Spits je oren

Wat heb ik toch een bloedhekel aan het zitten in een trein. Dat zit toch voor geen meter, zo'n treinstoel? Veel te krap. Laat mij maar liever met de auto gaan. Jammer genoeg heb ik geen auto en dus zit ik oud nieuws te herkauwen met een Metro van gister in mijn hand. Wat een achterlijke krant is dat trouwens. Een beetje ANP-berichten knippen-plakken, dat maakt toch nog geen krant? De schoolkrant van mijn neefje plaatst nog betere artikelen, en dat wil heel wat zeggen. Maak dan geen krant. Haal in ieder geval die verdomde tikfouten eruit. Een telefoon gaat. Abrupt schiet ik op uit het tikfouten tellen in de Metro. Ik, en met mij nog een handje vol treinreizigers, probeer mijn telefoon uit een tas te vissen. Voordat ik kan opnemen, klinkt het naast mij:
'Ejjj, Frits, gozer, hoe is het met je?'
Er is iets grondig verkeerd aan het opnemen met de naam van diegene die jou belt. Dat klopt niet. Je moet de zaken niet omdraaien, mannetje, ik bel jou! Dus zeg jij 'Hoi, met Guy', dan zeg ik, 'Guy, met Frits' en dan pas antwoord jij met 'Ejjj, Frits, gozer, hoe is het met je?'. Al zou ik zelf dat gegozer eraf laten, zeker als je in de trein zit. Maar goed, wie heet er dan ook Guy?

Ik pak mijn ouwe stiel weer op en begin weer met tikfoutenziften. Misschien moet ik er eens een column aan wijden, aan die verdomde Metro. Maar die Guy hier naast mij (heet hij eigenlijk wel Guy?), die haalt me uit mijn concentratie:
'Jazeker, lang geleden já.'
'Hoe is het met de vrouwtjes?'
Ik spits mijn oren. Het begint interessant te worden hiernaast. Zou die Frits een beest van een womanizer zijn? Met zo'n naam? Alles is mogelijk. We luisteren verder.
'Een vriendin??? Jij???'
Guy gaat rechtop zitten. Frits heeft een vriendin, dat is verdomme wereldnieuws. Misschien moet ik maar meteen de Metro bellen, dan hebben ze in ieder geval één actueel artikel morgen.
'Jezus, man. Is ze een beetje lekker?'
Guy begint te glunderen. Een behoorlijke gluiperd is dat trouwens, met zijn strakke blouse, vette haren en enorm hippe schoenen. Een echte Guy. En hij belt als een vrouw: luidruchtig, langdurig en overdreven:

'Ja, dus het is wel een lekker hapje? Whahaha.'
Gadverdamme. Een lekker hapje. Wie bezigt er nou dat soort taal?

'Wie ik? Ik heb ook soort van een vriendin.'
'Mwah, ze is wel leuk. Maar het is wel een lekker ding, jongen. Ze heeft een lekker kontje, joh, ohh, echt een toppertje.'
Die Guy hier begint op mijn zenuwen te werken. Als zelfs al dit soort kerels lekkere vriendinnen denken te bezitten, waar gaat het dan heen met deze wereld?

Tegenover mij zit een olijk meisje eveneens in een Metro te staren. Ze luistert gezellig mee met Guy en Frits. Guy is ondertussen zijn gebondenheid aan één vrouw aan het relativeren.
'Nee, ik weet niet voor hoe lang. Gewoon een beetje aankloten.'

Weer gaat er een telefoon. Deze pingel is zo ridicuul dat ik zeker weet dat het niet mijn telefoon is die overgaat. Ik kijk rond. Een meisje pakt een minuscuul klein, rood telefoontje uit haar tas. Zij mag er trouwens best wezen. Een net meisje, dat wel. Vroeger hadden we gezegd, een kakmeisje.
'Hoi, met Sacha.'

