The oldest trick


Weet je wat me opvalt van mensen die ergens geen verstand van hebben? Ze gaan harder praten. Of in elk geval de vrouw die achter me zit. Een echte tientonner. Twee dagen in de week werkt ze. Of waggelt ze door de gangen met een grimas op haar gezicht. Wat ze precies doet is me, net als bij zoveel mensen hier, niet duidelijk. De afgelopen tijd zit ze te bellen.
“Hallo, u spreekt met Woelie Boelie van Gossienaamja, kan ik iemand te spreken krijgen van de afdeling crediteuren?” Het begint altijd met een nèt niet afgebeten begroeting. Ik heb deze begroeting al tientallen keren gehoord, maar weet nog steeds haar naam niet. Over het algemeen wordt er dan doorverbonden.
“Ja, ik wacht even.” Soms met de toevoeging: “Als het maar opschiet,” of: “Dit keer wel met de juiste persoon, alstublief.” Ik neem haast aan dat de vrouw achter me eerder gehakt heeft met dit bijltje, en inmiddels weet dat ze met een kluitje in het riet gestuurd kan worden. Het zijn wel toevoegingen die de toon van het gesprek meteen zetten. Als ik iemand moet doorverbinden die me dat toevoegt, zou ik de moeite niet nemen iets extra’s te doen voor de beller. Menigeen zou het magazijn bellen en zeggen: “Theo, ik heb dat wijf van Gossienaamja aan de lijn. Tjeezus, ze beet me nog toe dat ik haar dit keer wel met de goeie zou moeten doorverbinden. Hou jij haar even aan de praat?”

“Hallo, u spreekt met Woelie Boelie van Gossienaamja, spreek ik met iemand van de afdeling crediteuren?”
Ik hoor haar luisteren naar Theo, die van niets weet, natuurlijk. Ze ademt in om met haar volledige aandacht de boodschap die niemand wil horen te brengen.
“Ja, er staat nog een factuur open van januari. Ik wil u eraan helpen herinneren dat die nog betaald moet worden. Het is immers al oktober.” Woelie is niet subtiel; dat hoor ik in elk gesprek dat ze voert. Ze komt graag en snel tot de kern, om zich vervolgens vast te bijten in haar slachtoffer, tot ze heeft wat ze wil. Ik denk dat ze een cursus heeft gedaan.
Het is even stil. Aangezien ik redelijk paramorgastisch begaafd ben, voel ik de energie achter mij stijgen. Ik denk dat ze het antwoord van Theo niet waardeert. Ze krijgt waarschijnlijk niet te horen dat er onmiddellijk betaald zal worden. Zeker niet omdat Theo magazijnbediende is, en het vriendje van de telefoniste.
“Ja, ik snap dus niet waarom u mij niet verder kan helpen. Maar goed...“ Passief agressief heet dat; het verzuchte "maar goed" wekt alleen maar ergernis, maar goed. Ze gaat verder met een bijna teleurgesteld: “Verbind me maar weer door.”
Het is weer even stil. En de energie achter me wordt groter en roder.

“Hallo, u spreekt met Woelie Boelie van Gossienaamja, spreek ik met iemand van de afdeling crediteuren?”
Ik voel een energiepuls; mijn rug wordt warm. Schielijk kijk ik om, in de hoop een ontplofte mevrouw Woelie te zien. Maar nee. Ze leeft nog. Blijkbaar heeft Theo haar doorverbonden met een random nummer.
“Oh, dan moet er net iets verkeerd gegaan zijn. Kunt u me doorverbinden met iemand van de afdeling crediteuren?”
Ik hoor weer even niks. Dan een diepe zucht.
“U kunt me niet doorverbinden?” Het spettert door de telefoon. Ik zie een wat oudere man voor me. Hij schrikt een beetje van het geluid van de telefoon. Nooit krijgt hij telefoon, en nu ineens wel. Toen de telecommannen het toestel bij hem op het bureau kwamen zetten, had hij geprobeerd beleefd te weigeren. Maar het stond nu eenmaal op hun orderformulier. In de anderhalf jaar dat de telefoon er staat heeft hij hem nooit gehoord. De bel is luid en modern. Nu kwebbelt er een mevrouw aan de andere kant van de lijn van allerlei verwensingen.
“U weet niet hoe het toestel werkt omdat u nooit gebeld wordt? Dit is wel helemaal mooi! Geef me NU SNEL IEMAND VAN DE AFDELING CREDITEUREN! ANDERS ...”
De oudere man aan de andere kant van de lijn denkt niets. Zijn rust werd wreed verstoord. Zachtjes, als om het kwaad af te weren zonder teveel gerucht, legt hij de telefoon neer.

Achter me hoor ik een kleine explosie. Een welgemeend “Aaaaarghhh...” ontsnapt aan de vlezige vrouw die haar aanwezigheid hier kenbaar maakt met haar geluid en irritatie. Het zal me worst zijn; ik lach in mijn vuistje. The oldest trick in the book.