Over Marokkanen, orkanen en poep

Ik durf niet, ik durf haast niet meer te schrijven over Marokkanen, vooral niet over dat Marokkaanse gezin in Utrecht, dat op last van het Openbaar Ministerie door de Nationale Recherche en de ME met veel bombarie werd overvallen. Waarschijnlijk omdat zij verdacht werden in het bezit te zijn van explosieven, van terroristische activiteiten dus.
Ik durf er haast niet over te schrijven, omdat de sfeer eromheen extreem geladen is en de situatie sowieso al explosief genoeg.
Ik zou mezelf immers verdacht kunnen maken, misschien word ik dan wel beschuldigd van heulen met de terroristen of erger, misschien beschuldigt men mij ervan sympathie voor die “kutmarokkanen” te koesteren of nóg erger, misschien word ik er dan wel bijgelapt.


Ik vrees het eigenlijk nu al, een inval van de ME, dat die lui binnenkort voor mijn deur zullen staan, of nee, dat zij die zullen inbeuken, dat mijn man en ik door hen zonder pardon tegen de muur aan zullen worden gesmeten, geblinddoekt zullen worden en dat ook onze inboedel niet gespaard zal blijven. Ik vrees nog ergere dingen, dat in zo’n geval ook mijn zoontje met betraande oogjes voor de camera zal staan, en hij, overvallen door listige vragen van de journalisten, in zijn kinderlijke onschuld zal vertellen over zijn schrik en over zijn angst, dat hij boete zal moeten betalen voor de boeken uit de bibliotheek die allemaal zoek zijn, omdat de Nationale Recherche die in beslag heeft genomen.
Ik durf er niet over te schrijven, want ik voel mij geterroriseerd, niet door de ME of de Nationale Recherche, ook niet door de Nederlanders of de Marokkanen, maar door mijn eigen gedachten.

Er zijn genoeg andere, erge, vreemde of verschrikkelijke dingen waarover ik kan schrijven, onderwerpen die veel veiliger zijn bovendien. Er zijn er genoeg, ik hoef maar te kiezen.
Ik zou kunnen schrijven over Jeanne, die vreselijk krachtige orkaan die Haïti trof, een land dat al zwaar geteisterd werd door honger en armoede, veroorzaakt door wanbeleid en een burgeroorlog. De rampspoed heeft nu ongeveer wel zijn hoogtepunt bereikt: liepen Haïtiaanse burgers voorheen het risico om doodgeschoten te worden door de rebellen, vechten zij zich nu letterlijk dood om maar iets van de hulpgoederen van de VN te bemachtigen.

Ook in Nederland werd men diep getroffen, niet door een orkaan, maar door het overlijden van een heel gewone, bijzondere Amsterdammer, van “onze” André, Nederlands volkszanger nummer één. Ik zou kunnen schrijven over zijn liedjes die ik ooit uit volle borst meezong - alleen in het café en wanneer ik te diep in het glaasje had gekeken - en over de duizenden fans die afgelopen maandag op indrukwekkende wijze afscheid van hem namen.

Het nieuwe programma van Patty Brard, Patty’s Fort, is ook interessant genoeg om over te schrijven, die vrouw doet werkelijk alles om op televisie te komen. Zij wroet niet alleen in het privé-leven van bijvoorbeeld Big Brother Kelly en dj Rob Stenders, maar óók in hun uitwerpselen. Als ervaren vakvrouw is zij volledig doordrongen van het feit dat een ontgiftingskuur op Ibiza alléén niet interessant genoeg is. Maar hoe de drollen van Kelly en Rob eruit zien, dat is wél interessant voor de kijkers, sterker nog, deze faecesanalyse zal het meest spectaculaire hoogtepunt van de show worden.
Ik zou kunnen schrijven over dat je het vanavond allemaal te weten kunt komen: in welke fase van de ontgiftingskuur Kelly zich bevindt - misschien is zij van pure zenuwen aan de dunne geraakt - of dat Rob Stenders iets héél bijzonders in zijn potje laat vallen.
Misschien heeft iemand last van wormpjes of bloed in zijn ontlasting, dát zou pas echt sensatie zijn. Ik zie het al voor me, hoe een expert onder het toeziend oog van televisiekijkend Nederland de drol van Rob Stenders onderzoekt en tot zijn grote schrik ontdekt dat hij aan een ernstige darmkwaal lijdt. Of gewoon last heeft van aambeien, dj, het is tenslotte een zittend beroep.
Hoe dan ook, wie sterk genoeg is om ook dit taboe achter zich te laten, schaart zich voor de buis om te zien hoe Patty als vanouds weer schijt aan alles en iedereen heeft.
Verwacht echter niet dat je in háár potje mag kijken: de levensfase waarin zij zich bevindt is zo al duidelijk genoeg.

Duidelijkheid was in het huis van het Marokkaanse gezin die zondagavond echter ver te zoeken en ook is het de pers nog helemaal niet duidelijk: waarom gold ten tijde van de inval een totaal persverbod? Justitie zwijgt als het graf.
De wijkagent die het gezin naar huis bracht, bracht echter wél duidelijkheid in de zaak. Aan iedereen die het maar horen wilde, verkondigde hij luid en duidelijk: dit gezin is brandschoon.
Vindt u het dan gek, dat ik juist door deze uitspraak begin te vrezen. Dat is nu precies de reden waarom ik haast niet over dat Marokkaanse gezin durf te schrijven, want brandschoon, dat zijn we toch allemaal?