Hè, nee toch, geen Sacha. Ik heb het niet zo op vrouwen die Sacha heten. Geen idee waarom. En wat nog veel erger is: ze spreekt Limburgs. Op zich niks mis met die Limburgers, ik kan er goed een avond mee doorzakken, maar mooie meisjes worden er altijd een stuk minder mooi op als ze in het Limburgs de telefoon aannemen.

Ondertussen is Guy bij een heel ander onderwerp beland.
'Hé, heb je trouwens gehoord dat ik er even tussenuit knijp. Gewoon, een jaartje weg.'
Nou, nou, toe maar.
'Oh, Cuba of zo. Gewoon ver weg, lekker bijkomen.'

'Zit je in de Winkel?', spreekt Sacha in haar rode telefoontje. Als een boeiende tenniswedstrijd draai ik mijn hoofd van Guy naar Sacha en weer terug.

Babbelend steekt Guy een sigaretje op. Dat is een goed idee van hem. Ik doe mee. Ik klap mijn asbakje open. Wat een ranzig ding is dat. Sacha praat verder.

'Nee, ik kan nu echt niet gaan stappen. Ik heb me zaterdag misdragen.'
De dingen die Sacha al niet met de hele coupé wenst te delen. Dachten we net nog 'wat een net meisje', dan zijn we nu genoodzaakt dat te herzien. Er zijn televisieseries die minder boeien dan deze treinrit. We luisteren verder:

'Nee, te veel geflirt, volgens hem.'
'Viel best mee, ik was gewoon een beetje dronken.'
'Hij zei "je was iedereen aan het versieren". Ik vond dat het best wel mee viel. Toen zei ie 'dat doe je dan maar als ik er niet bij ben.'
(Nu wordt het pas echt pikant. De vriend van Sacha vindt het kennelijk prima dat zij de boel op stelten zet, hij wil er alleen niet mee geconfronteerd worden.)
'Nou, oké, prima, dan doe ik dat toch.'

De ongeveer bijna vergeten Guy zette een rigoureus middel in om de aandacht weer op te vragen. Hij schreeuwde het zowat uit:

'WAT?????'
'JEZUS, DAT MEEN JE NIET!!!'
'DAT KAN TOCH ECHT NIET???'
'PIK JIJ DAT?'
'NEE, ECHT WAAR???'
'BELACHELIJK!'

Er kon veel aan de hand zijn met Frits, want zo heette degene die Guy aan de lijn had nog steeds. Maar waar ging dit over? Ik lag nu zowat op de lippen van Guy. Waar ging het over? Guy, bevredig mijn nieuwsgierigheid want ik hou het niet meer, wat heeft Frits in godsnaam gedaan?

'Wat een rot-service, ik zou een andere aanbieder nemen, neem gewoon KPN of zo.'

Huh? Pardon? Ging deze tirade over een mobiel telefoonabonnement? Was dat alles? Was dat genoeg om ons allemaal af te leiden van Sacha, die net lekker op dreef was? Sacha die ons aan het vertellen was over haar vriend, die het prima vond dat ze met jan en alleman aan het flirten is, als ie het maar zelf niet ziet. De gezellige Sacha. Guy, je wordt bedankt.

Net toen ook ik op het punt stond om eens een gokje te wagen bij Sacha, meldt de conducteur dat wij Utrecht binnenrijden. Ik moest maar eens gaan. Nog een blik naar Sacha. Ze hing net op, en keek me aan. Ik had geknipoogd als ik dat niet zo'n infantiele actie vind. Ik kan trouwens helemaal niet met 1 oog knipogen, mijn oogleden gaan altijd tegelijk naar beneden. Sacha kijkt me kortstondig aan, een beetje bozig, alsof ze doorheeft dat ik haar heb afgeluisterd. Alsof ze een zonnend buurmeisje was die ik vanaf mijn kamer stiekem heb bespied. In 20 minuten weet ik meer van Sacha en Guy, dan menig stelletje van elkaar weet. Zij leggen hun leven op tafel en ik, ik luisterde. Het was me een waar genoegen. Ik heb het gevoel dat ik ze ken. Ik neig naar afscheid nemen. Ze te bedanken voor de rit. Maar we moeten niet overdrijven. Goed is goed.