Ze zijn er echt, nog steeds...

Dan loop je op je zaterdagmiddag door Eindhoven, een gemoedelijke lichtstad met druk winkelend publiek. Bij de V&D zit een invalide geestelijk gechristelijkte met luide stem Jezus te prijzen en iets verderop stelt een indianenfamilie in outfit zich op om het publiek te vermaken. Tot zover niets vreemds. Totdat je in de verte gebrul hoort. Je kijkt op en ziet zwart witte legeroutfits met gestrekte arm door de winkelstraat lopen. Even schrik je en meteen daarna word je overstelpt door medelijden.

Acht jongens en een meisje, in de leeftijd van zestien tot achttien jaar. Hun aanblik is memorabel. Geen van allen heeft ooit een potje clearasil gezien. Hun hoofd is kaalgeschoren, hun broekspijpen opgerold. Kennelijk de nieuwe mode, om je kistjes zo duidelijk mogelijk te laten zien. Ik wil het niet graag zeggen, maar ze zien er dom uit. Echt heel dom. Een gezichtsuitdrukking vertelt je een hoop en deze vertelt met name dat ze uit een laag van de bevolking komen die structureel door SBS op de camera wordt gezet, aso-buurten. Drie van hen schreeuwen het uit. Opnieuw vuist in de lucht, maar woorden vormen zich niet. Het is meer een oerschreeuw. Naast elkaar op de foto. WHOOOOOEEHAAHHHH. Ze pakken een paar stoeltjes van een terras en gaan pontificaal in het midden van de passage zitten. Eén van hen pakt zijn tas uit. Er komt een vlag uit. Geen Nederlandse, geen rood met hakenkruis, nee het is een Duitse vlag. Niet begrijpend kijk ik toe hoe een luid gejoel klinkt. Deutschllaannddd. Wat moet je als kersverse Jodenhater nu met een vlag van Duitsland?

Ik kan het ze helaas niet vragen. Al snel komen er twee stadswachten schuifelend aangelopen. Je geeft het ze te doen. Allebei in de veertig, de één net achter het aanrecht vandaan getrokken, de ander nog midden in zijn integratieproces. Gewapend met een portofoon en een spoedcursus omgaan met agressie, onder het toeziend oog van tientallen blikken, lopen ze onverschrokken op de groep af. Met knikkende knieën, dat dan weer wel. Ik kijk om me heen en zie een grote groep mensen het hoofd verzuchtend heen en weer bewegen. Is dit ons Nederland, hoor ik ze allemaal denken. Bestaat dit nog echt? Een groepje kinderen dat Sieg Heil roept, de verkeerde vlag wappert en zichzelf heel, heel erg stoer en vernieuwend vindt?

Bijna wil ik op een stoepje stappen en het woord vragen. In mijn hoofd speelt zich een preek af. 'Ja, ze zijn er, ze bestaan echt! Wat u voor u ziet is het product van onze maatschappij. Wat u voor u ziet is een gebrek aan aandacht bij de opvoeding, een gebrek aan onderwijs in levensfilosofie, een gebrek aan leraren die aandacht kunnen geven aan de minder bedeelden, een teveel aan ouders die niet weten wat hun kinderen uitspoken op straat. Wat u voor u ziet is een gebrek aan kansen, een onheilspellend gevoel enkel consument te wezen en te weten dat het een stempel is, dat ook nog eens van je afgepakt wordt als je buiten de normale verdiensten valt. Wat hier gebeurt is een uiting van onmacht, een schreeuw op hulp, een afreageren op een vijand die niet bestaat.'

Ik blijf het denken, ik blijf meeleven als ik zie dat ze onder protest weglopen. Ik ben niet boos om hun domheid, ik ben boos dat het zover is gekomen. Even later hoor ik dat ze op het station van Eindhoven zijn opgepakt. Uiteraard zullen ze even in de cel komen, om streng toegesproken te worden en daarna weer op de trein te worden gezet. Koren op hun molen. Alweer een daad tegen het bestel. Precies waarom ze er in de eerste plaats stonden. Shockeren en hopen dat je grof genoeg bent om in de cel te belanden. Weet je wat voor een verhaal dat oplevert tegenover je andere vriendjes?

Ze zijn er echt. Nog steeds. De negatieve uitwas van onze maatschappij baant zich een weg door de scheuren van ons kapitalisme. Een systeem met een beperkte elasticiteit tot het maximale opgerekt door geld en vooruitgang. Dit zijn de gevolgen. De volgende keer zijn het er twintig. De volgende keer staan ze tegenover die andere groep die welig tiert. Succes verzekerd in een samenleving die geen middelen beschikbaar stelt om de mens centraal te stellen. Succes verzekerd in een samenleving die enkel de symptomen aanpakt en niet de bron. Dit gebeurt niet wanneer je iedereen eerlijke kansen geeft. Dit gebeurt niet wanneer je waarlijke ethiek brengt in politiek en bedrijf. Dit kan voorkomen worden wanneer je van jongs af aan kinderen leert denken over de vragen van het leven. In discussie brengt over hun rechten en plichten in de samenleving. Dit zijn de gevolgen. Ik hoop dat we ooit de oorzaak zullen aanpakken.