Schandplek op de werkplek (8): SOA

Ik heb het declaratieformulier ontdekt. Het is een heerlijk ding! Het punt was, dat ik een persoonlijk mailtje kreeg dat de Visa van het Instituut was ingetrokken. Ik had er iets te kwistig mee gezwaaid. Nou ja, niet letterlijk, alleen op internet. De kaart zelf heb ik namelijk nog nooit gezien; ik heb alleen een nummer, een verloopdatum en een driecijferige code, ooit losgetroggeld van een afdelingssecretaresse en stiekem op zo'n geel briefje gekrabbeld.

Ik nog snel even een ondergoedbestelling doen om het te controleren, maar de onheilstijding klopte: "Ingegeven kaartnummer is niet correct, uw kaart is geblokkeerd of ingetrokken. Druk op de back-knop en voer nogmaals het nummer in, of kies een andere betaalwijze." Zie je wel. Gedonder in de glazen.

Betalingen, zo stond er verder in het mailtje, kon ik voortaan doen bij Irene van Finance en Accountancy, kamer A.301.1 of iets in die geest.
(Wat is dat toch, dat al die afdelingen twee namen moeten hebben die precies hetzelfde betekenen? Kun je nog iets anders accounten dan finance dan? Afdeling planning & control, noem dat toch gewoon de afdeling Bemoeien! Housing & Facilities, is housing dan geen facility soms? Gloeilamp stuk, bel de Housing & Facility Service Desk. Ook al zoiets, je struikelt hier werkelijk over de service desksksk. De eenloketgedachte heeft geleid tot een enorme wildgroei aan loketten, die zich onveranderlijk service desk noemen. Het is een kwestie van tijd voor elkeen van die service desks zich heeft verzelfstandigd tot een Front Office Service & Dienstverlening...)

Maar goed, ik moest naar kamer A nog wat. Daar heb ik dus ECHT geen zin in hoor. Als je weet dat ik op kamer F.411.8 zit, kun je zelf wel uitrekenen hoe ver het lopen is. En dat voor een internet-bestellinkie, kom op. Maar intussen is het wel de dure decembermaand! In de dure decembermaand ga ik volkomen loos op cadeautjes voor de kinderen, exquise hapjes voor mijn vriendin en - om mezelf niet te verwaarlozen - elitedrugs. Maar nu ik in loondienst ben, blijkt lekker maar een halve vinger lang...

Op 2 december was mijn geld op, op 3 december kwam het mailtje over de ingetrokken Visa card. Een ongeluk komt fokking zelden alleen!
De situatie werd eens te meer onhoudbaar, omdat niet alleen mijn vriendin, maar ook haar vriendinnen een zeker verwachtingspatroon hadden ontwikkeld, de afgelopen maanden. Glimmertjes wilden ze zien, en snel. De gebruikelijke gouden goodies, of anders toch op zijn minst een tasje van Gukkie of een hip hangertje van Otazu. Het zou toch niet zo ver hoeven komen dat bepaalde filmpjes op YouTube geslingerd zouden moeten worden? De mailtjes werden gaandeweg dringender: bepaalde filmpjes met een zekere iemand met zijn hoofd in een wurgstrik terwijl een andere zekere iemand... Nou ja, de rest citeer ik nog wel eens, nu niet.

Dus er moest snel geleverd worden. Nu moet je weten dat ik op het Instituut niet zo heel veel te doen heb, maar niemand mag dat weten. Daarom heb ik de strategie ontwikkeld om altijd met een aantal ordners over de gangen te benen, zo snel dat elke collega het wel uit zijn hoofd laat mij te vragen wie ik ben en wat mijn functie precies inhoudt. Dat eerste zou ik nog wel weten, maar dat tweede...
Rond koffie- en lunchtijden, als de gebruikelijke drukte op het Instituut wat verslapt, zit ik juist aan mijn bureau: ik bel dan meestal met mijn vriendin over haar boodschappenlijstjes. Dan wil ze bijvoorbeeld weer een alleraardigst ringetje van een bepaald aantal karaats, of wat dan ook. Om de indruk te wekken dat ik de deal van de eeuw aan het afsluiten ben, praat ik dan heel klantvriendelijk tegen mijn vriendin. (Tot voor kort was het Instituut een slaperig zootje ambtenaren, maar tegenwoordig doen we net of we klanten hebben. Die klanten zijn gewoon andere ambtenaren en het geld gaat van broekzak naar vestzak, maar toch: we zijn zo ondernemend as hell tegenwoordig.)

Mijn collega's - is mijn bedoeling - gaan zich dan lekker schuldig voelen dat ze gaan lunchen terwijl ik belangrijk zit te telefoneren. Mijn vriendin zegt dan bijvoorbeeld: "Maar het moet wel de iPhone zijn die je met die software uit Tjechie kan hacken. Dus niet de 1.3"
"Uitstekend, dat programma van eisen, daar zijn we dan wel zo'n beetje uit. En heb je enig idee van het totale kostenplaatje?"
"Da's jouw zaak, je regelt het maar. Je bent nu toch in loondienst?"
"Uiteraard, daar komen we wel uit. We hebben een agreement to agree, als het ware. Uitstekelbaars mevrouw van Klanteren! Consider it done!"

