Schandplek op de werkplek (slot): Raus!

Het leek gister een gewone maandag te worden: de eindeloze autorit naar Het Instituut, het aanpluggen van de Windows Laptop (dit keer kreeg ik een melding dat alle servers down waren en dat er een CMT Proxy Batch Reinstall gaande was, maar dat die operation aborted was door problemen met de Kernel van het type unspecified; heel belangrijk, want ik gebruik de laptop alleen maar als statusverhogend attribuut, dus dit soort mededelingen doet me weinig), het pro forma over de gang rennen met ordners vol oud papier, en het neerzijgen in mijn eigen comfortabele hoekje in de kantine. Klaar voor een nieuwe dag. iPod op, For what you dream of for what you dream of van Bedrock meen ik me te herinneren, en wat stukken van Sibelius.

Maar ik had iets te hard over de gangen gerend, en in de kroeg zondagavond één Duvel teveel besteld, want ik kreeg een beetje hoofdpijn. Gedachteloos viste ik een pil uit mijn laptoptas. Paracetamol werkt goed in combinatie met een kop koffie. Alleen was dit geen paracetamol maar een XTC'tje, dat bleek toen ik 'm na een kwartiertje voelde hitten. Zo, dat was me een goede pil! Maandagochtend op je nuchtere maag komt zo'n pilletje toch wat lekkerder aan dan op een gewone zaterdagavond, moet ik zeggen. Ik zat opeens rechtop met mijn benen te wiebelen, mijn wangen op te eten en hele fijne gedachten over mijn vriendin te hebben. Ik moest ook keihard lachen om mijn eigen vergissing; hoewel vergissing, van de hoofdpijn was ik gek genoeg ook af.

Ik liep naar Khalid, de kok van de kantine, die de Mexicaanse bonensoep opwarmt en zo.
- He Khalid, moet je nou eens luisteren. In plaats van een paracetamol schuif ik een pilleke in me mik! XTC!
Khalid keek me geschokt aan.
- Ja jongen, vergissen is menselijk hè. Hee Khalid kom eens hier. Geef me eens een knuffel. Ja, goed zo. Ik weet dat mensen van jouw, eh, kom-af het niet makkelijk hebben tegenwoordig. Met al die geblondeerde politici die maar dreigen filmpjes uit te brengen... Wil je geld?
Khalid had zijn hoofd nog steeds op mijn schouder, maar ik voelde hoe hij plotseling verstrakte bij het vooruitzicht op harde Europese valuta. Ik liet hem los, haalde mijn portemonnee uit mijn jas en gaf hem een biljet van honderd euro.
- Ik kan dit niet aannemen, zei hij bedrukt.

O jee. Was er naast het verbod op woekerrente, varkensvlees en clitorissen nu ook al een taboe op fooien in dat geloof van hem? Terwijl ik juist dacht dat een van de vijf pijlers van het goede moslimschap juist aalmoezen geven was! Maar misschien gold dat alleen het geven, en niet het ontvangen? Dat is wel weer typisch hoor, wel geven geven geven maar niet ook af en toe eens ontvangen! Gelukkig zat ik nog midden in mijn XTC-bubble, anders had ik hem met mijn elleboog hard op zijn oor geraakt. Ik heb nogal een kort lontje sinds ik al die werkdruk heb en de hele tijd naar het Instituut moet en zo.

Ik legde het honderdje op een schaaltje bamihappen, die al sinds die ochtend zeven uur hadden staan desintegreren onder een warme lamp. Intussen ging Khalid weer door met zijn dampende pannen.
- Zie maar Khalid. Steek het in je zak of laat het liggen voor een collega met minder scrupules. Maar wacht, ik help je wel met die pan kippensoep.
Ik nam een vijftigliterpan kippensoep van hem aan; wat ik niet doorhad, was dat hij handschoenen aanhad en ik niet. De hengsels waren nogal heet. Aiaiai! Ik waggelde met de hete pan de kantine uit, op zoek naar een plek waar ik de pan veilig kon neerzetten; vijftig liter soep in een grote aluminium pan weegt naar schatting evenveel als mijn vriendin, en die heb ik ook nog steeds de drempel niet overgedragen naar een minder zondig bestaan.

