. Dit kan toch niet? Ik haal één brief uit de envelop en kijk naar de datum. Het is een brief met de datum van een half jaar geleden. Geshockeerd kijk ik Tim aan.

De brieven zijn afkomstig van mijn vader.