Het kruis van Donner

Via de submit van onze gastcolumnist SCH:

Piet-Hein en ik spraken af op Station Amsterdam Bijlmer. "Kunnen we zwaaien naar de bajes", zei ik. Was als grapje bedoeld. Of het dan nog ver was en of hij zijn fiets in de trein mee moest nemen, was zijn afgemeten reactie. Bij de toegangscontrole ging het direct al bijna mis. Hij ging bijna op de vuist met een van de veiligheidsmensen toen hij zijn rolletje King-pepermunt in moest leveren. Of hij het in de container wilde gooien. Hij was aangeslagen: weggooien? Hij propte zeven pepermuntjes in een keer in zijn mond en liet de rest van de snoepjes los in zijn jaszak glijden.

Op het veld hield Piet-Hein direct zijn mp3-spelertje in de aanslag want van de voorlichters moest dit morgen meteen op de podcast. Hij sprak het woord uit als 'potkast'. Onrustig tuurde hij door zijn verrekijkertje. Ik zie helemaal geen kruis, riep hij. Er klonk een licht sprankje teleurstelling in zijn stem door maar meteen daarna glinsterden zijn ogen. "Zou ze dan toch naar me geluisterd hebben?" Hij had al snel door dat een stadionconcert iets anders is dan een uitvoering van de Mattheuspassion en het decor per nummer verandert. "Dus het duurt maar een paar minuten, dat kruis?." De eerste barstjes in zijn calvinistische schild werden zichtbaar. Dat ze maar bij één nummer aan het kruis hing en niet de hele avond, dat had immers niemand hem verteld. Maar hij herstelde zich snel toen hij een bevestigend antwoord kreeg op de vraag of ze toch wel die doornenkroon op haar hoofd zette. Want daarmee deed ze toch echt Jezus na. Het concert begon en Piet-Hein keek zijn ogen uit maar was vooral nerveus. Komt het al, komt het nu? Ik zie nog steeds geen kruis. Madonna liet de minister niet lang in spanning en al na ruim twintig minuten stootte ik hem aan bij de eerste klanken van Live to Tell. Hij ging op zijn tenen staan en zag minutenlang dansers die ingewikkelde acrobatische toeren uithaalden en beelden van zieke kinderen. De danser die een jongen uit de Bronx uitbeeldde en zichzelf door het hoofd schoot, maakte indruk, zag ik. En toen was daar het kruis. De lipjes van Piet-Hein persten zich samen en hij vouwde zijn handen. Was hij aan het bidden of moest hij gewoon nodig naar het toilet. Dit was duidelijk het moment waarop hij had gewacht. Nu kon niemand hem meer verwijten dat hij er zelf niet bij was geweest. Politici moesten immers met de poten in klei staan en contact zoeken met de burgers. Nou dan, hier was hij: de minister van Justitie. Op persoonlijke kruistocht tegen haatzaaierij en blasfemie. Wat dacht dat mens wel. Dat ze zomaar Jezus na kon doen hier in het land waar de normen en waarden juist zo aan kracht hadden gewonnen. Kom op zeg, dan had ze niet op Piet-Hein gerekend.

"Ze heeft helemaal geen spijkers door haar handen zoals Jezus, wat een nepimitatie", sliste hij al na dertig seconden. Toen zag hij dat Madonna niet echt hing maar op een verhoginkje stond en kwam hij er achter dat het kruis een kunstige ijzeren installatie was en helemaal niet van hout. En die filmpjes van zwarte zieke kindjes die op die schermen werden geprojecteerd, wat hadden die dan te betekenen? En wat deden die bijbelcitaten in beeld over dat Jezus het juist voor de allerzwaksten opnam? En die reeks getallen die maar opliep. Wat was dit allemaal? Piet-Heins onderlip maakte een wat merkwaardige trillende beweging. Ik bespeurde de verwarring in zijn ogen. Dit was niet wat hij had verwacht. Dit leek in de verste verte niet op de kruisiging van Jezus. Waarom had niemand hem hierover verteld? Madonna zou als Jezus aan het kruis hangen. Maar je kon toch moeilijk volhouden dat dat hier het geval was.

Ik keek hem triomfantelijk aan en vroeg of hij nog steeds zo overtuigd was van de blasfemie. Of hij het nog steeds zo graag wilde verbieden. Hij stotterde: "Ze had wel een doornenkrans op het hoofd." Kom op Piet-Hein, lachte ik: je week wordt nog moeilijk genoeg. Geef nou maar toe dat je fout zat. Madonna bedoelt dit goed, tegen aids en zo.

We wandelden naar de uitgang op de klanken van La Isla Bonita en buiten kregen we een briefje in onze handen gedrukt van een meisje in een grijze rok. 'Jesus loves you Madonna' stond erop. Piet-Hein keer er naar, las het en keek er nog een keer naar. Hij begon te grinniken wat overging in een hysterische lach. De tranen rolden over zijn wangen. Tuurlijk, hijgde hij. Ook van haar. Natuurlijk. Ook van haar.