Moordwijf

Vriendschap is een droom
Een pakketje schroot met een dun laagje chroom
*

Vier jaar lang hadden ze een relatie gehad. Zij, een manipulatief, ontrouw, knap en hoogst onaardig meisje met een 'ik wil'-rimpel tussen haar wenkbrauwen, en hij. Hij, een zachtaardige, hondstrouwe, alles voor de lieve vrede slikkende goedzak. Nadat hij haar op de dag van het afmaken en inleveren van zijn doctoraalscriptie voor zíjn computer had gevonden, seks-cammend met een gozer uit Maasbracht, had hij haar zijn appartement uitgewerkt. Zeven maal is scheepsrecht, dacht hij nog. Hier komt ze niet meer mee weg.

Een week of twee later hoorde hij van verschillende contacten dat zij al drie vrienden van hem had gezoend. Zij, die naderhand alle ontrouw toe had gegeven en daarbij ook had gezegd dat ze het had gedaan "voor de kick" en "om de sleur te verbreken", was begonnen met het systematisch ruïneren van zijn leven. Ze ging zijn complete vriendenkring af en zoende of neukte ze vrijwel allemaal. Na anderhalve maand was de kring geslonken van twaalf naar twee kompanen.

Daarna begonnen de leugens. Hij had haar mishandeld, oh ja, zo vaak. Hij had haar geslagen, geschopt, verbaal kapotgemaakt, doodverwenst, vernederd en was achter haar rug om vreemdgegaan. Haar manipulatieve kwaliteiten spreidde ze in haar megalomane reeks leugens tentoon. Al snel hield hij nog één vriend over. De rest van zijn sociale omgeving haatte hem om wat hij nooit had gedaan. Zijn wanhopige pogingen haar altijd voor alles te vergeven, haar nieuwe kansen te bieden en altijd de hand in eigen boezem te steken, hadden averechts gewerkt.

Hij klaagde erover. Schreef haar een brief waarin hij haar vroeg ermee op te houden. Of ze hem niet kon laten; hij had het al moeilijk genoeg met het verlies. Zij reageerde furieus. Ze ging naar de politie, hield hetzelfde verhaal aan en werd geloofd. Op een mooie maandagochtend stonden twee agenten voor zijn deur om hem te arresteren op verdenking van lichamelijke en psychische mishandeling, smaad, laster en verwaarlozing.

Na twee dagen verhoor mocht hij voorwaardelijk gaan. Of hij Nederland niet wilde verlaten. Kon hij geen vriend bellen om hem op te halen? De ironie droop eraf. Hij kon niemand bellen. Zijn ouders hadden geen auto, zijn enige zus woonde in het buitenland en zijn enig overgebleven vriend zat in Groningen, waarschijnlijk stoned as fuck. Hij belde 1850, vroeg naar de taxicentrale en reed voor 35 euro terug naar huis.

Een dag later stond ze bij hem op de stoep. Ze had een lange winterjas aan, hoge hakken, mooi opgemaakt, luchtje op. "Hoi schatje", zei ze. In één gebaar gooide ze de jas uit. Eronder had ze het zwarte negligeetje aangetrokken dat hij het jaar ervoor met kerst had gegeven. Haar borsten waren mooi en rond. Haar buikje begeerlijk. Haar stringetje scheen door. Haar tepels priemden door het jurkje heen. Haar benen waren niet minder dan goddelijk. "Hoi, lieverd", zei hij. "Wat doe je hier?"

"Ik miste je. Ik wil je, Pluisje. Ik wil je voor altijd. Dat van de afgelopen maanden, daar hadden we béiden schuld aan. Ik kan niet met je, maar ook niet zonder je. Neem me terug. Neem me." Ze stapte de deuropening in en duwde ruw haar tong in zijn mond. Ze pakte zijn handen en leidde ze naar haar achterwerk en borsten. Ze reed hem staande en zoende hem ondertussen wild. Ze haalde zijn gegroeide geslacht uit zijn broek, trok haar niemendalletje naar beneden, duwde hem op de bank en ging op hem zitten.

Ze bewoog op en neer en slaakte gewillige kreetjes. Hij functioneerde mechanisch. Door zijn hoofd schoten al haar flirts, scharrels, "beste vrienden". Hij zag hoe ze zijn eigen vrienden neukte. Hij was hen. Hij ging op haar vreemd. Hij keek naar het prachtige, 24-jarige borderlinelichaampje dat hem heftig aan het neuken was. De "oeh, ja, ja neuk me, owh, geile beer"-opmerkingen gingen aan hem voorbij. Hij zag haar ineens hoe hij haar vier jaar geleden al had moeten zien. Hij zag zijn eigen stupiditeit in, haar leugens, haar manipulaties, haar gedraai, haar huichelachtigheid.

"Ga van me af. Ga alsjeblieft van me af." Geschrokken opende ze haar ogen, stopte. "Waarom, schatje? Vind je het -me- niet lekker? Wil jij bovenop?" Hij verzuchtte. "Ga alsjeblieft weg. Weg uit mijn leven, en kom nooit meer terug, voor ik iets geks doe." Haar gezicht betrok. Een hatende blik groeide in haar ogen. "Denk je dat je mij zomaar weg kunt krijgen uit je leven? Ik wil je nu, en wat ik wil, dat krijg ik. Nu, net als vroeger, net als altijd. Dus neuk me, of ik loop naar de politie met je sperma nog in me. Ik neuk je gewoon klaar, of je het wil of niet." Haar blik verzachtte enigszins, naar een gespeelde tederheid. "Dus je hebt geen keuze, schatje. Je blijft altijd mijn lieve Pluis, toch?"

Ze boog zich naar hem toe en kuste hem op zijn mond. "Je weet toch dat ik van je hou?" Hij kuste haar terug. "Ik ook van jou. Tot de dood ons scheidt." Ze sloot haar ogen. Hij legde een arm om haar prachtige rug. Met de andere graaide hij geruisloos achter de bank. Het laatste wat ze hoorde was de klik van het overhalen van de veiligheidspal.

* Het Goede Doel - "Vriendschap"