Toren van Pisa kan er weer 300 jaar tegen

De toren van Pisa is zaterdag, iets minder scheef dan elf jaar geleden, teruggegeven aan de burgers van de Toscaanse stad. Het omvangrijke, dringend noodzakelijke verstevigings-en renovatiewerk is tot een goed eind gebracht.

De experts die Italiës meest overhellende monument een beetje rechter trokken, gaven zaterdag symbolisch de sleutels van de toren terug aan het stadsbestuur. De plechtigheid viel samen met de viering van San Ranieri, de patroonheilige van Pisa.

Gewone bezoekers zullen nog moeten wachten tot november voor ze weer de 58 meter hoge toren op kunnen. Dan zijn de laatste kleinere herstelwerken aan de toren voltooid. In de toekomst zullen toeristen slechts in groepjes van dertig tegelijk worden toegelaten.

De wereldbekende toren werd in januari 1990 gesloten, nadat experts tot het besluit waren gekomen dat hij door het toenemend overhellen dreigde in te storten. Hoewel als 'recht' ontworpen, begon de toren al te hellen in de loop van de bouw. Die werd in 1173 gestart en pas tweehonderd jaar later voltooid.

Het rechter trekken van de toren werd verwezenlijkt door grond weg te nemen en extra gewicht te plaatsen aan de noordelijke kant van de fundering. Daardoor kon het overhellen naar het zuiden met 44 centimeter verminderd worden. In januari 1990 bedroeg de overhelling nog 4,5 meter.

De toren staat nu iets minder scheef, maar met het blote oog valt dat nauwelijks op. De operatie moet volgens de chef van het internationale reddingsteam, Michele Jamiolkowski, volstaan om ervoor te zorgen dat de toren de volgende 250 tot driehonderd jaar blijft staan.