Valentijnpijn (2): hartje zomer

Everybody knows where you go when the sun goes down
I think you only live to see the lights of town
I wasted my time when I would try, try, try
When the lights have lost their glow, you're gonna cry, cry, cry


Na acht maanden in de relatie mocht ik met haar en haar ouders mee op vakantie naar de Provence in de augustus van 2006. Het was een groot feest. Toen we net aangekomen waren, bleek dat we op het stekje stonden waar haar vakantievriendje een jaar ervoor ook had gestaan. Dat was het jaar van “Valentijnpijn: Tessa”. Mijn vriendin ontmoette ik in een hartstochtelijk vreemdgaan van haar en mij in juni. Haar vriend dumpte haar en ze zocht troost, die ik bleef bieden als zij me maar bleef zoenen. Wist ik veel, de hormonen van een zestienjarige gieren onverbiddelijk. Op haar zomervakantie brak ze contact af, en pas toen ze terug was hoorde ik dat ze een vriendje had ontmoet, die haar ook ontmaagd had. Ik was laaiend. Drie maanden later hadden we alsnog een relatie.

I lie awake at night and wait 'til you come in
You stay a little while and then you're gone again


En we stonden weer op dezelfde plek. In fact, de tent stond exact op de plek van de tent waar hij haar had gevraagd om de hele nacht in de tent te blijven. Normaal had ik dat wel een plekje kunnen geven, maar er was een gemene tweestrijdigheid ontstaan. Zij had mij bij haar terugkomst namelijk wel verteld dat ze ontmaagd was, maar dat de Fransman haar had gedwongen. Ik wist vrijwel direct dat dat niet waar was doordat ik het van haar vriendinnen hoorde. Binnen twee weken wist iedereen van haar heimelijke leugen en dat ik het voorál niet mocht weten. Ik hoorde het, natuurlijk, van twintig man. Als ik haar daarmee confronteerde, werd ze woest en dreigde ze de relatie te verbreken.

Every question that I ask, I get a lie, lie, lie
For every lie you tell, you're gonna cry, cry, cry


Dus ik hield me stil. Maar ik wist het, en zij wist dat ik het wist. We speelden al zeven maanden een rollenspel en het ging goed zolang ik mijn bek dicht hield. Nu stonden we op exact de plek waar de leugen was ontstaan. We zouden er gaan slapen. Van seks of intimiteiten zou het niet komen, twee volle weken lang. De hele vakantie was de stemming overdag gemaakt vrolijk, en ruzieden we 's avonds grimmig over alles en niets in de tent, om van elkaar af liggend in slaap te vallen. Op de laatste avond wisten we beiden dat we van elkaar de leugen wisten over de laatste avond van het jaar ervoor.

You're gonna cry, cry, cry and you'll cry alone
When everyone's forgotten and you're left on your own


De bom barstte. Na het tandenpoetsen in het toiletgebouw kroop ik de tent in. Ik was de hele dag al opgefokt en in de avond, precies 365 dagen na het slippertje met meneer Fransoos, hield ik het niet meer. Ik was het bergachtige riviertje op- en afgelopen, was het dorpje ingegaan, had gerend voor het onweer, was opgedroogd bij de caravan en zocht eindelijk bedrust. Ze had in een ontzettende misvatting van de mannelijke psyche besloten mij te 'verrassen' met het negligé'tje wat ik voor haar had gekocht in die zomer. Het feit dat ze daarin ontmaagd was, ging volkomen aan d'r voorbij. Ik vroeg haar vriendelijk het ding en de lamp uit te doen. “Slaap lekker.”

You're gonna cry, cry, cry

“Klootzak! Ondankbaar zwijn!” Haar stem schiet omhoog. Ze faket een aanval van onbegrip. Ik weet dat. Zij weet dat ik dat weet, dus ze gaat er lekker in op. “Kan je nou nooit eens je kop houden, zeikwijf”, snauw ik haar toe. Ik draai mijn rug naar haar toe. Ze wordt boos en beukt me in mijn rug. “Heel snel kappen nou, mevrouw Lechevestrier-Zijlman, voordat er Fransozen wakker worden. They already scared you out of your pants once, èh?” Ze houdt haar adem in. Dat betekent dat het menens is. Ze staart naar me. Een traan rolt uit haar linkerooghoek. Blijkbaar gaat ze zo ver in haar ziekelijke spelletje om de leugen te verdoezelen, dat ze er zelfs om wil huilen.

Ik speel het alfamannetje rustig, geef haar een paar bemoedigende klopjes op d'r rug, kusje op de wang en licht uit. Bijna klaar, nu. Het masterplan komt nog. Na een minuut of drie stilte draai ik me plotseling om, klim op d'r, kus d'r hartstochtelijk en herhaal het zinnetje wat ik al talloze malen had geoefend in mijn hoofd. Het rolt mijn tong en lippen over en ik zweet pegeltjes. “Tu euh... tu voudrais rester dans ma tente toute nuite?” Dit had ze écht niet verwacht. Haar ogen zijn groot en angstig, haatdragende bollen van vuur. Ze kijkt star. Ze rukt haar arm los en slaat me keihard in mijn gezicht, vlakke hand, wijvenmep. Ze rochtelt er nog een fluim achteraan. Rent de tent uit in het nachtjurkje.

Soon your sugar-daddies will all be gone
You'll wake up some cold day and find you're alone


Haar vader ziet haar vanuit het caravanraampje en komt me vragen wat er aan de hand is. Ik vraag of hij een momentje heeft en leg hem in drie minuten het hele verhaal uit. Mijn vriendin komt inmiddels weer aangelopen, rood van het huilen (of wrijven met wc-papier), en haar vader vraagt meteen waarom ze heeft gelogen. Ze ontkent. Noemt mij een leugenaar. Begint spontaan te huilen. Haar vader ontfermt zich over haar, en we gaan slapen. Hij laat de volgende dagen tegen mij vaak genoeg blijken dat beide ouders het al een jaar wisten. De vakantie had één doel bereikt: haar tegen meerderen uitspelen. Nu moest ze de leugen naar driemaal zoveel mensen ophouden.

You'll call to me but I'm gonna tell you: "Bye, bye, bye"
When I turn around and walk away, you'll cry, cry, cry


Een week later vertelde ze, na lang wachten, de waarheid opnieuw niet. Same crap. Ik moest maar kiezen of ik d'r wilde of niet. Ik koos. In de maanden die toen nog volgden ging ze drie keer vreemd. Na bijna twee jaar brak ze. Maar dat, lieve kijkbuiskindertjes, is een verhaal voor volgende week.

You're gonna cry, cry, cry and you'll want me then
It'll hurt when you think of the fool you've been...


*“(You're gonna) Cry, cry, cry” van Johnny Cash (Sun Records 1955)