Nieuwjaar met een onbekende

Ik was uitgenodigd door een vriend, of was het een vriend van een vriend? Ik weet het niet zo goed meer. Het was in die periode niet helemaal duidelijk wie nou wie was in mijn beperkte sociale kring. Ik kende steeds meer mensen, steeds minder goed.
“Oh, en als je nog een kerstboom hebt staan moet je die mee nemen. Vreugdevuur!” Werd me nog mee gegeven met de uitnodiging.

Gelukkig deed ik niet aan kerst. Of aan bomen mee slepen naar een feest. Ik wilde niet tegendraads zijn, dus had ik onderweg de top van een kerstboom uit een van de keurige tuintjes gehaald. Hij werd met plezier ontvangen, en tegen de schuur aan gezet. Voor later, begreep ik. Ik liep door, nadat ik de eerste de beste figuur die er uit zag alsof hij dit organiseerde had bedankt voor de uitnodiging. Ik ben als beleefde jongen opgevoed, en op deze manier was mijn bezwaard gemoed een beetje gestild. Buiten zag ik een paar bekenden. Niemand bleek precies te weten wie het feest had georganiseerd. En eerlijk gezegd maakte niemand het iets uit. De drank was in grote mate aanwezig, en vooral gratis. Drugs zorgde iedereen zelf voor.
Rond een uur of tien kom ik de ruimte binnen. Het is een aangeklede schuur. Niet meer dan dat. Aan de wanden hangen slingers, aan het plafond zijn overdadig veel dennetakken vast gemaakt. Het is al aardig druk. Links in de ruimte staat een bar, rechts staat een DJ, de rest van de schuur is gereserveerd om te kunnen dansen. Ik haal een biertje en loop een rondje. Dan wordt ik van achter aangetikt.
“Heey! Jij ook hier?” Het meisje komt me vaag bekend voor. Ze heeft guitige sproetjes en lijkt volkomen misplaatst op een feest als dit. Volgens mij heb ik haar een keer thuis gebracht na een avondje stappen. Niks gedaan geloof ik. Je kent het wel, vader zit te wachten in de woonkamer.
“Jah, al heb ik eigenlijk geen idee wat ik hier doe.” Ik glimlach. Ze had best een sympathiek koppie.
“Oh, daar heb ik ook last van. Godverdomme, wat staat de muziek hier hard!” Ze schreeuwt in mijn oor, haar warme lichaam dringt zich tegen me aan. Eerlijk gezegd schrik ik een beetje van haar grove taal, anderzijds maakt me dat nieuwschierig.
“Kom, we pakken onze jas en gaan een wandeling maken,” roep ik.

Buiten, een tiental meters van de schuur af, kunnen we gewoon praten. Langzaam lopen we, een beetje dralend, langs het prikkeldraad van het weiland waar de feestschuur staat. Ik help haar onhandig over een hek heen, en we staan op de verharde weg. Nog steeds hebben we niet veel gezegd. Dan haal ik een pakje sigaretten uit mijn binnenzak.
“Hee, je rookt nog steeds het zelfde merk. Grappig, ik kan je niet anders herinneren.” Ze giegelt een beetje. Dan ritst ze haar jas open en haalt er een volle fles rode wijn uit.
“Gejat van het feestje,” zegt ze trots.
Ik steek een sigaret op en biedt haar er eentje aan. Ze weigert beleefd. Ik druk de kurk in de fles en we drinken een slokje.
“Zeg, ik weet dat ik een beetje wazig over kom als ik het je nu vraag, maar dat ik beter dan dat ik het morgen helemaal niet meer weet. Waar ken ik jou van? Hoe heet je?” Eerlijkheid is in dit soort gevallen misschien het beste. En als ze dat niet kan waarderen, jammer dan.
“Het verbaast me niks dat je dat niet meer weet. Je hebt me een keer thuis gebracht toen ik ruzie had met mijn vriendje. Die heb je te verstaan gegeven dat ie op kon rotten, en dat je allebei zijn benen zou breken als hij nog een keer bij me in de buurt zou komen. Ik dacht toen al dat je er geen zak van zou menen, maar op hem kwam het behoorlijk bedreigend over.”
“Ooit nog iets van gehoord?”
“Nee. Niks meer. En dat is maar goed ook.” Ze sloeg een arm om me heen. “Koud he? Hoe laat is het?”
Ik keek op mijn horloge.
“Het is pas half elf. We moeten nog even tot twaalf uur. Wil je terug?”

