Het wordt oorlog

BAKOENIN:

 Ik ben weliswaar niet-roker, maar sta volledig achter de horeca. De tegenpartij bestaat namelijk uit achterbakse hypocrieten, die het laatst beetje plezier uit onze maatschappij willen rammen. Die tegenpartij is niet alleen de VWA, maar ook, en vooral, de antirookorganisatie Clean Air Nederland.

Ik heb ooit eens een mailtje gestuurd naar Clean Air Nederland. Het heette toen nog Clean Air Now. Ik rookte nog als een schoorsteen, maar het mailtje was niet bedoeld om als roker mijn gal te spuwen op een nietrokersvereniging.
Het mailtje had te maken met de gekozen naam “Clean Air Now”.
Ik vroeg hen in dat mailtje of ze in verband met die schone lucht ook van het gebruik van de auto af zagen, want sigarettenrook veroorzaakt maar een deel van de vuile lucht.
Ik weet wel dat de acties van de vereniging zich richten op de rookvrije werkplek, maar van een vereniging met zo’n naam verwacht je dan toch minstens, dat de leden ervan principieel zijn in hun streven naar schone lucht en ook rekening houden met mensen die bewust geen auto hebben zoals ik.
Ik zit namelijk wel op mijn fiets in de vieze lucht van de automobilisten.
Ik vind dat op zich niet erg, maar dan moet een automobilist ook niet gaan zeiken als er in een café wordt gerookt. En de meeste automobilisten doen dat gelukkig ook niet.
Ik kreeg een mailtje terug dat daar andere actiegroepen voor waren. Ja, dat weet ik ook wel!
Ik vind zo’n antwoord hypocriet. Dat is puur alleen aan jezelf denken. Omdat zij toevallig niet roken, moet niemand roken. Maar omdat zij wel met hun hypocriete konten in een auto willen rijden, moet dat vooral niet verboden worden. Misschien zijn er zelfs wel bij die thuis een open haard hebben. Bovendien, een fabrieksschoorsteen rookt ook!
CAN vermeldt op de eigen site dat er jaarlijks in Nederland drieduizend mensen sterven aan meeroken. OK, maar er sterven jaarlijks in Nederland achttienduizend mensen aan fijnstof dat voornamelijk wordt veroorzaakt door verkeer en industrie. Hoezo Clean Air?

Nu droom ik regelmatig dat er een enorm leger van doorzichtige luchtgeesten met lange witte haren en baarden en enorme vleugels door de lucht zweeft. De geesten zijn uitgerust met enorme vlammenwerpers en  hun bestemming is een groot plein waar allemaal auto’s staan met op het dak de letters CAN.
In een paar tellen veranderen ze dan al deze auto’s in een enorme vlammenzee.
Om het plein staan allemaal mensen met truitjes waarop sigarettenmerken te zien zijn en ze applaudisseren enthousiast. De luchtgeesten buigen allemaal voor ze, zwaaien naar ze en zweven weer weg.
Ik moet eerlijk bekennen dat ik een goed gevoel heb bij die droom.
 
Nu wil ik natuurlijk niet de mensen via deze column oproepen om de auto’s van de leden van Clean Air Nederland in de fik te steken. Je kunt ook op het dak met grote letters de woorden “autorijden is dodelijk” schilderen natuurlijk.

Bij de medewerkers van de Voedsel en Waren Autoriteit ligt het anders vind ik. Die kun je niet echt kwalijk nemen dat ze in een auto rijden. Ze voeren alleen maar bevelen uit en iedereen weet dat voor zo’n ambtenaar geldt: “Befehl ist Befehl”.
Het is aan de minister van Volksgezondheid, Ab Klink, om de wet te veranderen zodat de kleine cafés waar geen mogelijkheden zijn om een rookvrije ruimte te creëren van de rookwet worden uitgesloten. Zolang dat nog niet gebeurt, moeten die ambtenaren op pad om te controleren of er in cafés toch wordt gerookt.
Het is ook eigenlijk ook wel heel erg vreemd zoals er in het kabinet wordt omgegaan met het begrip schone lucht.
Aan de ene kant helpt de minister van Volksgezondheid de kleine cafés om zeep in ruil voor schone lucht, terwijl aan de andere kant de minister van Verkeer en Waterstaat extra rijstroken op de snelwegen laat aanleggen, verkeer op bepaalde tijden op de vluchtstroken toestaat en weguitbreidingen plant. Allemaal maatregelen die het verkeer doen toenemen waardoor er meer fijnstof in de lucht komt.
Minister Eurlings doet eigenlijk hetzelfde als wanneer collega Klink geen rookverbod voor de horeca had ingevoerd, maar juist de horeca had geholpen met een asbakkentekort door extra asbakken ter beschikking te stellen.

