Albert Heijn en de Wallen

Een man met een snor en zijn kalende vriend zitten vlak naast mij aan de toog in een kroegje in Amsterdam. Aan de lege glazen op de bar te zien, zitten ze er al even. Ze zijn over de Wallen gelopen en praten na.

‘Waarom zitten die hoertjes eigenlijk onder een rood licht?’, vraagt de kale terwijl-ie opvallend naar de serveerster kijkt.
‘Da’s een truc die ze hebben afgekeken van Albert Heijn’, antwoordt de snor, ook glurend.
‘Watte?’
‘Bij Albert Heijn leggen ze oud vlees ook onder een rode lamp. Dan lijkt het verser.’
‘Toch vind ik het gek dat er alleen vrouwen achter die ramen staan. Waarom geen mannen?’
‘Kijk jij liever naar mannen dan?’, hoest de kale. ‘Homo.’
‘Nee, maar het is toch vreemd dat er alleen vrouwen achter de ramen staan?’
‘Daar zie je dat de man het sterke geslacht is.’ De serveerster besluit het gesprek niet meer te volgen.
‘Wat lul je nou?’, vraagt de kale zich ergerend aan een losse knoop van zijn jas.
‘Mannen kun je bellen. Dan komen ze bij je thuis.’
‘Hoe weet jij dat?’ Zijn knoop vliegt zijn bierglas in.
‘Dat heb ik gezien bij Jambers. Of was het Man Bijt Hond?’
‘Jaja…’
‘Nee, echt! Die kun je bellen. Net pizza, die mannen worden thuisbezorgd.’
‘Maar waarom zijn mannen dan beter dan vrouwen?’
‘Kijk, als je jezelf laat bezorgen, hoef je geen raam te huren. Da’s een stuk goedkoper. Zeker als je een frankeermachine hebt. Zelfde omzet, minder kosten, meer winst.’

Even is het stil. De snor rolt een sjekkie en klemt die tussen zijn oor en zijn hoofd. ‘Dat komt ook door Albert Heijn’, gaat hij verder. ‘Als een AH-winkel een vrouw is, dan is Albert punt NL een man. Snap je? Mannen zijn verder ontwikkeld. Mannen kunnen meer winst maken. Daarom hebben ook alleen mannen een hoge functie en zijn alleen mannen steenrijk.’
‘Er zijn toch wel rijke vrouwen?’
‘Euh…ja, dat klopt. Maar daar staat altijd een man achter. Zo’n vrouw trouwt dan met een rijke vent en als ze hem moe is, dumpt ze hem. Daarna mag hij van de rechter haar miljoenen betalen. Alimentatie. Kijk naar de ex van Paul McCartney.’
‘Oja. En jouw ex’, lacht de kale.
Beiden nemen een grote slok.

Snor brengt een ander argument in:
‘En dan hebben die mannen nog een voordeel.’
‘Ze kunnen altijd een jong blondje kopen?’
‘Nee, ja…dat ook. Maar ik bedoel, een man heeft een paar ons meer aan vlees. Dat is het wezenlijke verschil tussen de man en de vrouw. Daarom vragen ze een paar euro meer. Nog meer winst. Weer Albert Heijn. Mag het een onsje meer zijn? En de klant betaalt daarvoor.’
‘En de tieten dan?’ Weer even stil. De snor gaat buiten roken, de kale gaat naar de wc. De serveerster rommelt met een bierglas waar een knoop in plakt.

De kale zet een paar minuten later het gesprek voort.
‘Ik hoorde dat ze weg moeten.’
‘Wat, de Albert Heijns?’
‘Nee, die hoeren op de Wallen. Ze moeten weg van de burgemeester.’
‘Da’s toch dezelfde burgemeester die de smog wil verdrijven door oude auto’s te verbieden?’
‘Ja die. Die vindt ook dat de hoeren weg moeten. Er zouden designwinkeltjes en ateliers voor in de plaats moeten komen. Om andere toeristen te trekken.’

De snor spuugt zijn slok bier terug het glas in.
‘Wat een onzin!’, brult-ie. Hij slaat zijn vuist op de bar. ‘Daar zit toch niemand op te wachten. Van die winkeltjes waar je honderd euro betaalt voor een asbak. Bij de hoeren krijg je voor honderd euro veel meer. Euh, heb ik van horen zeggen. En wat een hypocriete burgemeester!!’
‘Hypocriet?’
‘Ja. Hij wil de smog weg uit de stad en hij wil meer smog.’
‘Snap ik niet.’
‘Kijk, die ateliers en die designwinkeltjes trekken alleen rijkelui. En hoe komen die naar de stad? Ze nemen ’s ochtends het vliegtuig naar Schiphol, pakken een dieselverslindende taxi naar de binnenstad, gaan shoppen en vliegen ’s middags weer naar hun villa in Rijkiestanië. Hoerenlopers komen gewoon te voet.’
‘Of met de auto.’
‘Nee, hoerenlopers komen te voet. We hebben het toch altijd over hoerenlopers? Toch niet over hoerenfietsers, hoerenrijders, hoerenvliegers, hoerensolexers, hoerenzeilers? Dus, door die rijkelui er komt meer smog. En dan mag ik straks met mijn Kadett niet meer Amsterdam in. Omdat die stinkerds gaan shoppen.’
Het bier is op, de rekening wordt betaald.

‘Nog iets gekocht vandaag?’
‘Ja, ik heb een luxe editie van de Playboy gekocht in een speciaalzaak. Was wel wat duurder, maar dan zit er een 3D-brilletje bij. Kom, we moeten gaan. Ober, wilt u Albert Heijn, euh…een taxi bellen?’