Karaoke: Nee!

Ik heb zo van die vriendinnen die zich niet vaker dan drie maal per jaar aan mij moeten presenteren.
Het zijn vrouwen waar ik wel van droom, maar waar ik niet van mag snoepen. Er is ofwel nog iemand anders in het spel, of ze zijn simpelweg niet geïnteresseerd in lichamelijke recreatie. Althans niet met mij. Het zijn de vrouwen met wie je meestal een goed of melig gesprek kunt voeren. Want ook dát hebben vrouwen soms nodig. Een gesprek.
Zodra het moment komt dat je hunkert naar de borsten en billen van de dame in kwestie, is het al te laat. Laat ik nu net zo'n stuk of vier van dit soort meisjes kennen.

V. is daar één van en haar ken ik uit mijn studententijd. Ze viel me meteen op tijdens de introductiedag. Zo'n dag waar een type leraar met corduroy jasje en bril vertelt wat ze allemaal van je verwachten het komende jaar en wat de onmenselijke deadlines zijn, wat verboden is en wat juist wel mag. Een leraar die je overigens de rest van het jaar niet meer ziet omdat bij nadere research het helemaal geen leraar blijkt te zijn maar de roostermaker die toevallig invalt voor de eigenlijke leraar die de boel aan elkaar zou moeten praten maar acuut last kreeg van speech-vrees en thans bij de vrouw thuis uithuilt en dit alles bij de directeur heeft gemeld als een 'heersend griepje'.

Ze zat wat onrustig op een stoel te draaien en het mag misschien raar klinken maar daar raak ik nu eenmaal opgewonden van. Ieder z'n meug. Ze kon het niet opbrengen om langer dan vijf minuten te luisteren naar het gestotter van de roostermaker die ik zonet nog voor leraar aanzag. En ik gaf haar geen ongelijk. Een werkelijk dodelijk saaie opsomming van regels en activiteiten zorgde ook voor een grote onrust in mijn brein. Ik zat in mijn hoofd al bij het meisje op schoot. O, hoe graag zou ik ook op de schoot van dit meisje willen draaien uit verveling! De felle TL- buizen in de aula (waar de speech plaatsvond, dit was ik zonet nog vergeten te vermelden.) schenen flets op haar bleke gezicht. Ze had lieve sproetjes op haar neus en haar ogen verraadden een nogal onrustige nacht die ze wellicht net achter de rug had. Het meisje was erg slordig en nonchalant gekleed. Met een pennetje maakte ze soms wat aantekeningen (soms ook met een augurk en heel af en toe schreef ze met een slagersmes, doch het pennetje viel mij op) maar over het algemeen keek ze verveeld in het rond. De woorden van de roostermaker verzopen in mijn oren als een golf van roze waanzin. Of ik was dronken, óf we hadden te maken met acute verliefdheid. Ik gokte op het laatste, omdat het pas negen uur in de ochtend was en dronkenschap (althans toen nog) uitgesloten leek. Heel af en toe leek ze te kijken, maar hoe vaak heb ik me daar al in vergist! Soms lijken meisjes naar je te kijken, maar staren ze feitelijk dwars door je heen. Toch besloot ik mijn onzekerheid in deze te negeren en achter haar aan te sluipen wanneer de toespraak van de roostermaker voorbij was.

Er kwam beweging in een groepje ijverige studenten die de gehele voordracht netjes vooraan stonden om zo maar geen woord te hoeven missen. Een teken dat er begonnen kon worden met de lessen. Ik hield haar scherp in de gaten en verplaatste me alvast naar de koffieautomaat. Om uit de aula te komen moest ze namelijk eerst langs de koffieautomaat lopen. Kans was dus groot dat ze mij zou opmerken. Een briljant plan van mezelf. En logisch bovendien.

Over die ontmoeting bij de koffieautomaat schrijf ik dezer dagen nog een dikke roman. Ik beperk me nu even tot het feit dat ik na deze historische kennismaking regelmatig te maken kreeg met een hartverzakking als ik V. weer zou zien. V. Zo heette ze.

V. en ik werden dikke maatjes, zoals dat heet. V. was onbereikbaar, want snel wist ik al dat ze een vriend had op wie ze zeer op gesteld was. Een onmogelijke opgave voor mij om daar tussen te komen. Hoewel de kans zich op een gegeven ogenblik wel heel goed voordeed en ik zelfs bijna beet had na een zogenaamde 'crisis'. Ook daar zal ik ooit nog eens een trilogie over schrijven.

