EK Dagboek deel 8: Het was mooi

Ineens doofde het EK voor veel gelegenheidssupporters hier ter lande als een nachtkaars, nadat Nederland vorige week woensdag in de halve finale werd overklast door Portugal. De Davids-brillen, van der Sar-oren en van Nistelrooij-haarbandjes konden vanaf toen in de dumpbakken en de boekwinkels bleven ineens zitten met de biografie van Clarence Seedorf en vele exemplaren van de veel te vroeg geschreven biografie over Rafael van der Vaart, fenomeen zonder podium.

De echte liefhebber keek het toernooi uiteraard uit en beleefde mee hoe Griekenland voor de grootste voetbalsensatie op een EK of WK ooit zorgde. De zege van de Grieken is nog heroïscher en onverwachter dan de geromantiseerde overwinning van de Denen in 1992. Die zouden van de stranden en campings zijn geplukt, maar hadden in werkelijkheid gewoon doorgetraind omdat het vrij duidelijk was dat Joegoslavië wel eens uitgesloten kon worden van deelname.

Griekenland, dat aan de hand van meester tacticus Otto Rehhagel in totaal vijf maal niet verloor van vier ploegen die objectief vastgesteld op elke positie een betere voetballer hadden lopen. Griekenland, dat bereid was om voor elkaar het vuur uit de sloffen te lopen en bereid was elkanders fouten te herstellen. Griekenland, dat een perfecte defensieve organisatie neer zette en via gedoseerde, maar immer gevaarlijke aanvallen aan de doelpunten kwam. Je zou er kolommen mee vol kunnen schrijven. Zoals je dat toch kan doen over dit hele EK. Zeker voor het geoefend oog van de liefhebber viel er genoeg te genieten op tactisch vlak en was het niveau van de meeste deelnemers zeer hoog. Het is echter wel moeilijk een eenduidig beeld van het toernooi te geven.

Het was een toernooi waarin bejubelde spelers, al dan niet door vermoeidheid, keihard van hun sokkel vielen. Gedoodverfde kampioen Frankrijk was geen schim van wat de ploeg op basis van het spelersmateriaal had moeten en kunnen zijn. Sterker nog, de Fransen leken wel bodydoubles in plaats van gevierde acteurs. Want het was moeilijk voor te stellen dat de Thierry Henry, die slechts tegen de zwakste ploeg van dit toernooi twee keer wist te scoren, die we hier zagen dezelfde was als de fenomenale Henry die Arsenal naar de titel schoot. Was het wel echt de levensgevaarlijke sluipschutter David Trezeguet die op dit EK meedeed of lag die Trezeguet ergens op een strand in de zon te baden en had hij een look-a-like naar het EK gestuurd? Robert Pires, één van de sierlijkste middenvelders in de wereld, heeft niets laten zien. Het blijft merkwaardig.

Net zo als het falen van Raúl, die weer niet kon schitteren op een eindtoernooi. Of Michael Owen, die wel één knappe goal maakte, maar verder niet veel beters deed dan de gemiddelde spits van Leyton Orient. Of David Beckham, die zijn land per saldo eigenlijk meer negatiefs bracht dan positiefs op dit toernooi. Francesco Totti, die zichzelf al na één wedstrijd het toernooi uitspuugde. Desailly, Fernando Couto, die vanwege hun leeftijd uit de ploegen verdwenen. Stéphane Chapuisat, die zelfs het tempo van een veteranentoernooi waarschijnlijk niet meer aan gekund had.

Het schrijnendst blijft toch het beeld van Luis Figo. Figo had de grote man voor het thuisland moeten zijn, als zijnde een halfgod op voetbalschoenen, aanbeden door mannen om zijn dribbels, door vrouwen om zijn uiterlijk. Figo slenterde over het veld, verongelijkt als een kind dat zijn zin niet kreeg en deed alles behalve iets goeds. Pas tegen Nederland herstelde hij zich ietwat, maar in de finale was het weer huilen met de pet op. De wijze heren van de UEFA besloten zijn gestuntel echter te honoreren met een plaats in de “All Star-selectie” van dit EK.

Nieuwe helden stonden op. Uiteraard de troep Grieken, maar ook de FC Porto-sterren Ricardo Carvalho, Maniche en Deco lieten op dit niveau zien wat ze al het hele seizoen bij hun club lieten zien. Zuur genoeg kon Deco in de finale geen potten breken, nadat hij er toch in hoge mate verantwoordelijk voor was geweest dat Portugal die na de dramatische nederlaag in het openingsduel nog haalde. Frank Lampard, man die de meeste minuten van allemaal in de benen had, die tijdens dit toernooi nog maar eens liet zien waarom hij onbetwist was in de duiventil van Chelsea afgelopen seizoen. En passant fladderde ook Wayne Rooney uit, als een dikke gevechtsduif met een dodelijke missie, slechts gestopt door een gebroken middenvoetsbeentje. Engeland was op slag vleugellam.

Cristiano Ronaldo bracht de meisjes en Portugese homo’s in vervoering met zijn verschijning, maar bleek over het hele toernooi toch veel te weinig rendement te hebben. Zijn perfecte eerste helft tegen Spanje bleek een schijnbeweging, zoals hij er toch al veel maakt. Arjen Robben was wat dat betreft effectiever, maar na twee prima duels en een zeer aardig duel tegen Zweden was bij hem ook de koek op. Zoals ook Zlatan Ibrahimovic na de pouleduels wat opgebrand leek, Maris Verpakovskis steun van ploegmaats moest ontberen en de Tsjechen zonder Pavel Nedved ineens hun vertrouwen kwijt leken. Terwijl Milan Baros zich met vijf goals tot topscorer mocht kronen, was het Traianos Dellas die met een welgemikte kopstoot Tsjechië in tranen bracht.

Dus blijft uiteindelijk het beeld van de huilende, ontredderde en verbijsterde slachtoffers van de Griekse gloryhunters achter als hét beeld van dit toernooi. Theodoris Zagorakis die in de late avond in het Estadio da Luz de beker boven het hoofd tilde, waanzinnige taferelen in de straten van Athene en het idee dat niemand nu precies weet hoe deze prestatie nu omschreven moet worden. Het was een mooi EK, zeker zonder Oranje Davids-bril op. Doe mij maar een Giannakopoulos-kapsel en ik meld me nu vast aan als biograaf van Angelos Charisteas. Lang leve het opportunisme, maar meer nog: lang leve de verrassingen!