Arnhemse meisjes (25)

't Is de op een na laatste aflevering, en mijn allerlaatse kans om voorgoed af te rekenen met alle Arnhemse meisjes die in het afgelopen half jaar niet langsgekomen zijn. Dat zijn er niet zo heel veel eigenlijk
Er was natuurlijk dat meisje dat zich gewillig uitkleedde, en toen ze daarmee klaar was, te horen kreeg: "Of zullen we iets heel anders gaan doen?" Maar jammer genoeg was dat een anekdote van een stoere vriend, althans vriend, iemand die ik wel eens sprak op het schoolplein, of liever gezegd, iemand aan wie ik wel eens voorbij slenterde, tenminste, de ene keer dan toch dat hij vertelde over dat meisje dat zich uitkleedde en dat hij toen voorstelde om iets heel anders te gaan doen.
Want stoere vrienden had ik niet. Steeds als ik een stoere vriend wilde scoren, werd ik immers in elkaar geslagen.

Ik heb dus in totaal verkering gehad met twee Arnhemse meisjes, en als je dan denkt, plus de gebruikelijke one night stands, nee, had ik niet. Toch wel een paar keer gewoon getongd dan? Nee, ook niet. Een gewoonte trouwens, die ik mijn hele leven volgehouden heb: niet tongen als je geen verkering hebt. Geen wonder dat ik nogal moeilijk verkering kreeg!

Dertien afleveringen over twee meisjes, het was misschien een iets te ambitieuze opgave. Anderzijds, had ik over de jaren daarna (toen ik in Nijmegen studeerde) dertien afleveringen moeten schrijven, dan zou dat ongeveer even spannend zijn geworden als een live verslag van een middag vissen in een lege vijver. Werden ze verliefd op een jongen, dan kwamen ze in zelfhulpgroepjes bij elkaar om dat probleem te bespreken. Daarbij waren mannen niet nodig, zo min als mannen überhaupt nodig waren - behalve als gemeenschappelijke vijand; maar voor dat doel waren enige inboorlingen (bangelijk bijeen in de kruin van een palmboom) op Madagascar al genoeg geweest. Er circuleerden serieuze plannen om voldoende zaad voor de komende 600.0000 generaties af te tappen (daarvoor is één lozing al voldoende, hadden ze berekend met behulp van de nieuwste biologische inzichten; niettemin werd er gruwend besproken hoe aan dat zaad te komen en wie zich voor dat walgelijke klusje zou moeten opofferen) en daarna voorgoed af te rekenen met het mannelijk geslacht. Door een vruchtwaterpunctie in de twintigste week kon het geslacht van de foetus worden vastgesteld, en was het een foute, dan hup, naar de Boerhavekliniek. Ja! Je was tenslotte baas in eigen buik, daar hadden de zusters tien jaar geleden immers niet voor niets voor gestreden... Binnen zestig, hooguit tachtig jaar zou er geen man meer op deze aardkloot hoeven rondlopen.

Nijmeegse meisjes, dat was niks. Er hingen posters op hun kamer van een vrouw met woest okselhaar en zware wenkbrauwen, die de make up van tafel veegde: "Ruk af dat masker!" En op de bierviltjes stond: "When God created men, She was only joking." Op de draaitafeltjes lag altijd Joan Armatrading, lesbisch én negerin, dus dat was dubbel scoren. Nijmeegse meisjes... Mysterieuze Magda, die heel diep kon praten, althans dat vermoedden we, ze zweeg namelijk voornamelijk. Ze was niet echt lesbisch, maar ze vond de man wel een onderdrukker en daar slaap je niet mee. Misschien deed ze het wel, maar dan stiekem. En in elk geval niet met mij.
Potige Colinde, actief in de CPN, ribfluwelen rokken en kuiten als heipalen. Dat zij lesbisch werd, werd door eigenlijk niemand betreurd.
Kekke Yorien, de enige die haar lusten nog wel eens liet gaan, en uit geldgebrek haar pessarium hergebruikte; ze bewaarde het in de maizena. Daar kwam ik achter toen ik haar eens hielp koken en de kaassaus wat dun vond. Onnodig te vermelden dat het pessairium in de maizena bleef als ik bij haar op bezoek kwam...
En Hansje, die echt diepe gesprekken voerde; ze zweeg daarbij niet diep zoals Magda, integendeel; Hansje liet je nauwelijks praten. Maar ze zaagde je door, en daarna nog eens, en nog eens en nog eens, tot je in blokjes van drie vierkante millimeter op zoek ging naar een deur. Het is meer dan eens voorgekomen dat ik in mijn studentenkamertje met een kaasbijltje boven mijn piemel stond, na een avond met Hansje, klaar om dat vermaledijde ding er maar af te hakken. Gelukkig redde Harko me dan, een student geologie die in de kamer naast mij huisde en verliefd op mij was.

De Nijmeegse meisjes zouden dus nog minder stof hebben geboden voor 13 afleveringen... Zo heel af en toe schiet me nog eens een achternaam te binnen. Hansje Van der Sluis, verrek, Van der Sluis heette ze! Dan sprint ik naar google. Meestal zijn ze werkloos, maar verrichten nuttig werk in een wereldwinkel, komen op voor de erkenning van transseksuele spijtoptanten of maken zich sterk voor het behouden blijven van het 40+ vrouwenuurtje in het Sportfondsenbad. Zelden is er sprake van man of kinderen. Nee, Nijmeegse meisjes, hun sop is de kool niet waard.

Aan Eelco de eer het licht uit te doen volgende week. Het was mij een genoegen!