Lowlifes en Breezertemeiers

Column door AryaMehr

Afgelopen zaterdag zat ik een beetje verveeld op de bank televisie te kijken, zoals dat de laatste tijd wel vaker het geval is. De televisie had weer niets anders te bieden dan de innovatieve wanproducten van programmamakers. In mijn ene hand had ik een blikje bier (het goedkoopste in zijn soort), in mijn andere hand de afstandsbediening en in mijn hoofd de gedachten over de discotheek die ik zou kunnen bezoeken. Er was een tijd dat ik minstens vier keer per week de stad opzocht, maar die tijd is voorbij; het is een verdrongen, maar soms wederkerende herinnering. Tegenwoordig koester ik een aversie tegen het uitgaansleven en de mensen die zich er ophouden.

In de begindagen was het werkelijk een geneugte om in een discotheek te zijn, om de schaars geklede vrouwen te aanschouwen, een glas whisky in één teug te ledigen, en mijn zuurverdiende centjes aan de gokautomaat te verliezen. Op vijftienjarige leeftijd dacht ik de hemel op aarde ontdekt te hebben, overgeleverd te zijn aan het genot dat God al zijn volgelingen had voorgehouden, als ik weer de drempel van de discotheek wist te passeren omdat de uitsmijter mij onverwachts de toegang tot de club had geschonken. Nu is die herinnering niets meer waard, slechts een ondersteuning als ik het gespuis dat er tegenwoordig loopt moet gadeslaan en analyseren.

Nu is een discotheek de verzamelplaats van drommen kruimeldiefjes en zeer gewillige, maar ook veel te jonge sletjes. Deze breezertemeiers bijvoorbeeld komen altijd vóór 0.00 uur omdat de entree dan gratis is. Als ze eenmaal binnen zijn sprokkelen ze, vaak in groepjes van drie of vier, het kleingeld uit hun handtas bijeen en bestellen ze allen een breezertje of rode wodka Redbull. Met dat drankje zijn ze op z’n minst twee uur zoet - en maar lurken aan het duo rietjes waarom ze gevraagd hadden - met als wonderbaarlijk resultaat dat het glas nooit leeg raakt, net zo lang tot de discotheek voor driekwart gevuld is.

Eerder, het zal zo rond één uur zijn, stoof ook een legioen "gangsters" de discotheek binnen, van die mensen die te vaak clips van 50 Cent hebben gezien op de televisie en die bovendien de gehele inhoud van een pot gel van de markt in hun haar smeren. Deze mensen zijn vaak getooid in nepmerkkleding - hoe vaak heb ik wel niet een Turk met een Dolce & Bandana trui zien lopen - en hebben dikwijls veel te lange en dikke gouden kettingen om hun nek, zo zwaar dat enkelen er krom bij lopen. (Ik weet dat The A-team weer op tv is, maar sommigen maken het echt te bont.) Enfin, het geteisem posteert zich meestal aan de zijkant van de dansvloer om een goed beeld te krijgen van de loopse teefjes, die inmiddels routineuze danspasjes verrichten, en keurt het vlees alsof het erfplichtige slagerszonen zijn.

Om het half uur ontstaat er ergens een vechtpartij omdat iemand uit partij A suggereert dat een ander uit partij B hem ‘vies aankeek’, wat dat ook moge zijn. Als de vechtpartij aan de gang is en de uitsmijter, sloom geworden door de wekelijkse overdosis steroïden, veel te laat ter plekke is, staan er onderhand een paar van die breezertemeiers gillend en krijsend tussen de vechtende menigte. Wat hun binding is met het voorval? Niemand weet het. Het bevreemdt dan ook niemand dat deze sletjes zich stelselmatig mengen in de vele confrontaties. Als de gemoederen bedaard zijn, lopen de meisjes in kuddes naar het damestoilet om te kijken of de kleurplaat in hun gezicht nog intact is en of de minirok door het tumult van eerder niet bevuild is geraakt.

Als het steeds later op de avond wordt en het nóg drukker is dan daarvoor, legt één van de lowlifes, die eerder gevochten had, contact met een breezertemeier - hij dacht dat zij hem net kwam bijstaan. Soms is een knipoog van de jongen voldoende om zijn prooi naar hem toe te lokken. Zij komt uiterst volgzaam naast hem staan en wordt blootgesteld aan de immens grote imaginatie die hij bezit, niet te spreken over zijn gehuichel over haar bijzonderheid. De twee pappen aan, wisselen nummers uit, maar kunnen eigenlijk niet zo lang wachten. Ze besluiten daarom over exact tien minuten buiten af te spreken en friemelen ongegeneerd aan elkaar in een steeg nabij de discotheek.

De jongen keert voldaan terug naar zijn maten en beschrijft hun de heroïsche handelingen die hij zojuist heeft verricht. Zij, licht teleurgesteld, overvallen door een dorstig gevoel, bekijkt haar vriendinnen somber en bekent dat ze op hem afgeknapt is. Niettemin accepteren de meiden gretig de drankjes die hij en zijn maten hun trakteren. Een half uur voor sluitingstijd lopen de meisjes ongemerkt weg bij de jongens en zoeken hun fietsen op, die ze een kilometer van de discotheek hebben geparkeerd om wel "cool" te blijven, en rijden richting huis. De jongens maken elkaar wijs dat ze het nummer hebben gekregen van het meisje dat bij hen stond, maar in werkelijkheid zijn ze allen gewogen en te licht bevonden.

Bij de uitgang staat nog steeds hetzelfde koppel beveiligers als toen je kwam. Als ze zien dat je in de drukke rij van de jassen gaat staan, wachten ze je handenwrijvend op. Deze moderne vorm van bedelarij wordt blijkbaar gedoogd. Je moet hen wel iets geven - het liefst meer dan iets - want anders zullen ze je een volgende keer de toegang ontzeggen.

Terug op de bank en terug aan het bier, al kijkende naar die commercials van 'geile tienerhoertjes' die ik zou moeten bellen, verzucht ik de armoede in de discotheek. Ik pak een nieuw biertje. Nee, serieus. Het is beter om de discotheek te vermijden. Thuis achter mijn televisie is het veel beter. Dan maar weer de toeschouwer van een Pool Party.

Özcan Akyol

Heb jij een aardige column geschreven over Breezers of iets anders? De columnsubmit ontvangt je submitje maar ál te gretig!