Ik droomde 's nachts van V. in ondergoed en dat kan maar één ding betekenen. Een vriendschap was onmogelijk en het mag misschien raar klinken maar daar raak ik nu eenmaal opgewonden van. Het hele schooljaar (ik hield het na het eerste jaar immers voor gezien) ondernamen we schoolse en na-schoolse zaken. Deze zaken liepen overigens vaak door elkaar. Studeren in een kroeg werd een stevig partij zuipen en stevig zuipen liep uit op studeren. Een te gekke tijd. Vooral voor haar vriend die bij god niet wist wat-ie met mij aanmoest. Ik stelde hem gerust door te zeggen dat ik enkel en alleen 'een goede vriend' was. Maar ik kon mij er niet van weerhouden om op datzelfde moment te denken dat ik zijn kop met een roestige heggenschaar van diens romp zou moeten scheiden. Een moeizaam jaar voor mijn hart en ziel. Maar ach, hoezeer hield ik van V. Het was een type vrouw dat alles wel best vond en zich vooral niks aantrok van de omgeving. Dat leverde soms genante momenten op, maar over het algemeen hield ik werkelijk van haar anarchistisch gedrag. Het type vrouw dat vriendelijk de middelvinger opsteekt naar iedereen die haar passeert.

En zo kon het gebeuren dat V. en ik afscheid van elkaar moesten nemen. Ieder z'n eigen weg en wat overbleef was een kater in mijn kop en een vertrapt hart. In een niet al te helder moment had ik nogal zitten doorzagen over mijn verliefdheid en had haar als het ware 'onder druk gezet'. Exit V. Toch zien we elkaar zo nu en dan wel eens en dan is het altijd weer een feest.

Op de eerste echte koude dag van dit jaar zou ik haar weer zien na een dikke zes maanden absentie. We zaten recht tegenover elkaar aan een tafeltje in mijn favoriete kroeg te Eindhoven alwaar we thee lurkten. Het was op dat moment dat een wel zeer prangende vraag me dwars zat. Een kwestie waar ik toch al een aantal jaren niet helemaal zeker van was.

'V. Zeg eens eerlijk, heb jij in al die jaren dat ik je nu ken al eens schuldig gemaakt aan karaoke?'
'Uh. Nou, het was op een feest van een verre neef van me dat ik inderdaad een poging gewaagd heb.'
'En? Heb je daar nu niet onderhand spijt van?'
'Weet je, het viel achteraf allemaal wel mee. Ik ben er ook niet meteen trots op, dus je hoeft het ook niet meteen tegen iedereen te vertellen.'
'Maak je geen zorgen, niemand komt dit te weten. Maar waarom V.? Waarom?'
' Ach, het was laat en gezellig en dus dacht ik...'
'...Laat ik maar meedoen met de karaoke machine.'
'Ja... zo is het ongeveer gegaan.'
'Echt geen dwang van buitenaf dus?'
'Nee, voor zover ik me kan herinneren niet nee, maar zoals gezegd, het was al laat.'
'Weet je waar ik laatst nog aan dacht, V. Die karaokemachines... zijn die gewoon in de winkel verkrijgbaar?'
'Nu je het zegt... ik heb werkelijk geen idee! Bestaat er eigenlijk nog wel een markt voor?'
'Volgens mij niet... ik neem aan dat men tegenwoordig toch heil zoekt in ander volksvermaak. Karaoke is toch wel een beetje uit de mode. Althans in mijn kringen kom ik dit soort gein niet meer tegen.'
'Maar de homosexuelen dan? Die kun je toch niet zomaar laten zitten!'
'Daar zeg je zowat'.
'Nee, karaokewinkels bestaan nog steeds. Denk alleen niet meer in grote aantallen. Daarom vallen ze ook niet meer zo op'.

Een wijze vrouw, die V. Bij het afscheid knuffelde ik haar innig en daar schrok ze weer van. Het zou echt nooit wat kunnen worden. Onze werelden lagen te ver uit elkaar als het om liefde ging.
Bovendien deed ze aan karaoke. De trut.