Als een dronken bokser zwalkte ik op weg naar een laag bankje onder een kunstwerk. Gezellig even uitrusten tussen lift en kantine, moet de binnenhuisarchitect ooit gedacht hebben. Ik negeerde een soort hekje met rood witte signalering; de bouwvakkers waren toch met schaft. Dat valt me trouwens wel altijd op aan bouwvakkers: ze zijn óf met schaft, óf met pauze, óf op bouwvakvakantie óf met vorstverlet. Werken zie je ze in elk geval nooit. Geen wonder dat het twaalf jaar duurt voor ze een lullig metrolijntje tussen Amsterdam Noord en de Rai hebben aangelegd!

Net op dat moment kwam mijn baas uit de lift, vergezeld door drie Japanners. Tegen mijn baas ben ik altijd erg beleefd (tegen Japanners niet speciaal, hoewel het nou weer niet zo is dat ik wat tegen de Japanner heb; ik heb nooit in een ander kamp gezeten dan in een voetbalkamp - een heel verschrikkelijke ervaring, maar Japanners waren er niet te bekennen, maar goed, tegen mijn baas ben ik dus wel extra beleefd) dus ik keek even om, zware pan met hete hengsels of niet, en probeerde een amicale glimlach naar mijn baas te flashen. Maar doordat ik omkeek zag ik niet dat er een soort gat in de vloer was gemaakt, waaruit allerlei kabels kwamen. Achter zo'n kabel bleef ik haken, zodat ik bijna viel; maar Khalids kostbare kippensoep wilde ik niet morsen, dus ik wankelde als Buster Keaton boven een gevaarlijke afgrond.

Uiteindelijk landde ik op mijn bips en dat deed niet zoveel pijn, maar ik realiseerde me terdege dat de baas met zijn Japans gevolg mijn gestuntel aandachtig volgde. Nog erger was dat de pan soep even twijfelachtig wankelde, maar toen toch voorover sloeg, en zijn kostelijke inhoud uitstortte over het mangat met de kabels.

- Neeeee! schreeuwde mijn baas, en in drie stappen was hij bij de omgevallen pan; helaas had bij mij evenzeer het idee postgevat om de soep te gaan redden en kwam ik net overeind. Mijn baas struikelde over mijn rug en belandde met zijn neus op de vloer, net boven het gat. Daaruit kwam een verstikkende stank van verbrand rubber. Het was duidelijk, mijn baas kon elk moment in katzwijm vallen als we hem daar zo zouden laten bungelen. Ik kwam alsnog overeind, greep hem bij pantalon en colbert, en tilde hem op alsof het mijn vriendin op onze bruiloft was, maar dan twee keer zo zwaar.

Ik weet niet waar hij zijn pakken bestelt, maar de pantalon begaf het en nu weet ik dus wat ik liever niet had geweten: mijn baas houdt van roze strings met kanten ruches. Van schrik liet ik hem weer los, maar nu kwam hij met zijn kont in het ronde gat terecht.

- Au! Ik brand mijn reet! brulde hij.
Ik boog naar de Japnners en zei: - NiHau. Boss teppan terriaki ass. Help please? De twee Japanners pakten mijn baas bij de ene oksel, ik bij de andere, en zo begonnen we te trekken, maar toen gleed ik uit over een plasje soep, die verbazend vettig bleek. Met mijn hoofd kwam ik tegen de voortanden van mijn baas aan; de voortanden lieten los en een heleboel bloed vermengde zich met de kippensoep op de grond. Een van de Japanners viel flauw, en die andere Samoerai boog nog even en verliet de hal op weg naar de draaideur.

- Alf je nog eenf aan me komt, fla ik je het fiekenhuif in, brulde mijn baas boos. Dus ik besloot dat terugtrekken gegeven de omstandigheden de beste optie was. Het zal de XTC geweest zijn, maar ik had opeens ontzettende zin in een uitzending van Uitzending Gemist die ik gisteren gemist had.

Als ik de lift had genomen had ik nu nog tussen een en twee hoog gehangen, maar ik nam het trappenhuis gewoontegetrouw; geleerd uit een Becel-reclame uit de jaren tachtig, altijd de trap nemen, ook al moet je naar het penthouse in het Empire State Building. Het trappenhuis werd opeens een stuk donkerder, want overal in Het Instituut bleek de stroom uitgevallen te zijn. Koffie-automaten werkten niet meer, niemand kon kopiëren, pc's stokten abrupt, de bamihappen werden langzaam lauw en de airco zoog geen gebruikte lucht meer af.

