De onfortuinlijke erfenis van Fortuyn

In Nederland heerste volledige losbandigheid na de Tweede Wereldoorlog. De frustraties van de Duitse bezetting werden afgeworpen, Trees had een Canadees en ook tante Sjaan liet zich gaan met een Amerikaan. De geest was uit de fles, maar niet voor lang. De elites wisten de calvinistische spruitjeslucht uit de jaren dertig terug te stoppen. Een ieder werkte in zijn eigen zuil samen apart aan de wederopbouw. De liberalen, de socialisten en de verschillende confessionele partijen hadden hun aanhang stevig onder de duim. De communisten waren minder consensusbereid, maar de Koude Oorlog zorgde ervoor dat hun populariteit zienderogen slonk. Zo gingen de jaren vijftig over in de revolutionaire zestiger jaren.

Hippe vogels en pacifisten bevolkten de Nederlandse straten. Een tijd van nieuwe partijen of hervormingen binnen bestaande partijen. De geest van de vrijheid die na de tweede wereldoorlog even uit de fles was, is dan definitief in de atmosfeer. Tolerantie, vrijheid en blijheid gingen gepaard met een gigantische welvaartsgroei. De werkgelegenheid groeide en de jongens en meisjes van Jan de Witt konden (of wilden wellicht) het werk niet meer alleen aan. Na Italianen, Spanjaarden en Joegoslaven, werden grote groepen Turken en Marokkanen geronseld. Het kon allemaal, de welvaart leek gegarandeerd al waren door de oliecrisis (1973) de eerste barstjes zichtbaar.
Ook de opvang van grote groepen Surinamers in 1975 en 1982 was geen probleem. Daarnaast hadden steeds meer Antillianen heel goed door dat hun kansen in Nederland aanzienlijk beter waren dan op de Caraïbische eilanden.

In de loop van de jaren tachtig werd de economische crisis voelbaar. Gastarbeiders uit de jaren zeventig werden weliswaar Medelanders, maar economisch kregen zij het steeds moeilijker. Tegelijkertijd groeide het besef dat terugkeer naar het land van herkomst geen optie (meer) was.
De hippies verdwenen en maakten plaats voor yuppen (Young Urban Professionals). Deze groep en belichaamde steeds meer de tijdsgeest. Ieder voor zich en God ... die speelde geen rol meer. Onvrede was er wel, de eerste antibuitenlander sentimenten groepeerden zich rondom de Centrumpartij, later de CentrumDemocraten van Janmaat.

Terwijl de Koude Oorlog achteraf vrij onverwacht ten einde kwam, worstelde de Nederlandse economie zich uit een dal. In de jaren negentig groeiden de bomen weer tot aan de hemel en in Nederland gebeurde het onmogelijke: de sociaaldemocraten en de liberalen vormden samen twee Paarse kabinetten.

Inmiddels ontaardde de mondiale overwinning op het communisme in een jacht op oliebronnen waarin de VS, als enig overgebleven supermacht, haar hand steeds meer lijkt te overspelen. En Nederland? Dat leefde onbekommerd door onder de Paarse hemel. De multiculturele samenleving had ogenschijnlijk geen last van de "clash of civilizations". Grote groepen leefden langs elkaar heen en hadden in toenemende mate geen kennis meer van elkaar.

De jaren negentig. De vooroorlogse generatie wordt stokoud, de wederopbouwgeneratie geniet van hun welverdiende pensioen, terwijl de babyboomers met de macht van hun getal en hun eeuwige gelijk alle macht naar zich toetrekken en vooral oog hebben voor hun eigen rechten. De werkende generatie wordt kleiner en de angst voor de vergrijzing neemt toe. Met als gevolg dat de solidariteit afneemt. Grote groepen lijken voor een langere periode af te haken en de volkswijken verworden tot achterbuurten en no-go areas. Voormalige gastarbeiders en/of Medelanders worden Nederlander, maar kunnen de aansluiting steeds minder vinden. De onverschilligheid van de voorgaande decennia lijkt om te buigen naar intolerantie. Tegelijkertijd richten steeds meer allochtonen zich op de eigen etnische groep in plaats van de Nederlandse samenleving waarbij het geloof hen houvast biedt. Met name bij de tweede en derde generatie Marokkanen lijkt de afkeer van de Nederlandse samenleving toe te nemen. Velen merken het nog niet, maar een groeiende groep heeft er, terecht of onterecht, last van. En als ze er iets van zeggen worden ze, terecht of onterecht, racisten genoemd of erger nog, domweg genegeerd. De onvrede groeit en nog leven de meeste Nederlanders gelukkig, individualistisch en onwetend verder en bereiken de 21e eeuw.

Als de spanning tussen het Westen en radicale Moslims, altijd latent aanwezig, groter wordt, de Twintowers door Al Quaida verwoest worden en president Bush zijn ware aard laat zien, zijn de rapen gaar in de wereld. Ook Nederland wordt ruw wakker geschud en alle onvrede lijkt zich te kanaliseren. In een keer is Pim Fortuyn booming en zijn aanhang groeit met ieder televisieoptreden van de intelligente en goedgebekte politicus. Fortuyn, die Joop den Uyl als grote voorbeeld heeft, maar nooit definitief onderdak heeft gevonden bij de sociaaldemocraten, krijgt de kans om alle onvrede op geniale wijze te verwoorden. Hij raakt daarbij een gevoelige snaar, of eigenlijk een open zenuw in de Nederlandse samenleving. We zullen nooit weten of Pim het antwoord had. Zijn opvolgers en partijgenoten van de LPF hebben nooit het vertrouwen van de Nederlandse kiezer gekregen. Ze zijn nu op sterven na dood. Maar de open zenuw is nog niet gedicht.
In de onlangs verschenen "Geschiedkundige Canon van professor Frits van Oostrum" wordt de woelige periode na 2000 al aangehaald zonder daarbij Pim Fortuyn te benoemen.

De 26 zetels van de LPF uit 2002 zijn als sneeuw voor de zon verdwenen, al proberen aanhangers en sympathisanten het erfgoed van Fortuyn nog te beschermen, toch hebben Wilders, Eerdmans en/of Pastors in de peilingen een zeer beperkt aantal zetels. Ook de verwachte toestroom van ex-LPF-ers naar de VVD blijft uit, ondanks Rita Verdonk.

Goed, de economie gaat beter, maar de onvrede is nog onverminderd groot. Nog steeds zijn er grote groepen in achterstandwijken die ontevreden zijn, opereren groepjes jonge Moslims als autonome geloofsgemeenschapjes, die hun verongelijktheid over het uitblijven van kansen omzetten in radicalisering. Nog steeds is de strijd in het Midden-Oosten en andere Islamitische landen zich aan het verhevigen en nog steeds is president Bush de wereldleider die als een katalysator voor oorlog werkt.

Waar zijn de ex-LPF-ers in de peilingen? Komt er nog een stembusrevolutie in november 2006 of is het geluid verstomd? Wat doen we als Nederlandse samenleving met het geluid van Pim Fortuyn en diens tragische dood? De erfenis van Pim Fortuyn lijkt op onfortuinlijke wijze te verworden tot een randverschijnsel.