Dertigers - blues

Mijn vingers jeuken. En dat heb ik een tijdje niet gehad. Tegen de band heb ik verteld dat we meer moeten spelen. Dat het daar aan ligt. Dat ik het mis. Ze knikten instemmend. De werkelijkheid is anders. Ik heb zojuist mijn kerstboom opgetuigd en reageer kennelijk licht allergisch op de naalden. Maar hij staat. En hoe! Niet groter dan één meter tien maar trots als Lenin prijkt mijn bloedeigen spar in de woonkamer. Bruto lengte overigens, want de zilverkleurige piek verlengt zijn netto aanzicht met enkele centimeters.
De cd-speler draait alle foute kerstklassiekers achter elkaar. Maar ik geniet ervan. Ik houd van de kerst. Al zolang ik me kan herinneren. En bij kerst horen kerstklassiekers. Vooral die ene van Fay Lovski. Daar mogen ze me zelfs midden in de zomer voor wakker komen maken. Wat een juweeltje.
Buiten heeft het gesneeuwd. Hier en daar blijft er een laagje liggen. In de goot van mijn afdak baddert een meesje. Misschien checkt hij vast mijn vogelhuisje voor het voorjaar. Zoals wel meer mannen deze koude dagen op Funda het woningaanbod doorpluizen.
Ik was deze kerst van plan het internet eens met rust te laten. Ik heb een aantal boeken verzameld die ik de komende weken wil gaan lezen. Van alles wat. Van standaard 'dertigers-blues' boeken tot een boek over hoeveel beter het wel niet zou kunnen in dit land. Met 'dertigers-blues' bedoel ik de zogenaamd sociaal-emotioneel zelfreflecterende gelukszoekpsychologie boeken. Lectuur dus. Van die boeken die bij de Slegte half buiten half binnen liggen. Dat stukje winkel waar je het verschil in temperatuur het sterkst voelt.
Naar het schijnt hebben vooral dertigers behoefte aan dergelijke reflectie. Voor het eerst in mijn leven ben ik dus ergens vroeg bij. Ik loop voor op de feiten. Of de feiten lopen achter op mij.
Dertigers praten sowieso veel over ervaringen en wat ze erbij voelden. Rationaliseren van je gevoelsleven vind ik dat. Om doodmoe van de worden. Maar goed, zelfreflectie is in. Ik laat dat liever aan anderen over. Een collega beet me een tijdje geleden ongevraagd een beknopte analyse van mijn karakter toe. Op borrels na iets teveel van diezelfde borrels heb je nu eenmaal van die gesprekken. Een optimist vond ze me. Iemand die genoeg had van verdriet en zodoende daar met wijde bogen omheen leefde. Weinig blues aan, dacht ik nog. Een optimist. Dat is toch eigenlijk een slecht geïnformeerde pessimist? Dat heb ik ooit ergens gehoord. Toch nog een beetje blues.
En nu komt 2006 eraan. Met rasse schreden. Het jaar dat de boeken in zal gaan als het jaar dat het Nederlands elftal wereldkampioen voetballen werd. Het jaar van onze definitieve doorbraak en het jaar dat Talpa uit de lucht werd gehaald. Mocht een van deze stellingen daadwerkelijk uitkomen, begin ik acuut een bedrijfje met Jomanda. Zelfreflectie en zelfheling, bijna hetzelfde.
Het jaar 2006 zal hoe dan ook het jaar zijn dat ik dertig werd. En dat is heel veel blues voor een optimist!