Best gezellig, als je net een XTC op hebt. Ik zwiepte de deur naar mijn kamer open. Daar stond een meneer in een duur pak naast mijn bureau iets op een geel papiertje te krabbelen.
- O, daar ben je. Ja, toestand hè, met die stroomstoring. Het schijnt dat de directeur kippensoep in een mangat heeft gemorst. Maar goed dat we een nieuwe zoeken. Nou, loop maar snel mee, de lift doet het niet, maar ach, de trap is beter voor hart- en bloedvaten nietwaar.

Ik volgde hem de trap op. We gingen een kamer binnen waar drie grijze mannen in dure pakken en een vrouw van een jaar of vijftig met een te bruine huid voor het seizoen zaten aan een mahoniehoutentafel van twaalf bij veertien meter. Ik verzwikte zowat mijn enkels in het hoogpolig tapijt.
- Goed, je bent er, stak de middelste kerel van wal, - ga zitten. Ik zal maar met de deur in huis vallen, de rest van de kandidaten stelt geen moer voor, dus we rekenen eigenlijk een beetje op je. Nog apen op zolder, lijken in de kast, iets wat we moeten weten?

Kandidaten? Wat was dit, Fred Osters WieKentKwis? Ik begreep er niks van. Eerlijkheid, dacht ik, gewoon eerlijk antwoorden.
- Eh, ik werk eigenlijk niet zo heel hard. Het liefst laat ik de boel op zijn beloop. Ik doe eigenlijk de hele tijd maar alsof ik werk. Hihi.
Dat hihi kwam er nogal dommig uit, was een oprisping van de pil, die nu zijn laatste fase inging.
- Natuurlijk kerel! Maar dat is toch het hele eieren eten van het managen van professionals! Hèhè, de eerste die het doorheeft. Toch, Arnoud? De eerste kandidaat die niet wauwelt over performance en targets en efficiency en slagen maken. Hèhè, iemand die de boel op zijn buhhh-loop wil laten. Iemand die het eindelijk begrijpt.
Wat zeggen we jongens, Martijn, Arnoud, zullen we het nog zogenaamd spannend houden, of zullen we hem meteen op de schouders hijsen? Tuurlijk. Tijl, you're one of us now.
- Eh ja, er is maar één probleempje...
- Oké oké oké oké, doen we er een Balkenendetje bij. Hoppa, maakt ons het uit.
- Nee ja nee goed natuurlijk, maarre, het gaat over mijn werkplek...
- Ja! Verdomd! Die staat in een kantoortuin gepland, dat zag ik in die powerpoint, nadat Therèse hem eindelijk uit haar printertje had weten te persen. Ja, nee, dat komt helemaal goed. We gaan als directie binnenkort naar een nieuwe locatie bij Soest. Dus we hadden de Vacature MT maar even op de werkvloer gepland, ook op aandringen van de OR, want om nou voor een vacature een hele vleugel te gaan verbouwen... Maar we hebben dus al Paleis Soestdijk gekocht, daar komen wij als de directie te zitten. Ach, en tot die tijd blijf je gewoon lekker thuis. Een paar maanden betaalde sabbatical, om even bij te tanken voor je nieuwe zware baan.
- Eh, zwaar?
- Nou ja, zware lunches in elk geval. Dat doet me er aan denken, welke bekende TV-kok maken we chefkok in Soestdijk? Iemand een ideetje? Nou ja, laten we opbreken, volgende maand vergaderen we wel weer. Goed dat je ons team komt versterken, Tijl.

De mannen stonden op.
- Ik doe het alleen als Khalid de topkok in Soestdijk wordt, zei ik beslist.
- Oké! zei iedereen enthousiast. -Een buitenlandse topkok! Goed idee!
En ze sloegen me op de schouders en samen liepen we de kamer uit.
Op weg naar het trappenhuis fluisterde Therèse: - Morgen vliegen we even naar Milaan voor wat pakken voor je, als je tijd hebt tenminste.
- Hoe moet ik weten of ik tijd heb als ik geen iPhone, geen MacBook Air en geen andere leuke dingetjes heb? fluisterde ik terug.
- Laat ik regelen, miespelde Therese.

Zo zie je maar, je hoeft helemaal geen duur boek van The Secret te kopen om af en toe toch te krijgen wat je wil.