De wereld kent geen aftiteling

Goede tijden, slechte tijden. De impact van het zinnetje is compleet vernietigd door de vijftienjarige gelijknamige soap. Maar hij klopt wel. Er zijn goede tijden, er zijn slechte tijden. Maar dat lijken we in onze maatschappij nogal eens te vergeten. Met name wij, de jongeren.

Wij kennen dood, verderf, armoede en ziekte voor het grootste deel van de TV. De TV die ons één kanaal verder van luchtigheid voorziet om bij weg te dromen. Door alles; nieuws, soaps, films en series door dit kastje te zien, lijkt het steeds een beetje verder weg te staan. Het lijkt allemaal niet meer waar. Hoe reëel is reëel nog, wanneer je met je duim de macht hebt om alles te laten ophouden?


"De ver van mijn bedshow is populair op TV"

Door de bank genomen gaat het nog steeds fantastisch met Nederland, ook al kloppen er meer en meer mensen bij de Voedselbank aan. Weinigen alhier die zich er echt boos om maken. Weinig maatschappelijk protest, weinigen die 'genoeg is genoeg' schreeuwen op het Malieveld, in plaats van intikken op de computer. De ver van mijn bedshow is populair op TV.

Er zijn goede tijden en slechte tijden. Maar bij gebrek aan slechte tijden, kan ik me maar slecht inleven in de ander. Natuurlijk heb ik mijn portie verdriet gekend, maar honger, ziekte of oorlog is mij nooit ten deel gevallen. Dat gegeven maakt mij, net als de meesten van ons, een beetje apathisch. Natuurlijk geef je iets aan een goed doel, lopen rillingen over je rug bij het zien van rampenleed, zet je je in voor een betere wereld, ver van je bed.

Toch lijken de slechte tijden (ondanks al die zoete snoepjes van het kabinet die echt in je hand smelten) dichterbij dan we denken. Meer en meer mensen weten het hoofd nauwelijks nog boven water te houden. Zoveel spullen, zoveel uitgaven, zoveel wensen, zo'n hoog luxegehalte. We zijn zo gewend aan onze goede tijden dat we niet eens meer weten hoe slechte tijden eruit zien. Behalve van de TV, en laten we wel wezen. Wie gelooft er nog iets van de TV?

Misschien gaat de schaarste op de wereld ons binnenkort echte klappen geven. Moeten we net als onze grootouders elk dubbeltje omdraaien. Geen mp3-speler meer, niet meer de laatste gadgets, niet elke week meer stappen, je kleren langer dragen dan één jaar, dagelijks shoppen bij de Aldi en de Lidl. Keihard op een houtje bijten.

"Keihard op een houtje bijten"



Kun je je het voorstellen? Dat de TV werkelijkheid wordt? Kun je terug naar die tijd dat geluk-heel-gewoon-was, in plaats van vrij-duur? Ik maak me wel eens zorgen om ons jeugd. Ik heb het idee dat we iets heel ergs missen in onze opvoeding. Ik heb het idee dat bij gebrek aan slechte tijden, onze interesse in een betere wereld steeds minder wordt. Heb ik gelijk? Ik hoop het niet, maar als ik om me heen kijk, ben ik bang van wel.

Ik wil hier geen betoog houden dat we luie stinkende bankzitters zijn, met teveel geld en te weinig verstand, maar het zou aardig zijn als we eens aan zelfreflectie deden. De wereld komt niet uit de TV, maar is er daadwerkelijk. Nederland is geen eiland, en om ons en de mensen in de wereld een goed leven te bezorgen is nog heel veel werk nodig. Ja, zelfs om te behouden wat we al hebben, moet nog dagelijks strijd worden geleverd. Veel zekerheid staat op de tocht. Armoede wordt zichtbaarder, de werkeloosheid loopt op, de slechte tijden kloppen op onze deur, maar als jeugd staren we nog steeds naar de TV.

Misschien is het tijd om onze ogen eens open te doen. Er zijn goede en slechte tijden. Niet alles wordt uit zichzelf opgelost, niet alles loopt goed af, zoals we vaak denken. Misschien is het goed dat Nederland wat meer pijn leert kennen, en dan met name de jeugd. Het leert ons onze situatie meer waarderen, maar leert ons ook weerbaarder te maken wanneer het lot ons minder gunstig treft. Want één ding is zeker. De wereld kent geen aftiteling.