Maar nu las ik deze week dat ze dat de ambtenaren van de VWA voortaan op een achterbakse manier gaan controleren.
Ze gaan undercover.
Inspecteurs gaan anoniem controleren en de volgende dag pas een boete geven. Dat is dus hetzelfde als de politieagent die achter een struik staat te wachten tot iemand door het rode stoplicht fietst om er dan achter vandaan te springen om die fietser te bekeuren. Een beetje achterhaald voorbeeld bedenk ik me, want die agent hoeft zich tegenwoordig niet meer te verbergen omdat iedereen door rood fietst.

De VWA zegt dat het noodzakelijk is om het op die manier te doen omdat de inspecteurs steeds vaker worden bedreigd door vooral klanten. 
Ik vind dat niet gek. Die inspecteurs zorgen er voor dat het laatste beetje sociaal contact in een buurt naar de kloten wordt geholpen. Weliswaar in opdracht, maar met een opdracht kun je ook wel een beetje soepel omgaan en als je ziet dat er in een café echt geen rookvrije plek kan worden gecreëerd en je ziet dat mensen er totaal geen problemen mee hebben, dan kun je ook wel eens een rapportje laten schieten. Als dat soort dingen niet voorkwamen bij de ambtenaren dan begrijp ik niet hoe projectontwikkelaars vaak al op de hoogte zijn van bestemmingsplannen voordat ze openbaar zijn. Je kunt als inspecteur toch wel een beetje met de burgers meevoelen als de minister dat niet doet.

Want stel je voor.
Mevrouw van Ieperen. Vijfenzeventig jaar. Zeven jaar geleden is haar man overleden. Met de buren heeft ze niet veel contact en de kinderen hebben het druk, druk, druk.
Maar ze vindt tweemaal per week na het avondeten een paar uurtjes gezelligheid in het buurtcafé. Lekker kletsen met de andere vaste klanten. Eigenlijk ziet ze er altijd dezelfde gezichten. Een drankje, een sigaretje en een praatje. Af en toe een geintje van de barman en niemand die ook maar aan een rookvrije werkplek of schone lucht denkt. Het is er gewoon gezellig.
Maar op een dag komt mevrouw van Ieperen aan een dichte deur. Café failliet.
Het café was al enige malen beboet omdat er toch werd gerookt en er was geen ruimte om als rookvrije ruimte in te richten. Toen er dan ook echt niet meer gerookt mocht worden, bleven de vaste klanten steeds meer weg. En nu is dat café van mevrouw van Ieperen dus gewoon weg.

Denk je dan niet dat mevrouw van Ieperen zo’n inspecteur niet alleen zou willen bedreigen, maar ook gewoon op zijn bek zou willen slaan als ze er de kracht en gelegenheid voor zou hebben?

Nu er op zo’n achterbakse manier gecontroleerd gaat worden, krijg je natuurlijk vreemde taferelen.
Zodra er in een buurtcafé iemand binnen komt die men niet kent zal er argwaan ontstaan en als die persoon een beetje om zich heen kijkt en aan een tafeltje gaat zitten maar eerst de asbak, die op het tafeltje staat, wegzet, dan kan dat natuurlijk verkeerd worden opgevat.
Ik ga dus als niet-roker niet meer zomaar ergens een buurtcafé in. Maar dat is niet omdat ik niet tegen de rook zou kunnen als de wet overtreden wordt.