Vreemdgaan met je droomvrouw

Groene ogen kijken me indringend aan. Ik heb een zwak voor groene ogen. Al zolang ik me kan herinneren. Of vrouwen die een beetje loensen. Wildheet word ik ervan. In een vlaag van volledige verstandsverbijstering heb ik deze fetisj-achtige voorkeur ooit aan een van mijn zussen opgebiecht. En als een echte zus betaamd heeft ze vervolgens lustig misbruik gemaakt van deze toch enigszins discrete informatie. In menig Sinterklaasgedicht ben ik sindsdien gekoppeld aan de leeuw van Daktari, werden er groene kattenoog - knikkers op mijn kussen gelegd en worden vriendinnen met bruine, blauwe of zelfs grijzige ogen al jaren niet meer serieus genomen.
Groene ogen kijken me indringend aan. Net iets te lang. Ze loopt terug naar haar tafeltje en gaat weer zitten. Ik kan alleen maar kijken. Secondenlang. Minutenlang. Haar vriendin heeft het door en begint te grinniken. Ze knikt vriendelijk. Als een dief in de nacht vlucht mijn blik in een andere richting. Blozend tot in mijn nek draai ik me snel om en loop ook terug naar mijn tafeltje. Ik voel mijn wangen gloeien. Mijn hart bonst in mijn keel en ik heb dorst. Vreselijke dorst. Ik ben verlamd door de mooiste ogen. Verdoofd door de warmste blik. Ik voel me een held en een sukkel tegelijk. Ik kies voor de held en kijk nogmaals haar kant op. Ze zit met haar rug naar me toe. De vriendin zit achter haar verscholen. Vreemd genoeg voel ik me opgelucht. En opgelucht haal ik adem. Voor de zekerheid ga ik op de lege stoel tegenover mij zitten. Nu kan ik haar veel beter zien.
De avond duurt voort. Af en toe kijk ik stiekem haar kant op. Ze zit er nog steeds. Ze is inmiddels zo gaan zitten dat ze mij ook beter kan zien. Ze lacht naar me. Als in een Amerikaanse 'high school movie' lach ik naar haar terug. Alleen de beugel ontbreekt nog in dit plaatje.
Er worden grappen gemaakt. Er worden verhalen verteld. Ik krijg er niet zoveel van mee. Ik ben duidelijk een beetje van slag. Ik schuif mijn stoel naar achter en loop naar het toilet. Secondenlang sta ik voor het urinoir. Er komt niks. Automatisch knoop ik mijn gulp weer dicht en draai ik me om naar het wasbakje. De kraan lekt een beetje. Met mijn handen spat ik wat water in mijn gezicht en wend mijn blik vervolgens naar de spiegel. Twee lichtblauwe ogen kijken me indringend aan. De doekjes zijn op. Met mijn mouw veeg ik de druppels van mijn gelaat. De deur staat nog open. Uit het niets staat ze voor me. Uit het niets zoent ze me vol op de mond. Zonder reden. Zonder iets te zeggen. Secondenlang. Minutenlang. Ik knijp mijn ogen stijf dicht. Secondenlang. Minutenlang. Voorzichtig doe ik ze weer open.
Twee reebruine ogen kijken me indringend aan. Het is mijn vriendin. "Goedemorgen liefje, lekker geslapen?" Ze kust me zachtjes in mijn nek en stapt uit bed. Met fijngeknepen ogen vecht ik tegen het licht. Ik wacht tot ze de slaapkamer heeft verlaten. Dan doe ik mijn ogen snel weer dicht.