Creditcard gezin

“Schat?” “Ja lieverd?” “Die deal is toch niet doorgegaan hoor” “Oh?” “Ja die vent van marketing, eehm die Richard, offeh Ronald, nee R.. dinges..” “Ja?” “Nou die dus, die zei tegen Frits-Gerard even tussen neus en lippen door dat de quota targets van vorig jaar nooit gehaald kunnen worden in die nieuwe propositionele structuur” “Och, dat meen je niet schat” “Ja echt, dus ik heb er behoorlijk de pee in, ik denk dat ik er vroeg in ga hoor” “Dat is goed schat”.

Dus je weet al een paar dingen: manlief is dik, heeft sluik haar en een bril, rijdt een Audi A4 Avant, Golft in het weekend en heeft een bescheiden geslachtsorgaan. Dit in tegenstelling tot zijn salaris overigens, welke fier boven modaal uitsteekt. Vrouwlief, daarentegen, koopt graag Oilily met de Amex, voor ‘de kids’, heeft eenmaal per week een obscure oestrogeen-meeting onder de noemer ‘Bridgen’ en krijgt haar zin alleen bij de tennisleraar. En andersom. Verder hebben de kinderen enkel dubbele namen onder de categorie “Kathedrale Koorschool”, kunnen ze niet tegen hun verlies, hockey-en ze onder dwang van pappa en neigen ze naar cricket. De jongste is een meisje, de oudste een jongen die zijn kraagjes op 8 jarige leeftijd al omhoog positioneert en vaak snel uitgekeken is op accesoires als een ipod, xbox en dokter bibber.

Wat probeer ik hier duidelijk te maken? Wat niet? Heeft er uberhaupt iemand ooit de ambitie gehad om dit te doorstaan? Ik kan het me niet voorstellen. Misschien denk ik beperkt hoor, dat sluit ik niet uit, maar toch denk ik dat het leven van een creditcard-gezin geen pretje is. Dat gezegd hebbende kan ik ook nog wel een ruwe gooi doen naar de toekomst: zoonlief gaat ’studeren’ op zn 18e. Hij gaat naar Groningen, bij het corps. Rechten. Makkelijk toch? Na 2 jaar studeren en feesten raakt hij zwaar aan de coke. Papa trekt openlijk zn handen van hem af, moeder en de tennisleraar staan nog wel bij met raad en daad maar geven uiteindelijk na een paar maanden op. Op zn 24e stort er een onbekende jongen van een willekeurig viaduct over de A6. “Een moeilijke jeugd” zeggen oud corpsgenoten. “Een lieve moeder” zegt de tennisleraar. Papa is nergens te vinden.

En dan de vrouwelijke schootvrucht. Gaat ook leuk studeren, want haar broertje “Doet het zo leuk!”. Ze staat in Amsterdam weldra bekend als ‘De hoer van de Rozengracht’. Ze is zwaar aan de alcohol en ze laat zich nemen door iedere willekeurige feut die zich meldt. De studie medicijnen is al jaren op een zij-, nee, achterspoor geraakt, maar uiteindelijk komt zij er - door het verlies van haar broer - wel bovenop en verslijt ze tot haar veertigste de dagen in een Onze Lieve Vrouwen Gasthuis/Blijf van mijn lijf-huis.

Moeders is inmiddels al lang en breed vertrokken met eerder genoemde tennisleraar en vecht voor alimentatie. Uiteindelijk komt zij er alleen voor te staan als tenniscoach Willem-Sjaak zijn nieuwe 19-jarige protege Marilene toch verkiest boven de overjarige, uitgezakte Gooische vrouw.

En papa? Die zit met Frits-Gerard op Texel, in de voormalige blokhut van wijlen Jan Wolkers. Hij heeft alle banden met zijn verleden doorgesneden, is een bedreven dichter en pensioneert vredig samen met zijn homosuele makker temidden van de schapen. Ex-werkgever GlaxoSmithKline zoekt hem nog voor fraude, maar zal hem pas rond een seniele Pinochet-gerechtigde leeftijd vinden.

Hmm. Doet hij toch iets goed? Mensen, ze zijn niet te voorspellen. Ik word er moe van..

<a href="http://www.shilka.nl" target="_blank">Shilka.nl</a><br>
<BR>