De hazen van mijn levensloop

Vorige week zag ik beelden van de marathon van Amsterdam. Haile Gebrselassie won daar en zette een parcoursrecord neer. Toch was hij niet tevreden want hij wilde het wereldrecord verbreken. En om dat record te verbreken had de organisatie een blik hazen opengetrokken. Deze gangmakers moesten Haile een toptijd bezorgen. Die hazen waren tegelijkertijd met de uiteindelijke winnaar gestart en wisten al meteen dat zij de finish niet zouden zien.

Het blijft daarom een vreemd fenomeen dat er mensen worden ingezet om de toplopers uit de wind te houden, zonder dat ze zelf deelnemen aan de wedstrijd. Net zo vreemd als in de buurt van iedere voetballer iemand met een paraplu zetten, om hem zo te beschermen tegen de regen. Of als een hard schaatsende Jochem Uytdehaage die, op het WK in 2004 tijdens het uitrijden, gang maakt voor de koersende Carl Verheijen. Als het startschot klinkt, dan zou het toch enkel en alleen op jezelf aan moeten komen? Tenminste in de sport. Want in het leven is het inzetten van hazen zo gewoon, dat je er meestal niet eens bij stil staat dat je vanaf het startschot uit de wind wordt gehouden.

Komende vrijdag is het al weer 25 jaar geleden dat voor mij dat startschot klonk. Niet het startschot voor een marathon van 42,195 km of een andere hardloopafstand. Ik heb hier over een startschot voor een levensloop waarin de afstanden in jaren worden gemeten. En waar de finish precies ligt, weet je van tevoren niet. De enige zekerheid die je hebt is dat je ooit zult finishen. En meestal ben je, wanneer je de eindstreep passeert, je trouwe hazen dan al lang verloren. Met als gevolg dat je jaren met de kop in de wind hebt gelopen.

Vrijwel iedereen krijgt meteen bij de geboorte, het startschot van de levensloop, een tweetal hazen met zich mee. Nadat je een kleine afstand af hebt gelegd, weet je deze twee hazen al gauw pappa en mamma te noemen. Die twee hazen reiken je drinkflessen aan. Ze zorgen er voor dat je de man met de hamer niet tegenkomt, door je te voorzien van de broodnodige voedingsstoffen. En ze houden je droog en warm. Let wel, ze doen dit alles op de momenten waarop jij dat wilt, want jij bent de topatleet en zij zijn slechts de hazen.

Naarmate je groeit in de levensloop worden de hazen toch wat minder behulpzaam. Vanaf een zekere fase in de koers moet je voor je eigen drinkflessen zorgen. Dit doen de hazen doelbewust. Niet omdat ze jou het succes van de eindzege niet gunnen, wel nee. Ze doen dat omdat ze weten dat zij de finish niet zullen halen. En daarom zorgen ze er voor dat je leert om in je eigen behoefte te voorzien, want die dag breekt aan. Verderop in de levensloop komt er een puberaal moment waarop je de aanwezigheid van die twee hazen zat bent. Ze zitten je vaak in de weg en je vindt het buitengewoon vervelend dat ze jouw koers proberen te bepalen. Die fase duurt maar kort. Want opeens besef je je dat de levensloop lang is en je blij moet zijn met het feit dat die twee hazen je nog steeds uit de wind weten te houden. Wel minder fanatiek dan bij de start, maar alle beetjes helpen.

Vorige week kreeg ik de sleutel van een huis waar op de deur mijn eigen naam komt te staan. Mijn voordeursleutel past vanaf dat moment niet meer op de deur van mijn ouderlijk huis, de deur waardoor ik 25 jaar lang thuiskwam. Het moment waarop ik mijn twee hazen achter me laat, is aangebroken. Aan de kant zullen ze moegestreden toe gaan kijken hoe ik de koers zonder hun hulp voortzet. Dankzij de vliegende start die mijn twee hazen me hebben gegeven, gooi ik mijn lijf dat nog vol zit met energie in de wind.