Hobbelen kutfeut!

Door blaadjes op de rails, een valse bommelding en een zwerver die niet over een geldig vervoersbewijs beschikte, moet ik aardig doorstappen om op tijd de collegezaal te bereiken. Wat een drukte op de campus! Onzekere eerstejaars proberen zo snel mogelijk de juiste collegezaal te bereiken. Uiteraard slagen zij hier totaal niet in. De onkunde die zij tentoonspreiden nu zij niet op hun zorgzame moeder kunnen terugvallen is aan de ene kant aandoenlijk, maar opeens maakt een gevoel zich van mij meester dat ik voor het laatst had op de middelbare school. Daar maakte ik er in het begin van het schooljaar een sport van om met mijn tas enkele brugpiepers op de enkeltjes te raken, zodat zij, gezien het hoge gewicht van hun met gekafte schoolboeken bepakte Kiplingtas, omvielen gelijk kegels op een bowlingbaan. Wat zou ik hen graag op studentikoze wijze het een en ander willen bijbrengen. Geef me een paar dagen om deze feutwezens mores te leren! Hobbelen kutfeuten!

Het is jammer dat er over ontgroeningen zo'n negatief beeld bestaat. Natuurlijk spreken de excessen voor zich. Iemand een liter jenever naar binnen laten werken in enkele seconden heeft niets met ontgroenen te maken, dat is een geslaagde poging tot doodslag! Het iermand laten opeten van bruistabletten of uitwerpselen heeft evenmin iets met ontgroenen van doen. Verenigingsontgroeningen zijn tegenwoordig (terecht) onderworpen aan regels die in samenspraak met onderwijsinstellingen zijn opgesteld. Dat studentenverenigingen er een ontgroening, of zoals het tegenwoordig wordt genoemd kennismakingstijd (KMT), op nahouden is een goede zaak. Overal waar een individu zich in een nieuwe groep bevindt, zal deze zich een plaats moeten veroveren. Dan kan pas als je enige mate van respect geniet. Het is de nieuwe werknemer op kantoor die voor de afdeling koffiebroodjes moet halen. Het is de jongstejaars op een studentenhuis die belast is met de nobele taak tot het schoonmaken van de meestal in middeleeuwse toestand verkerende sanitaire voorzieningen. Om een nieuwe grote groep in je vereniging op te nemen, is een ontgroening de uitgelezen mogelijkheid de nieuwelingen zich een een plaats te laten verwerven en zich te bewijzen. Daarnaast zou het fijn zijn als zij in het vervolg niet meer overdreven kauwgomkauwen wanneer zij een gesprek voeren, niet meer hoeven mee te neuriën als een Ronald de Boer wanneer het Wilhelmus wordt gezongen, in de bus opstaan voor een oudere dame en hun das op fatsoenlijke wijze kunnen strikken.

Het is lastig om buitenstaanders te overtuigen van het nut van een ontgroening. Waarom zou je op je knieën zittend vervelende vragen beantwoorden, gesteld door volgezopen studenten in rokkostuum die hun jeugdpuistjes maar net hebben verruild voor een nieuw huidprobleem, namelijk het door overmatige alcoholconsumptie verkregen 'albinogezichtje?' Laat staan dat je je door deze ogenschijnlijk gefrustreerde rakkers als een rob door de modder laat sturen!  Het in korte tijd je eigen maken van de gebruiken, geschiedenis en liederen van een vereniging is één van de redenen waarom studentenverenigingen een ontgroening organiseren. Een tweede reden is het creeëren van een band. Iedereen heeft het spel van de ontrgroening meegespeeld en heeft het doorstaan. Dat creeërt een band. Daarmee is nog niet gezegd dat dat een diepe band hoeft te zijn, maar een gevoel van saamhorigheid schept het  wel. De derde reden is het testen van nieuwe leden. Hoe ver willen zij gaan? Waarom willen ze eigenlijk onderdeel uitmaken van de studentenvereniging? Kunnen zij zichzelf wegcijferen voor een groep?

Er is namelijk niets erger dan tientjesleden: figuren van bedenkelijk allooi die nog minder inzet tonen dan een uitkeringstrekker die zijn dagen al vissend in zijn eigen vijver doorbrengt. En maar profiteren van mensen die zich wel willen inzetten. De ontgroening is een rollenspel waarin je je schikt. Je speelt het spel van de ontgroening mee en wordt zo onderdeel van één van de tradities van een studentenvereniging. Het deelnemen aan deze subcultuur is zo een exclusiviteit. Als je dat niet kan of wil, dan is er altijd nog de plaatselijke sportvereniging of de padvinderij alwaar je je creatieve en sociale ei kwijt kunt.