Maar door dit toneelspel kan ik natuurlijk niet met de afdeling mee lunchen. Dus doe ik als ze zo'n beetje terugdruppelen net alsof ik naar een heel belangrijke afspraak moet; wel drie keer check ik mijn papieren, ik bel 0900 9696 en regel een parkeerplaats, draai routebeschrijvingen in Zimbabwe uit en kom drie keer hollend terug voor vergeten belangrijke papieren, die ik even te voren uit de oudpapierbak van mijn collega's heb gevist, toen ze nog zaten te lunchen.

Eindelijk sjees ik dan weg naar mijn meeting (met een bamischijf in de kantine natuurlijk, maar dat hoeft verder niemand te weten).
Als ik onverhoopt mijn leidinggevende tegenkom, die altijd wat later uit de kantine terugkomt, dan doe ik er nog een schepje bovenop; ik laat een ordner vallen, roep keihard FUCK! en blaf een willekeurige blondine toe dat ze de boel moet oprapen en nafaxen naar het hoofdkantoor. (We hebben helemaal geen hoofdkantoor, er is maar een kantoor van het Instituut en dat zijn wij, maar in de paniek vergeet iedereen dat altijd, vooral blondines en leidinggevenden.) Omkijkend zie ik altijd hoe ze op haar hurken het oud papier van mijn collega's aan het bijeenrapen is. "Faxen hoor! En met de goede kant naar boven door het apparaat dit keer, KOE!" roep ik dan over mijn schouder, voor ik door de draaideur word opgeslokt, naar de hal waar de kantine al de heerlijke luchten van Van Dobbenkroketten en Picanto's prijsgeeft. Wat zou de standaardsoep zijn? Dinsdag nietwaar, ah, de Mexicaanse bonensoep, heerlijk!

De lunch duurt altijd een uur of twee, drie, omdat ik altijd een laptoptas met weekendsupplementen, opinietijdschriften en Harry Potter en de Relieken van de Dood bij me heb. Ik houd van het rustig lezen en eten tegelijk. Vooral de combinatie Harry Potter en Mexicaanse bonensoep is goddelijk. Al voordat je de laatste hap soep hebt weggeslikt, begint het te ruiken als in een les Toverdranken van Sneep, waar Marcel weer eens is uitgeschoten met de zwavel...

Maar zelfs aan deze heerlijke uurtjes moet een eind komen, dus dan trek ik mijn jas weer aan, en kom ik zeer monter binnen; fluitend vaak, en vergenoegd handenwrijvend. De deal is weer beklonken, zo straal ik uit.
Als iedereen die boodschap wel zo'n beetje heeft meegekregen begint heel het circus van in een wolk fladderende papieren over de gangen benen weer opnieuw.

Maar het gevolg van dit alles is, dat ik tot nog toe nauwelijks de tijd heb gehad de ins en outs van de gang van zaken op onze afdeling te bestuderen. Ik ben nooit op studiemiddagen, simpelweg omdat ik niet weet dat de studiemiddag de derde woensdag van de maand is (als dat zo is hoor, het is even een gok). En door al die nepdrukte had ik dus ook het bestaan van het declaratieformulier niet ontdekt. Maar nu dus wel! Het ding heet Standaardformulier Onkosten Model A, kortweg SOA.

Mij zul je niet meer horen klagen dat er niet zoveel te doen is, op het Instituut! Hele ochtenden ben ik zoet met SOA's. iPhones en andere gadgets zijn natuurlijk gesneden koek, dat is gewoon basic stuff voor een Instituut als het onze. Creatiever moet ik zijn met declaraties van bestellingen van sites als JosepheGalliano.com. Ik doe de uitdraai van de bestelling er dan wel netjes achter nieten, maar op het SOA-formulier houd ik het zo vaag mogelijk. Ik schrijf dan: "supplies".

Ik vind dat niet vallen onder een van de 134 (veel hè, trouwens) vormen van bedrijfsfraude, want de sieraden van Josephe Galliano zijn immers supplies voor mijn vriendin. Dus ik pleeg in de verste verte geen valsheid in geschrifte. Zo zit ik hele ochtenden op mijn potlood te sabbelen op zoek naar waarheidsgetrouwe en tevens ook geloofwaardige omschrijvingen voor op de SOA's. Soms moet ik de lunch zelfs binnen het uur wegschrokken, en krijg ik het hoofdstuk van Harry Potter niet eens uit; het SOA is dan nog niet vol, en mijn gutfeeling zegt, hoe voller het SOA, hoe minder lust mijn leidinggevende heeft om een en ander minutieus te gaan checken.

Nee, het declaratieformulier en ik mogen zich dan nu nog gedragen als een stel pubers in een fietsenkelder, ik weet zeker dat wij een zeer stabiele tegemoet kunnen zien samen. Soa'tje, Soa'tje, Soa'tje. Had ik je maar eerder ontdekt, met je fijne rechte kolommen en strakke verzamelstaten en kloeke ruimtes voor paraaf afdelingshoofd. Als manna val je op mijn dorstige tong, ik hou van je met heel mijn hart en ik zal je nooit meer verlaten. Verlaat jij mij ook nooit meer?