Zo vreemd

Ik dwing mezelf om te schrijven. Ik zet mezelf achter de pc neer, en start met veel tegenzin word op. Ik weet niet wat het met me is, ik weet wel wat ik moet schrijven, maar de woorden krassen met zo’n krampachtigheid over het papier dat de lol er snel vanaf is. Ik moet, ik dwing mezelf, schrijven jij, schijf schrijf schrijf!
Maar ik kan het niet.
Na twintig regels selecteer ik alle tekst en wis het uit. In plaats daarvan schrijf ik hoe ik me voel; ik dwing mezelf en kom tot niets.
Ik zou nu zoveel willen, zoveel kunnen doen. Maar de dagen zijn leeg, en alles is donker. In mij is het koud en van een steriele leegte die onoverkoombaar lijkt. Ik probeer me te vullen, ik schreeuw mijn borstkas kapot om me te vullen met geluid, rumoer, gedachten en afleiding! Ik zoek zo hard, want ik wil iets wat er niet is.
Ik zou zo veel willen doen, maar er gebeurd niets. Mijn opgejaagde gedachten gaan uit naar afleiding, naar hoe ik zou kunnen gaan zwemmen, hoe ik mijn theorie zou kunnen gaan leren, aan alles wat er nog gedaan moet worden. Maar mijn lichaam saboteert me. Het wil, ja, wat wil het eigenlijk? Wat wil ik nou in vredesnaam van mij?
Ik wil niets, helemaal niets, er is geen onderwerp wat mijn interesse opwekt. Maar ik kan niet nietsdoen. Ik blijf nog geen drie minuten zitten, ik vlieg heen en weer, maar ik ga nergens heen. Ik verdrink in een boek, en vind zo beweging zonder er zelf iets voor te hoeven doen. Maar ook dat is onbevredigend, want zij herinnert me aan het feit dat ik ook zelf wil schrijven.
Zo beland ik hier, maar de woorden willen niet, niets werkt mee. Vandaag geen leuke invallen, de sfeer is slecht getroffen, de zinnen krom en kort.
Ik ben zo opgejaagd, zo rusteloos en apathisch! Ik voel me zo lamlendig, maar hoe leg ik het uit? Een vacuüm vanbinnen, wat inhoudt dat er niets is, maar ook inhoudt dat er iets is wat zo vreselijk aan me trekt. Ik wordt nog gek hier, want hier is alles en toch ook niets. Ik wil zo veel maar doe geen ding. Niets lijkt mijn lijf in beweging te kunnen zetten; ik sjor aan de wereld, maar zij zit hopeloos verzonken. Er is geen beweging in te krijgen, in niets overigens.
Ik voel iets in mij, maar het is te vreemd om te defineren. Heb ik honger? Of heb ik juist te veel gegeten? Is dat angst, of heb ik alle vrees verloren? Weet ik wat er komen gaat, heb ik alles precies uitgestippeld staan, of heb ik juist geen flauw idee? Weet ik in al deze bizarre dingen mijn weg te vinden, of banjer ik met veel te grote voeten over de tere, kleine, maar verkeerde wegen?
Ik ben zo raar, zo raar vandaag…