Ik HEB een Balkenende-voet!

"Ik heb een Balkenende-voet!", brulde Yvonne door de telefoon. Waarna mijn eerste reactie uiteraard was: Schrijf er een column over! Zie hier het resultaat.

U moet een ding goed begrijpen, wij vrouwen zijn uiteraard bikkels, onwereldse pijnen zijn ons niet vreemd. Maar dan komt er een dag dat je opgescheept zit met een Balkenende-voet. U weet wel: de voet waaraan je bijna overlijdt wanneer je er te lang mee blijft lopen.

Mannen als Balkenende halen er natuurlijk uit wat er uit te halen valt: ziekenhuis, operaties, steunbetuigingen, het kan niet op. Wat mensen allemaal niet doen om de man maar volledig te bevestigen in zijn kleinzerige rol. Dames, denkt u dat wij zo piepen en aandachttrekken?

Nee! In doodse stilte lijden wij, dragen onze smarten zonder morren. Ook al doet iedere beweging pijn en blijf je maar doodstil zitten - zitten zei ik heren, praten gaat altijd nog wel! Wat doe je dan als vrouw wanneer de pijn toch een wenkbrauwhaartje doet trillen?

Je pakt gewoon de fiets in de enge gevaarlijke nacht en trapt jezelf naar het ziekenhuis waar GEEN cameraploeg staat, geen fancy operaties en geen steunbetuigingen. Is er dan ter compensatie een leuke co-assistent? Zelfs dat niet dames, zelfs dat is ons niet gegund. Nee, wij met onze pijn worden opgescheept met een soort slager met handen zo immens groot dat ik toch even twijfelde aan de locatie waar ik heen gefietst was.

Nadat deze slachter eens even flink in m'n voet geknepen had, daarbij idiote vragen stellend als "Doet dit pijn?" wat hij toch had kunnen zien - ik zat opeens naast de stoel in plaats van er op! wist hij met zijn worstenvingers met moeite de toetsen van zijn toetsenbord te beroeren om daar mijn recepten uit te toveren. Hij bromde nog iets in de trant van, dinsdag verminderd zijn, anders ziekenhuisopname, kuur afmaken en geen drank.

En ik stond weer buiten, waar wederom geen flitslichten m'n ogen verblindden, geen steunbetuigingen waren en wederom geen knappe mannen stonden. Ik pakte dapper mijn fietsje om mezelf maar weer naar huis te trappen, de wielen, de trappers, allen maakten dit ritmische geluid,
geen drank, geen drank, geen drank....

Thuisgekomen verwachtte ik DAAR toch bijval, maar neen, stilte, doodse stilte. Niemand die bezorgd vroeg waar ik was en wat ik had gedaan. Alleen de fles knipoogde naar me, "Hoi, geen drank hè, een week zijn we geen vriendjes maar je weet dat ik je altijd trouw blijf en nooit vreemd zal gaan."

En dames, daar zit ik dan, met m'n Balkenende-voet, met m'n laatste drankje en een peuk. Straks zal hij wel thuiskomen, en oh, wat zal hij het zwaar hebben. Ik heb dan wel de flitslichten, steunbetuigingen en de knappe mannen niet gehad, maar ik heb DE voet. En die zal ik koesteren, goed, veelvuldig, en rekken zal ik het, langdurig ga ik hier eens van genieten, laten rennen en draven zal ik hem, niets is goed, alles is verkeerd, en er zal vaak gelopen moeten worden, want u snapt dat je met DE voet niets kunt.

Geen drank? Prima, hier vermaak ik me wel mee, een hele week! Dit compenseert alles, het leven is goed, het leven is goed, voor vrouwen...