Inmiddels waren we een eindje verwijderd van het feest. Ik had nog steeds geen idee wat ik met het meisje aan moest. Ze zei niets op mijn vraag, en ik zweeg ook even.
“Ik weet niet wat ik met je aan moet hoor. Volgens mij ben je een hartstikke lieve kerel.” Ze keek me aan met haar mooie blauwe kijkers.
“Ben ik ook,” zei ik, “en ik heb ook geen idee wat ik met jou moet. Moeten we iets dan?” Ik vond het een behoorlijk goeie vraag. Met een grote boog schoot ik mijn sigaret het duister in.
“Hmm … “ Ze keek rond en wees: “kijk, daar, een ander schuurtje. Laten we daar inbreken.”
Ik snapte het niet meer. Was dit zo’n lief meisje dat eigenlijk heel stout was?
“Laten we eerst even vast stellen dat we niks met elkaar moeten, ok? Dat maakt het al een stuk makkelijker.” Normaal zou ik mijn geijkte versierselpraatje afdraaien en dan of met haar in bed, de bosjes of een hooiberg belanden, of een blauwtje lopen, me bezatten en hoofdpijnlijk wakker worden. Vandaag ging het niet zo.
“Lijkt me goed. Je moet me wel twee dingen beloven. Denk je dat je dat kan?” Weer keek ze me aan, haar ogen deden iets met me. Bijna kon ik geen weerstand bieden. Ik had haar zo alles gegeven wat ik had.
“Laat maar horen, ik ben van nature nogal wantrouwend.” Mijn scheve lachje maakte weer veel goed.
“Je moet me beloven dat je me vannacht, of morgenochtend, of wanneer dan ook, weer thuis brengt. En je moet me beloven dat je me warm houdt. Dat is alles!” Dat kon ik makkelijk beloven.

Samen liepen we richting het schuurtje. Het stond een beetje op een heuvel, waardoor de feestschuur goed te zien was. Het kleine huisje had een halve zolder, waar we een hoop oude, muffe juten zakken vonden. Die legden we zo neer dat we het feest goed in de gaten konden houden. Er zou om twaalf uur een groots vuurwerk worden afgestoken. Beschut tegen de kou, kropen we dicht tegen elkaar aan. Mijn arm lag over haar schouders. Samen dronken we kleine slokjes wijn. We praatten over van alles. Ze vertelde me dat ze via via wist dat er hier een feest was. Ik zei haar dat ik maar weinig mensen kende daar. Zij wilde eigenlijk niet gaan, maar was nu toch blij. Om twaalf uur barstte er een enorm vuurwerk los. Daarna werden de kerstbomen op een grote hoop gegooid en in de fik gestoken. Om een uur of twee, toen er alleen nog maar heel erg dronken kreten, harde muziek en kotsende mensen de schuur uit kwamen heb ik haar naar huis gebracht. De woonkamer was donker. Ik zoende haar bij de deur en ging naar huis. Een nieuw jaar dat goed begint. Ik wens het iedereen toe.

Alle columns in de oud-en-nieuw-special (te verschijnen op nevenstaand tijdstip):
05:00: superworms \"Nawoord en bedankjes\"
18:00: bazbo's \"bazbo bakt ze bruin\"
20:00: kassameisjes \"Een heet en spannend nieuwjaar\"
22:00: tuvokki's \"Nieuwjaar met een onbekende\"
00:00: Danny's \"Renate Verbaan; gelukkig nieuwjaar!\"
02:00: SunChasers column (verrassing!)
04:00: bazbo's \"De uitverkorene\"