Ruzie

Soms begrijp je me zo slecht. Of misschien laat ik me niet begrijpen. Ik wil geen ruzie maken, maar misschien ben ik daar zelf het meest schuldig aan. Er zijn er altijd twee bij. Misschien had ik dat niet moeten zeggen, misschien had jij dat niet moeten doen. Misschien was jij dan niet weggelopen. Misschien had ik dan deze column niet hoeven te schrijven. Misschien moeten we gewoon...

Dit zul je niet leuk vinden. Sterker nog, je vindt het denk ik niet eens nodig. We hadden geen ruzie, het was gewoon één van die momenten waar we beter even niet bij elkaar kunnen zijn. Die hebben we wel vaker, enkel ze passen niet bij onze liefde. Want onze liefde is toch boven die van de normale mens? We maken er vaak grapjes over. Die anderen, die zich onmogelijk naar elkaar gedragen, die stereo-type stelletjes die elk vooroordeel inkoppen. Ruzie bij het tent opzetten, afkatten in het openbaar, de man aan de tap de vrouw aan de haard. Zwijgend in de auto.

En op het moment dat het ons eens gebeurt worden we bang. Want het laatste wat wij willen is menselijk zijn. Ruzie is een verboden woord bij ons en in de angst ervoor doen we rare dingen, zoals vanochtend. Toch weet ik nog dat je je ooit eens afvroeg waarom wij nu nooit eens normaal ruzie konden hebben. Want we zijn echt bang voor ruzie. Bang om niet bij elkaar te passen, bang om mens te zijn. Zo bouwen spanningen zich op, passen we waar we moeten doorgaan, verbergen wij onze ware gezichten voor elkaar. Want we zijn niet perfect, we zijn mens.

Misschien, wat een kutwoord is het toch, ben ik blij dat je wegliep. Het zegt wat over onze groei in de relatie. Dat we ons niet meer laten leiden door wat we denken dat moet, maar door ons hart. Ach, ik praat wel over ons, maar ik was vandaag degene die zijn hart sloot. Ik liep dwars door je goede bedoelingen heen, alsof je hart een snelweg was. Ik heb maar één verweer. Het was te vroeg in de ochtend, het letterlijke slaapdronken lag als een dekbed over me heen. Ik ben echt niet ongevoelig voor je lieve woorden en lippen, maar het leven is soms zo depressief wanneer je naast een kater in je bed wakker wordt. Een argumentatie die niet past in onze liefde, want ongeacht welke toestand dan ook, wij horen van elkaar te houden. Bij deze wil ik die zeepbel doorprikken. Op zulke momenten houd ik nog niet eens van mijzelf, dus hoe moet ik dan van jou houden?

Ach, over ruim drie uur kijken we hier vast lachend op terug. Maar het is wel weer een kleine mijlpaal in ons jonge samenzijn. Realiseren dat er goede tijden zijn, slechte tijden, en tijden dat je elkaar even met rust moet laten. Geen woorden naschreeuwend wanneer je de deur hard achter je dicht slaat, geen sms-jes om alles te verzachten. Gewoon even wachten, tot het moment voorbij is. Want het is het moment waar we ons in laten meeslepen. Dat verwachtingen zo ver van elkaar verwijderd zijn dat op dat moment er geen mogelijkheid is om ze bij te stellen. Dat doet niets af aan onze liefde.

Je bent net op msn geweest, je bent alweer in je eigen huis. Mijn column is nog niet af. Jammer, ik had je willen verrassen. Ik wil het je niet vertellen, maar doe het toch; een kus en een column voor jou. Je antwoordt met zo'n smiley dingetje. Wat is dat toch een prachtige uitvinding. Als ik er naar kijk word ik al warm. 'A smiley, a smiley for my kingdom.'

Als ik daarna naar boven lees, lijkt het allemaal zo triviaal. Alsof het niet eens is gebeurd. Wat maken we een heisa om niks. Maar het is niet niets. We maken een heisa om ons. Heisa om elkaar beter te leren begrijpen, en daarvoor is het wel eens nodig om met de koppen tegenover elkaar te staan. Als twee herten met de geweien kletterend tegen elkaar. Even kijken van welk materiaal we nu echt gebouwd zijn zeg maar. En daarna is het wachten op die heldere hemel met die zon, die gaat schijnen, na een onweersbui.

Straks zal ik je weer zien. We zullen het ongetwijfeld even uitpraten. Ik weet wat we gaan zeggen, allebei doen we wat water bij de wijn. Relativeren is een kunst die vaak pas achteraf beoefend wordt. Jij bent iemand die net als ik, alle schuld bij zichzelf zoekt. Maar het is niet jouw schuld, ook niet mijn schuld. Het is de schuld van het moment. Net als het moment straks schuldig is aan onvervalste goedmaak hartstocht.

Misschien moesten we maar gewoon wat vaker ruzie maken.